Conner Rousseau, voorzitter van Vooruit: “Verplicht taallessen voor ouders die geen Nederlands spreken”

Conner Rousseau voor het kasteel van Loppem: “Ik wil géén taboes meer.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Verplichte taallessen voor ouders die geen Nederlands spreken. De invoering van een Vlaamse kieskring. Een begroting in evenwicht. Het zijn geen typisch socialistische voorstellen die Conner Rousseau op tafel legt. De flamboyante Vooruit-voorzitter wil geen taboes meer. Verder in deze aflevering van de kasteelreeks: de bijzondere festivalzomer, het oprukkende orangisme en enkele woelige dagen in Marbella.

100 jaar geleden moest ons land weer opgebouwd worden na de Groote Oorlog. Koning Albert I nodigde daarom politici uit op het Kasteel van Loppem. Daar tekenden ze de toekomst van België uit: het stemrecht, de vrijheid van vakbonden en de gelijkheid van Nederlands en Frans werden er ingevoerd. Vandaag is dit land opnieuw in crisis. Welke hervormingen zijn nu nodig? Journalist Paul Cobbaert is even koning en haalt alle partijvoorzitters naar Loppem.


Het is dinsdagochtend in Loppem. De zon schijnt. Conner Rousseau is een dag te laat op de afspraak. Een scheenbeenvliesontsteking hield hem maandag aan zijn zetel gekluisterd. Het gevolg van drie dagen Wecandance, een beachfestival in Zeebrugge. “Ik ben het feesten niet meer gewoon”, lacht de jongste voorzitter van het land. Het is de tweede keer dat hij naar Loppem komt.

Vorige zomer was hij één van de tien West-Vlaamse prominenten in deze reeks. Rousseau is een halve West-Vlaming. Vader Jo is voorzitter van de socialisten in Nieuwpoort. Of hij de reeks van deze zomer gevolgd heeft? “Ik moet bekennen van niet. Ik heb de media wat gemeden. Bewust. Ik wou even afstand nemen. Ik weet wel dat er gesproken is over de groot-Nederlandse gedachte. Wat ik echt moet weten, sturen mijn medewerkers mij door.”

Dat deze zomer mooier is dan de vorige, zegt hij. Hij is op reis gegaan, voor het eerst in lange tijd, en hij heeft enkele festivals meegepikt. “Ik heb ook zelf een tweedaags testfestival georganiseerd: Walhalla in Sint-Niklaas. Het is verrijkend om het beleid eens in de praktijk te brengen. Ik ben nóg meer overtuigd van het covid safe ticket. Dat is een sterk instrument om veilig leuke dingen mogelijk te maken. Ik zou dat tijdelijk willen uitbreiden naar kleinere events zoals trouwfeesten, zodat mensen die gaan trouwen ook weer perspectief hebben.”

Of hij veel onbekenden heeft binnen gedraaid, wil ik nog weten. Een knipoog naar een veelbesproken interview in Terzake. Rousseau grijnst even. “Dat hang ik beter niet aan uw neus. Of toch niet in een interview. (lacht) Alleen dit: ik heb veel gezien dat niet katholiek is, vooral op de toiletten. (weer ernstig) Het eerste uur van de eerste festivaldag was awkward. Je zag iedereen onwennig rondkijken. Mogen wij hier nu echt álles? Maar daarna was het alle remmen los. Er is superveel gezopen. ‘Het is ongezien dat duizend mensen zoveel verzetten’, zei de brouwer. (lacht) Let wel: alles is vredevol verlopen. En om 1 uur hebben we de tent afgesloten.”

De Belgische vlag

We gaan het land hervormen net zoals honderd jaar geleden. We nestelen ons in de kamer waar toen de koning zijn prominenten ontving. Geen koffie voor Rousseau, alleen plat water. Beginnen doen we met het politieke luik.

Welke politieke hervorming wil u voor dit land?

“Het aantal parlementsleden moet naar beneden, daar heb ik vorig jaar al voor gepleit in deze krant. Het kiesstelsel moet grondig hervormd worden. In twee richtingen. Ten eerste moeten de mensen ministers en andere kopstukken kunnen afrekenen op hun daden. Waarom kunnen West-Vlamingen niet op mij of op Frank Vandenbroucke stemmen? Dat is niet logisch. Wij maken mee het nationaal beleid. De mensen moeten onze daden kunnen evalueren. Ten tweede moet de kloof kleiner. De kiezers moeten zich kunnen herkennen in hun vertegenwoordigers in het parlement. Dat betekent kleinere kieskringen. Ik pleit daarom voor een nieuw kiesstelsel met twee sporen.”

Wordt dat niet ingewikkeld?

“Niet noodzakelijk. Nieuw-Zeeland heeft een gelijkaardig systeem. Wat ik voorstel, is zeker niet zaligmakend, maar volgens mij wel noodzakelijk. Het zal de politiek dichterbij de mensen brengen. Een deel van de zetels kan via een Vlaamse kieskring verdeeld worden, een ander deel via kleinere kieskringen.”

Waarom een Vlaamse kieskring en geen federale?

“Dat kan ook voor mij. Al kan de taalbarrière misschien een klein obstakel zijn. Daarom pleit ik nu voor een Vlaamse kieskring. Dat moet de eerste belangrijke stap worden. Maar finaal kan dat zeker een federale kieskring worden.”

Het valt op dat u zich zelden mengt in grote debatten over Vlaanderen en België. Boeit u dat niet?

“Jawel, toch wel. Maar dat is geen doel op zich voor mij. Ik kijk vrij pragmatisch naar het communautaire debat. Corona heeft aangetoond dat er qua organisatie dingen foutlopen in dit land. Het moet dus anders. Voor mij staan twee principes voorop: efficiëntie en solidariteit.”

Conner Rousseau met journalist Paul Cobbaert.
Conner Rousseau met journalist Paul Cobbaert. © Christophe De Muynck

Welke vlag ziet u liefst?

“Ik zie liever de Belgische vlag dan de Vlaamse. Maar ik ben evengoed fier om Vlaming te zijn. Dat is geen tegenstelling voor mij. Ik ben voor een federaal België met sterke regio’s.”

Wat vindt u van een fusie met Nederland?

“Ik vind dat een rare gedachte. Wij hebben toch weinig gemeen met Nederland? Wij zijn Bourgondiërs, Nederlanders niet. Ik vind het vreemd dat de Vlaams-nationalisten zo naar Nederland kijken. Ze willen dus eerst afsplitsen, om dan weer samen te smelten. Zouden ze dat eigenlijk wel menen, vraag ik me soms af. Of is dat om aandacht te zoeken?”

Er zitten ook orangisten in uw partij.

(haalt schouders op) “Wij zijn een brede beweging geworden. Ik kan me goed voorstellen dat er verschillende ideeën leven.”

U moet het niet ver zoeken. ‘Eminence grise’ Louis Tobback is een overtuigd orangist.

“Is dat zo? Dat wist ik zelfs niet. Ik moet daar eens met hem over spreken. Misschien kan hij mij inspireren. (lacht) Al denk ik niet dat het zal lukken. Ik heb totaal geen voeling met Nederland.”

Gelooft u in de Europese Unie?

“Ja, maar niet in een Verenigde Staten van Europa. De Unie moet zich sterk tonen op domeinen waar ze sterk kan zijn, zoals klimaat en fiscaliteit. Ik vind wel dat paljaslanden zoals Hongarije en Polen eruit mogen. Sorry voor mijn taalgebruik, het is al even geleden dat ik een interview gaf. (glimlacht) Neen, ik vind hun visie op gelijke rechten voor holebi’s en transgenders totaal onaanvaardbaar. Wij subsidiëren die landen en zij schenden de mensenrechten.”

Dat debat is voor een volgende keer. Wat is uw economische hervorming?

“Het doel is een begroting in evenwicht tegen 2030. Dat moet wel een gezonde begroting zijn met ruimte om te investeren in de volgende generaties. En hoe komen we daar? Door enerzijds een fiscale hervorming. Minder lasten op arbeid, meer op vermogen. Minder lasten op kleine zelfstandigen, meer op grote multinationals. (benadrukt) Maar anderzijds ook door nú te investeren. Ik geloof in het Keynesiaanse model. Investeringen in de toekomst – dat betekent in klimaat, gezondheid en innovatie – betalen zichzelf dubbel en dik terug.”

© Christophe De Muynck

Kan u dat concreet maken?

“Ik ben voorstander van een investeringsnorm van vier procent. Dat betekent dat de overheid elk jaar vier procent van het bbp (bruto binnenlands product, red) moet investeren. (op dreef) Dat zou écht een wezenlijk verschil maken. Dat zou zelfs revolutionair zijn. Vandaag wordt op drie procent gemikt. Het bbp is zowat 450 miljard euro. Dat zou een verschil betekenen van 4,5 miljard euro per jaar.”

Is het geen utopie te denken dat het tekort zal verdwijnen door meer te investeren?

(feller) “Neen. Je moet naar de terugverdieneffecten kijken. Als je de files oplost door te investeren in openbaar vervoer, dan zal je dat geld opleveren.”

Vindt u een begroting in evenwicht écht belangrijk? Dat was in het verleden zelden een prioriteit voor socialisten.

(zucht) “Dat is een broodjeaapverhaal. We hebben een sterke overheid nodig. Ik ben daar rotsvast van overtuigd. Dat is ook gebleken in deze coronacrisis. Tegenstanders van een sterke overheid wijzen steevast op het slechte budgetbeheer. Als je wil dat de mensen geloven in een sterke overheid, dan moet je verstandig omspringen met belastinggeld. Máár: ik wil geen evenwicht door ons kapot te besparen.”

Wat is uw maatschappelijke hervorming?

“Dat vertrekt vanuit mijn persoonlijk engagement. U weet dat ik al vele jaren jeugdkampen organiseer in Nieuwpoort. Ik zie daar dat niet alle kinderen gelijke kansen krijgen. En daar niet alleen. Ook in het onderwijs. Ik krijg veel mails binnen van leerkrachten. En wat is zó vaak het probleem? Dat ouders niet bereikt kunnen worden omdat ze geen Nederlands spreken. Dat moet veranderen. We moeten verplichte taallessen invoeren voor ouders die geen Nederlands spreken. Dat is in het belang van het kind, maar óók van de ouders zelf. Het is aan de politiek om gelijke kansen te creëren. Dat staat voorop. Maar de mensen moeten de kansen ook grijpen. Veel kansen worden gemist door een gebrek aan taalkennis. We moeten daarom de mensen verplichten om de kansen te grijpen.”

U bewandelt gevoelig domein, zeker in progressieve kringen. Zal u kritiek krijgen op dit voorstel?

(droog) “Is er iets wat ik zeg waar geen kritiek op komt? Zou dat gevoelig domein zijn? Dat is mogelijk. Ik zit niet in die extreemlinkse woke-middens, integendeel. Maar ik zit wel in progressieve hoek. Je moet je altijd afvragen: wat is het doel en wat is het middel? Het doel is gelijke kansen. Het middel is verplichte taallessen. Dat is heel progressief, volgens mij. (op dreef) Als we mensen willen emanciperen, dan moeten we hameren op taal. Wie Nederlands spreekt, krijgt meer kansen. Denk alleen al aan de arbeidsmarkt. Dat is gewoon zo.”

Wat doet u met mensen die geen lessen willen volgen?

“Als we dat goed organiseren, zullen de meesten dat wel doen. En als iemand echt niet wil … (even stil) Ik zou daar nog eens goed moeten over nadenken. Wellicht moet er dan een sanctie komen. Maar ik wil dit verhaal op een positieve manier brengen.”

© Christophe De Muynck

U zwijgt niet over integratie en migratie. Wil u zo Vlaams Belang-kiezers terughalen?

“Ik zeg dit omdat het mijn overtuiging is. Mijn hart breekt als ik zie dat kinderen kansen ontnomen worden omdat hun ouders geen Nederlands spreken. Ik heb dat gezien op de kampen. Die kinderen vertrekken met een achterstand. Dat is zó pijnlijk. Ik wil dat aanpakken. Dat is waarom ik aan politiek doe. Ik wil geen taboes meer. Los daarvan: als de kiezers daarom terugkeren, zal ik dat zeker toejuichen.”

Een gast van 28

De oefening is gemaakt. De kaarten zijn gelegd. Of hij nog graag partijvoorzitter is, vraag ik hem. Zijn doen en laten wordt met argusogen gevolgd, tot in Marbella, als hij daar een weekje met vrienden op vakantie is. “Wat het eerste deel betreft: já, ik ben nog graag partijvoorzitter. Heel graag zelfs. Ik voel me bevoorrecht dat ik mee het beleid kan bepalen. Meer zelfs: the best is yet to come. Wat Marbella betreft: ik ben daar lastig gevallen door enkele marginalen met te veel drank op. (zucht) Is dat fijn? Zeker niet. Ik kan nochtans wat verdragen, hoor. Maar wat daar gebeurd is … (even stil) Vrienden die bedreigd werden, vriendinnen die uitgemaakt werden voor vuile linkse hoer, mij uitdagen door een halfuur voor mij te staan, mij zelfs fysiek aanraken. En daarna nog leugens verspreiden op sociale media. Het was er lós over. Weet ge: ik ben nog altijd een gast van 28 die graag eens met vrienden op reis gaat. Mag het nog? Ik volg de regels zoals ze voor iedereen gelden. Voor elke stap die ik zet, vraag ik het kabinet of het toegestaan is. Omdat ik geen fouten wil maken.”

Laatste vraag. Wat wordt hét debat van het najaar? Rousseau denkt lang na. “Het begrotingsdebat: dat is cruciaal voor mij. Wij willen daarin het verschil maken. Het mag niet zijn dat de gewone man weer de rekening moet betalen. Er is geld genoeg, maar het zit niet genoeg verdeeld. Ik ben heel benieuwd naar dat debat. Dat wordt dé test voor deze regering. Als ze dat debat overleeft, zal de rest ook goedkomen.”