“Achter de schermen hebben de West-Vlamingen wél gewogen”: Kersvers N-VA-fractieleider Axel Ronse over de kritiek op zijn partij

“Ik heb mijn geloof in de politiek teruggewonnen”, klinkt het enthousiast bij Axel Ronse. © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Bij het uitdelen van haar negen ministerposten is de N-VA onze provincie schandelijk vergeten. De nieuwe fractieleider in het federaal halfrond is wél een West-Vlaming. Axel Ronse: 43 jaar, voormalig schepen in Kortrijk, werkexpert en drie Ironman’s op zijn palmares. De man wil niet horen van het woord troostprijs. “Ik heb geen zin om Calimero te spelen.”

We zijn één dag na de eedaflegging van de regering-De Wever. “Ik heb mijn geloof in de politiek teruggewonnen”, klinkt het enthousiast bij Axel Ronse. “Ik was dat een beetje kwijt, omdat ik de voorbije jaren nooit échte verandering zag, zeker niet federaal. Elke regering was een grijze mengelmoes. De generatie die de voorbije weken aan tafel zat, durft wel haar eigen kleur te overstijgen en taboes te doorbreken. Dit wordt een historische regering die hervormt en doorpakt. Eindelijk!”

De Kortrijkzaan, die in juni de overstap maakte van het Vlaams parlement naar het federaal, was een van de belangrijkste onderhandelaars voor N-VA op de sociaaleconomische thema’s. “Ik voelde mij daar een beetje Alice in Wonderland. Het was heel fascinerend om de formatie vanop de eerste rij te mogen meemaken. Elke partij mocht voor elk thema twee onderhandelaars afvaardigen. Voor werk en pensioenen waren dat Jan Jambon en ikzelf. Wat mij opviel, was hoezeer iedereen opkeek naar de formateur, Bart De Wever. Hij steekt er toch bovenuit, hoor.”

Is deze Arizona-regering nu de strafste hervormingsregering ooit, zoals u enkele weken geleden voorspelde op sociale media?

“Ja. Ondernemers vallen omver als je vertelt wat we allemaal gaan doen. (op dreef) Het beste bewijs is de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Dat is een revolutionaire hervorming. De liberalen beloven dat al twintig jaar. De eerste keer dat zij niet meedoen, wordt dat gerealiseerd. En waarom is dat zo belangrijk? Omdat er te veel mensen vastzitten in dat systeem die daar niet thuishoren. Dat is verspilling van overheidsmiddelen. Als je vooraf weet dat je maximaal twee jaar zo’n uitkering gaat krijgen, ga je veel gemotiveerder zijn om werk te zoeken. (benadrukt) We mogen echt fier zijn op het akkoord. Werken zal eindelijk lonen en we maken komaf met de spilzucht van de overheid. Dat ik de fractie van de premier mag leiden, is daarom een grote eer – het voorrecht van mijn leven, zeg maar.”

Is dat zo? Wordt dit mooier dan schepen zijn?

(grijnst) “Dat is een stoute vraag. Ik was heel graag schepen van Cultuur en wij hebben ook goed gescoord in Kortrijk, dus ik had schepen kunnen blijven. Maar ik doe niet aan politiek voor de titels. Ik wil impact hebben. En vandaag denk ik dat ik grotere impact kan hebben in het parlement dan in Kortrijk. Een ander sociaaleconomisch beleid op poten zetten, is meer mijn roeping dan nieuwe musea en schouwburgen openen, hoe graag ik dat ook gedaan heb.”

Hoe wil u de rol van fractieleider invullen? Wordt u de bewaker van de partijlijn of van de regeringslijn?

“De twee. Wij gaan erop toezien dat het regeerakkoord integraal wordt uitgevoerd. Dat is dé prioriteit. Het eten is klaargemaakt, maar nu moet het ook nog opgediend worden. Als dat niet gebeurt, gaan wij heel kritisch zijn. Bovendien is er veel wetgevend werk te doen dat voortvloeit uit het akkoord.”

“Of ik minister had willen worden? Titels kunnen mij gestolen worden”

Had u niet stiekem gehoopt om zelf minister te mogen worden?

“Neen, echt niet. Dat is misschien atypisch, maar titels kunnen mij gestolen worden. Aan de onderhandelingstafel zitten, argumenten op tafel gooien, zien dat anderen daarin meegaan: dat zijn de mooiste politieke momenten voor mij. Nogmaals: ik wil impact hebben. Daarom ben ik in de politiek gestapt. Mijn werkgeluk was nog nooit zo groot als de voorbije maanden.”

Is het fractieleiderschap ook een troostprijs omdat uw partij onze provincie volledig vergeten is bij het uitdelen van haar negen ministerposten?

“Neen, zeker niet. Natuurlijk is het logisch dat een partij rekening houdt met de geografische spreiding bij de zichtbare functies. Maar dit is zeker geen troostprijs.”

Sander Loones noemde het eind juni in deze krant nog ‘ondenkbaar’ dat er geen West-Vlaamse minister zou zijn als N-VA in twee regeringen zit.

“Sander wou liever burgemeester van Koksijde worden. Hij heeft daar nooit een geheim van gemaakt. We hebben geen ministers, dat klopt, maar achter de schermen hebben de West-Vlamingen wél hun stempel gedrukt. Ten eerste Sander als hoofdonderhandelaar: hij heeft bergen werk verzet. Ook Maaike (De Vreese, N-VA-parlementslid uit Brugge, red.) en ik hebben onze stempel gedrukt. De hervormingen die wij doen op het vlak van migratie, zijn ongezien. Dat is mede dankzij Maaike.”

Axel Ronse noemt het regeerakkoord “revolutionair”.
Axel Ronse noemt het regeerakkoord “revolutionair”. © Christophe De Muynck

Blijft een feit dat uw partij onze provincie opnieuw vergeten is. Hoe komt dat?

(zucht) “Maar wij zijn niet vergeten. Dat wij daar met drieën hebben mogen onderhandelen, wil zeggen dat er hier talent zit en dat dat ook opgemerkt wordt. (denkt na) Hoe komt dat, vraagt u. Ten eerste omdat er minder mensen in deze regering zitten dan in de vorige regering. Er zijn deze keer geen staatssecretarissen benoemd. Dat is overigens een goede zaak. Ten tweede moet je eens kijken naar de namen die wel aangeduid zijn. Bart De Wever, Theo Francken, Jan Jambon: je kan daar niet omheen. Ook de vierde minister, Anneleen Van Bossuyt, is ijzersterk.”

Zij is bevoegd voor Asiel en Migratie. Zijn dat niet de domeinen die Maaike De Vreese het beste in de vingers heeft?

“Maaike zou dat zeker even goed doen. Zoals ik daarnet zei: zij heeft heel hard gewogen op het regeerakkoord. Maar wij zijn teamspelers. Wij zijn beschikbaar als ons iets gevraagd wordt.”

U klinkt opvallend gelaten. Vindt u het dan niet spijtig dat er geen West-Vlaamse minister is?

“Maar jawel, en ik begrijp ook dat u die vragen stelt. Ook van onze militanten krijgen we deze vragen. (wikt zijn woorden) Maar wat moet ik dan zeggen? Ik heb geen zin om Calimero te spelen. (fijn stemmetje) ‘Wij zijn onderbedeeld en dat is niet eerlijk, enzovoort.’ Bart stond voor een heel moeilijke keuze. Het zijn logische namen die weerhouden zijn. Ik kijk liever naar het positieve. Hebben wij impact op het parlement en het regeerakkoord? Het antwoord is twee keer ja.”

Dat er tout court geen West-Vlaming in de regering zit, zal nadelige gevolgen hebben voor onze provincie, zegt professor Carl Devos.

(pikt in) “Dat geloof ik niet. Het regeerakkoord bevat veel goede dingen. Als één provincie zal profiteren van de sociaaleconomische hervormingen, dan zijn wij het wel. (op dreef) Maaike en ik doen al vier jaar lang elke vrijdag bedrijfsbezoeken in West-Vlaanderen. Als je de bekommernissen van onze ondernemers naast het regeerakkoord zou leggen, mag je bijna alles afvinken. De uitbreiding van de flexi-jobs naar alle sectoren, meer fiscaal vriendelijke overuren, de afschaffing van de verplichte sluitingsdag, studenten die voortaan 650 uur per jaar mogen werken, nachtarbeid die om 24 uur begint, enzovoort: dat is niet weinig, hè!”

“Als één provincie zal profiteren van de hervormingen, dan zijn wij het wel”

Hoe kijkt u naar de invoering van de meerwaardebelasting? Jean-Marie Dedecker noemt dat immoreel en onethisch.

“Je moet het globale plaatje kijken. Ik vind dat verteerbaar omdat de totale belastingdruk daalt. Mocht dat niet het geval zijn, dan ga ik akkoord dat dit onverantwoord is. Deze regering kijkt in de eerste plaats naar de uitgavenzijde om te besparen. Dat is een gigantische ommekeer tegenover vorige regeringen. Wat je ook moet vermelden, is dat de werkgevers een miljard euro korting krijgen op hun RSZ-bijdrage. Dat is toch een forse compensatie voor deze belasting. Ik kan elke ondernemer recht in de ogen kijken.”

Dedecker is deze week trouwens vertrokken uit uw fractie. Betreurt u dat?

(haalt schouders op) “Jean-Marie zegt dat hij tachtig procent van het regeerakkoord steunt. Dat vind ik al mooi. Los daarvan is hij iemand die heel hard staat op zijn onafhankelijkheid. Laat hem dus maar doen, zou ik zeggen. Ik kijk al uit naar zijn tussenkomsten. (lacht) Hij zal altijd een vriend van de partij blijven.”

We hebben nog niet over de Noordzee gepraat, waar nu Annelies Verlinden (CD&V) bevoegd voor is. Hoe kijkt u naar de plannen daar?

“Goede vraag, maar dat is een hoofdstuk dat ik nog moet inlezen. Ik weet nog maar net dat ik fractieleider ga worden, dus het is nog wat nieuw voor mij. De voorbije jaren hield ik me vooral bezig met mijn specialisaties. Als fractieleider moet je alle domeinen opvolgen. Dat wordt een boeiende uitdaging. Ik heb alleszins begrepen dat Annelies graag aan onze kust verblijft, dus dat belooft. Ik vrees ook dat Trump niet content zal zijn, want hij wil daar alle windmolens weg. Dat gaan we dus niet doen. (lacht) Ook goed nieuws voor onze provincie is dat de Mug-heli eindelijk gefinancierd zal worden.”

Wat ik mij nog afvraag: wat als deze regering effectief de ambities en de doelstellingen inlost? Wordt dan niet bewezen dat België wel degelijk werkt?

“Dat vind ik niet, neen. Je zit vandaag in een unieke situatie. Wie had kunnen voorspellen dat er in het zuiden van het land een centrumrechtse meerderheid zou zijn? Als zo’n unieke situatie zich voordoet, kan je niet aan de kant blijven staan. Je moet deze regering dus ook zien als een gigantisch toeval. Vlaanderen en Wallonië blijven twee aparte democratieën. Je voelt dat ook als je aan de onderhandelingstafel zit. Er is een taalbarrière, er is een andere cultuur. De Waalse partijen zijn veel meer gericht op Frankrijk, terwijl wij meer naar het noorden kijken. Ik blijf daarom rotsvast overtuigd van het confederalisme.”

In het regeerakkoord staat wel dat deze regering de viering van 200 jaar België en ook 60 jaar federalisme zal voorbereiden. Hoe ironisch kan het worden?

(verrast) “Is dat zo? Die zin heb ik zelfs niet gelezen. Vergis u niet: het communautaire blijft belangrijk voor mijn partij. Het is geen toeval dat de premier zelf bevoegd is daarvoor en dat hij ook een en ander zal uitwerken. Wat wel zo is, is dat het Vlaams-nationalisme evolueert. Wij zijn pragmatischer geworden. Op dit moment staat het huis in brand. Als we nu de Vlaamse welvaart kunnen verbeteren door federaal dringende sociaaleconomische hervormingen door te voeren, dan gaan wij niet aan de kant staan. Deze hervormingen gaan er trouwens voor zorgen dat de transfers dalen. Dat zijn dus per definitie ook communautaire hervormingen.”

Tot slot: zal u als fractieleider nog tijd hebben voor een Ironman?

“Zeker. Sport is niet iets wat tijd wegneemt. Sport is iets wat extra energie geeft en er dus voor zorgt dat je beter rendeert. In juni staat mijn vierde Ironman op de agenda: Open Lakes, in de Champagnestreek. De vorige jaar dateert al van twee jaar geleden, dus ik ben heel benieuwd. We gaan nog eens volle gas geven.”

En daarna het voorzitterschap van de partij?

(lacht) “Het is veel te vroeg om daar iets over te zeggen. De procedure moet nog opgestart worden. We zien wel wat dat wordt.”

Partner Content