Nathalie Muylle na haar eerste week als minister: “Ik heb geen seconde getwijfeld”

foto Belga © belga
Philippe Verhaest

Een complete verrassing, zo omschrijft Nathalie Muylle het telefoontje van Hilde Crevits met de vraag om Wouter Beke op te volgen als federaal minister. “Maar ik heb geen seconde getwijfeld”, onderstreept de volbloed Roeselaarse politica. “Ik werk al jaren keihard op lokaal én nationaal niveau en ook deze job wil ik tot in de kleinste details goed doen. Al is mijn leven er wel een pak drukker op geworden…”

We ontmoeten Nathalie Muylle in alle vroegte in haar schepenkantoor in het stadhuis van Roeselare. Buiten brengen de marktkramers hun waren tijdens de wekelijkse dinsdagmarkt aan de man, maar de nieuwbakken federaal minister van Economie, Werk en Consumentenzaken neemt even tijd om te bezinnen. Dat ze de plek toch wel zal missen, geeft ze toe. “Roeselare zit in mijn hart, hé. Ik heb hier negen jaar lang als schepen fantastisch werk kunnen leveren en met topmensen samengewerkt. Dat vergeet ik nooit.”

Hoe bent u eigenlijk in de politiek beland?

“Via mijn echtgenoot. Na onze jaren aan de KU Leuven verhuisden we samen naar Beveren-Waas, waar mijn man CVP-jongerenvoorzitter was. We zijn er getrouwd, onze dochter werd er geboren… En eigenlijk was het ons plan om daar ons leven uit te bouwen. Begin jaren negentig werd ik er lid van de lokale CVP-afdeling en gaandeweg wilde ik daar aan politiek doen. Maar toen kreeg mijn echtgenoot de kans om bij de Boerenbond aan de slag te gaan. Hij kon kiezen tussen Limburg en West-Vlaanderen. We opteerden logischerwijs voor die laatste plek en belandden zo opnieuw in mijn geboortestad. En hier stond ik bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 voor het eerst op de lijst van CD&V… De rest is geschiedenis.”

U legde al een mooi parcours op lokaal niveau af en bewees dat u ook op federaal vlak heel wat in uw mars had, maar nu komt er een compleet nieuw hoofdstuk op u af.

“En daar ben ik oprecht blij mee. Al zag ik die kans echt niet op me afkomen. Vorige dinsdag trok ik in alle rust naar het partijcongres om onze deelname aan de Vlaamse regering goed te keuren. Als trouwe militant moest ik daar uiteraard aanwezig zijn en ik beleefde een erg rustige avond. Onze burgemeester Kris Declercq bood me nadien een lift richting Roeselare aan en het was op de achterbank van zijn wagen dat ik plots de naam van Hilde Crevits op mijn smartphone zag oplichten. Ze had een vraag, zei ze. Of ze me mochten voordragen als vervanger van Wouter Beke in de federale regering van lopende zaken. Ik wist niet wat ik hoorde. Uiteraard was de voorwaarde dat de algemene vergadering Wouter Beke ook effectief als Vlaams minister zou bekrachtigen. Ik kon enkel in spanning afwachten.”

Met duizend-en-één vragen reed u dus richting Roeselare…

“Klopt! Gelukkig zat Kris naast me. Hij fungeerde als het perfecte klankbord op dat moment. Toen ik iets na middernacht thuis was, belde Wouter Beke me zelf op. Alles was in kannen en kruiken. Ik kon hem opvolgen.”

Hebt u meteen ja gezegd?

“Ik heb, echt waar, geen seconde getwijfeld om de sprong te wagen. Hiervoor doe je toch aan politiek? Ik werk al jaren keihard. Als schepen én als federaal parlementslid. Het is een eer om als minister het werk van Wouter Beke te mogen voortzetten. Ik heb meteen de klik gemaakt en focus me nu helemaal op het federale niveau. Het is veel uren kloppen, maar ik geniet van elk moment.”

Beschouwt u dit ministerschap als de kers op uw politieke taart?

“Mijn carrière bevindt zich allesbehalve in een eindfase, maar dit is een mooie beloning voor de voorbije jaren. Ik bevond me op het juiste moment op de juiste plaats en de partij apprecieert wat ik doe. Nu is het aan mij om nog een tandje bij te steken. Ik ben niet de grote mediafiguur of tafelspringer die alle aandacht naar zich toe zuigt, ik beheers liever mijn dossiers tot in de puntjes. De afgelopen vijftien jaar heb ik achter de schermen veel werk verzet. Ik ben al even lang lid van de commissie Volksgezondheid en heb daar een pak ervaring kunnen opdoen.”

U bent een werkmier, met andere woorden.

(glimlacht) “Zo kan je me wel omschrijven, ja. Doordoen en niet omkijken. Het zal een typisch West-Vlaams trekje zijn, zeker? Maar daar ben ik wel trots op. Die visie heb ik ook als schepen in Roeselare altijd gehanteerd.”

Nathalie Muylle houdt haar gezin graag dicht bij haar. Boven v.l.n.r. Charlotte, de partner van Sara, Nathalie en dochter Sara. Zittend: zoon Jasper en echtgenoot Maarten Stuer. (gf)
Nathalie Muylle houdt haar gezin graag dicht bij haar. Boven v.l.n.r. Charlotte, de partner van Sara, Nathalie en dochter Sara. Zittend: zoon Jasper en echtgenoot Maarten Stuer. (gf)© (gf)

Daar zegt u zoiets: door uw job als minister moet u afscheid nemen als schepen van Roeselare. Hoe gaat u daar mee om?

“Dat is niet eenvoudig, moet ik zeggen. Vandaag (dinsdag 8 oktober, red.) heb ik mijn bureau ‘overgedragen’ aan mijn vervanger Tom Vandenkendelaere. Best een emotioneel moment. Ik geef al negen jaar, dag in dag uit, het beste van mezelf voor deze mooie stad. Dat engagement is van de ene dag op de andere gestopt. Toen ik hier vorige week dinsdag vertrok richting partijcongres kon ik me niet inbeelden dat ik deze plek zou moeten opruimen. Ik zal vooral de mensen missen. Ik probeerde altijd zo dicht mogelijk bij mijn team te staan en we hadden nog een pak plannen om uit te werken. De metamorfose van Beitem en Beveren, de bouw van ons nieuwe stadskantoor, het kunstencentrum aan De Spil… Het is vreemd om die zaken nu af te geven, maar ik krijg er wel iets moois voor in de plaats. En ook in de Hertogstraat in Brussel, waar mijn kabinet te vinden is, staat een topteam voor me klaar.”

Ik ben een werkmier. Doordoen en niet omkijken. Typisch West-Vlaams, zeker?

Waar Nathalie Muylle wel zal moeten leren mee leven, is dat je de zaken op federaal niveau minder snel in beweging kan zetten dan in een stadsbestuur. “Ik werk nu op een ander niveau, maar het belang voor de burger is minstens even groot.”

Politiek op lokaal en nationaal niveau mogen dan wel van elkaar verschillen, de fond blijft dezelfde, zegt Nathalie Muylle. “Voor elk dossier moet je met de betrokken partners overleggen, niks over het hoofd zien. Maar ook nu zal ik zaken in beweging kunnen zetten. Ik werk vanop een ander niveau, maar het belang voor de burger is minstens even groot.”

Hoezo?

“Dat mocht ik tijdens mijn eerste week al merken. Als minister van Werk en Consumentenzaken belandde het dossier rond het faillissement van Thomas Cook op mijn bureau. Dat gaat over de toekomst van meer dan vijfhonderd mensen, hé. En straks staat de Brexit voor onze deur. Ik wil me als minister bekommeren om de gevolgen voor West-Vlaanderen en onze bedrijven. Wat als die vele Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs straks niet de juiste documenten bij zich hebben om de oversteek richting Verenigd Koninkrijk te maken? Dan ontstaan er files van Kortrijk tot aan de kust. Zo’n zaken moeten we proberen te vermijden. En dat kan je enkel doen door nu degelijk werk te leveren.”

Nathalie Muylle:
Nathalie Muylle: “Nee ik ben niet de grote mediafiguur of tafelspringer. Ik beheers liever mijn dossiers.”© Stefaan Beel

Er komen dus erg drukke tijden op u af.

“Ik prijs me vooral gelukkig dat ik me over deze materie kan en mag buigen. Een veelgehoorde kritiek is dat minister in een regering in lopende zaken geen volwaardig ambt is, maar dat wil ik met klem tegenspreken. Het is veel meer dan enkel op het huis letten. Het land draait verder en dat moeten wij dus ook. Op volle toeren.”

Het federaal niveau is u allesbehalve vreemd, want in 2011 lag u met de wet Muylle-Vandenbergh mee aan basis van het algemeen rookverbod.

“Iets wat toen op bakken commentaar onthaald werd, maar ondertussen algemeen aanvaard is. En wat minder mensen weten: er werd in 2016 ook een wet-Muylle goedgekeurd. Die maakt het sindsdien mogelijk dat psychologen officieel erkend worden. Ik heb tien jaar aan dat wettelijk kader gewerkt.”

Houdt u er rekening mee dat uw verblijf op federaal niveau tot enkele maanden beperkt kan blijven?

“Uiteraard. Er zijn nog veel onduidelijkheden in dit verhaal. Wanneer krijgen we een nieuwe federale regering? Zal CD&V opnieuw mee aan boord zitten? Maar voor Nieuwjaar verwacht ik geen witte rook. Ik ga nu elke dag aan de slag met het idee dat dit om een permanente functie gaat. Ik zet me voor de volle honderd procent in. Voor onze partij, maar vooral voor dit land en zijn inwoners.”

‘Depanneren’ is dus een verkeerde omschrijving?

“Dat is het in geen geval. Het land mee besturen en regeren. Enkel dat is correct.”

Wat als de nieuwe federale regering een plek heeft voor Nathalie Muylle als minister?

“Dan zal ik die situatie zeker van dichtbij bekijken. Zoveel is zeker. Indien dat niet het geval is, keer ik gewoon terug naar Roeselare. Nu ben ik, zoals dat officieel heet, verhinderd om als schepen aan te blijven. Maar ik kan straks perfect gewoon weer in mijn eigen stad aan de slag. En wie weet staat ons nieuwe stadskantoor dan al in de steigers.” (knipoogt)

Ziet uw leven er nu helemaal anders uit?

“Toch wel. Mijn agenda wordt nu voor mij ingevuld. Veel witte gaatjes zijn er niet meer, maar je hoort me niet klagen. Ik ben in een nieuwe en heel boeiende wereld terecht gekomen en leer elke dag bij. Ik probeer me zo goed en zo snel mogelijk in te studeren en wil de komende weken heel veel sleutelfiguren voor mijn bevoegdheden zien en spreken. Gelukkig zit ik dagelijks vier uur in de wagen van en naar Brussel. Die tijd gebruik ik haast integraal om te lezen en te studeren. Elke ochtend komt mijn chauffeur me omstreeks 6.30 uur thuis ophalen, maar ik weet niet wanneer ik terug in Roeselare ben. Gelukkig heb ik op dat vlak snel de klik gemaakt.”

Heeft u al een appartementje in het Brusselse?

(grinnikt) “Neen. Tot nu toe heb ik elke nacht in mijn vertrouwd Roeselaars bed doorgebracht. Dat wil ik in de toekomst ook zo houden, al besef ik ook wel dat er avonden en nachten zullen zijn dat ik in Brussel zal moeten doorbrengen. Vergaderingen tot in de late uurtjes en ‘s ochtends vroeg opnieuw paraat moeten staan, dan ben je het aan jezelf verplicht om bijvoorbeeld op hotel te overnachten. Maar Roeselare zal altijd mijn houvast blijven. Ook nu ik minister ben.”

Over Roeselare gesproken: na uw studies in Leuven zei u nooit meer terug te zullen keren naar Roeselare. Is dat even anders gelopen…

“Dat kan je wel stellen. Met dank aan mijn man, hé. Maar ik ben apetrots om mezelf Roeselaarse te kunnen noemen. Deze stad heeft zo’n grote gedaanteverwisseling ondergaan. Vroeger stond Roeselare bekend als een eerder grijze centrumstad, nu is het een bruisende en dynamische plek geworden. In die mate zelfs dat Roeselare ook in Brussel naar voren wordt geschoven als schoolvoorbeeld van hoe je de zaken bijvoorbeeld op vlak van stadsontwikkeling en lokale economie moet aanpakken. Ik ben blij dat ik daartoe mijn steentje heb kunnen bijdragen.”

Zondagavond blijft heilig. Dan eten we iets met ons gezin en praten we over de gewone dingen des levens

Wat is uw mooiste verwezenlijking als schepen?

“Ik heb er twee. Ons nieuwe zwembad op Schiervelde is een regelrecht schot in de roos. In amper twee jaar tijd hebben we de daad bij het woord gevoegd en de bezoekersaantallen geven ons gelijk. We hebben de Roeselarenaar opnieuw een zwembad op maat van deze stad gegeven. En ook de Trax-site schat ik hoog in. Die site kon even goed tot een stadskanker uitgegroeid zijn, nu is het een nieuwe creatieve pleisterplaats.”

Tom Vandenkendelaere vervangt u als schepen. De juiste man op de juiste plaats?

“Zeker. Hij zou in januari 2021 sowieso aan het schepencollege toegevoegd worden, nu kan hij al wat eerder ervaring opdoen. Een fijne kerel die barst van ambitie en talent. Hij heeft binnen de partij nog een mooie toekomst voor zich. In principe neemt hij mijn bevoegdheden als schepen Omgevingsvergunningen en stadsontwikkeling, Onderwijs, Patrimonium en Wijkhuizen van mij over. Ik heb er alle vertrouwen in dat hij het schitterend zal doen.”

Zal u als minister nog de tijd hebben om de Roeselaarse politiek te volgen?

“Daar maak ik zelfs een punt van. Ik blijf gemeenteraadslid en de maandelijkse gemeenteraden staan nu al in mijn agenda geblokkeerd. Ik blijf ook deel uitmaken van het meerderheidsoverleg en de mensen kunnen me hun vragen blijven voorleggen. Roeselare laat ik niet los.”

Hoe reageert de gewone man in de straat op uw ministerschap?

“Ik ben oprecht gecharmeerd door de warme reacties die ik krijg. Vooral op ‘eenvoudige’ plaatsen, zoals bij de kapper of de bakker. Dat doet me veel deugd. De mensen zeggen dat ze trots op me zijn en dat ze het vooral een eer vinden dat Roeselare opnieuw een minister in de rangen heeft. Ik ben trouwens de eerste vrouw van deze stad die zich minister mag noemen.”

Is er nog tijd voor een leven naast de politiek?

“Toch wel. Onze zondagavond blijft ook nu heilig. Dan proberen we met het gezin samen iets te eten en over de gewone dingen des levens te praten. Onze zoon Jasper volgt het laatste jaar Rechten en zit tot eind dit jaar op Erasmus in Kopenhagen en we zijn ook net de trotse grootouders geworden van een flinke meid: Lou. Zij is het licht in ons leven. ‘s Ochtends een foto van die kleine spruit ontvangen en ik kan er weer helemaal tegenaan.”