Mobiliteit en verkeer uitdaging voor schepen Trui Lambrecht in Ingelmunster

Trui Lambrecht (rechts), met haar echtgenote Tineke in hun nieuwbouw. (foto FODI)
Redactie KW

Op 1 januari begon Trui Lambrecht aan haar politiek mandaat als schepen van De Brug/N-VA en Open VLD. Trui stond voor de eerste keer op de lijst en werd met 631 stemmen direct verkozen tot schepen. De Ingelmunsterse wordt zes jaar fulltime schepen. Ze zette haar job bij De Lijn in Oostende immers on hold.

In haar tienerjaren en ook erna was Trui Lambrecht een bezige bij. Ze zette zich toen al in voor de bevolking. Ze werd hoofdleidster bij Chiro Jefri, was vele jaren actief als volleybalspeelster en later werd ze ook voorzitter van damesvolleybalclub Divo Ingelmunster. In de vorige legislatuur werd Trui ook al gepolst om deel te nemen aan de verkiezingen. “Zolang ik voorzitter was van de volleybalclub deed ik dat bewust niet”, zegt Trui Lambrecht. “Maar de politiek zit wel in mijn genen. Mijn oma zaliger Maria D’Heygers was jarenlang actief als CD&V-schepen in Meulebeke. Mijn mama was dan weer heel sociaal actief in Ingelmunster.”

“De Brug kwam vragen of ik op hun lijst wilde staan”, gaat de nieuwe schepen verder. “Ik heb dat eerst grondig overwogen en was akkoord om als onafhankelijke mee te werken. De SP.A en CD&V hadden ook goede punten en ik heb bij die politieke partijen eveneens vrienden, maar het project van burgemeester Kurt Windels (De Brug) trok mij het meest aan. Op 14 oktober nam ik voor de eerste keer deel en ik werd verkozen. Dat ik al direct schepen zou worden, is toch wel een verrassing.”

Slapeloze nachten?

Trui wordt schepen van Verkeer en Mobiliteit, Jeugd, Evenementen, Toerisme, Ontwikkelingssamenwerking en Fairtrade en Vrijwilligerswerk. Haar voorganger Martine Verhamme beleefde meer dan één slapeloze nacht door de bevoegdheid Verkeer en Mobiliteit. Zit Trui al met schrik voor de toekomst? “Ik werkte 20 jaar bij De Lijn, waardoor ik veel af weet van verkeer en mobiliteit. In de komende jaren wordt De Lijn helemaal hervormd met vervoerregio’s. De gemeenten – ook kleine gemeenten – moeten mee op de kar springen. De bussen moeten net zoals de treinen hier blijven rijden en halt houden. Voor mezelf zie ik daar een grote uitdaging in om dat tot een goed einde te brengen.”

“Ik weet dat er in onze gemeente wel eens problemen zijn met mobiliteit en verkeer. Misschien vind ik een andere invalshoek om bepaalde dingen te verbeteren en/of op te lossen? Ik besef dat het niet gemakkelijk zal zijn. Mensen waarschuwden mij al dat ik wel eens tegen een muur zal botsen. Ik wil mij heel goed voorbereiden door de dossiers goed te bestuderen. Ik zal dus vaak in het gemeentehuis te vinden zijn. Ik vraag ook raad aan mijn vroegere collega-schepenen. Of ik het schepenambt onderschat? Ik denk het niet. Ik heb daarom mijn werk bij De Lijn opgezegd om mij zes jaar lang volledig te kunnen focussen op deze functie.”

Met de fiets

Ingelmunster heeft er een fietsende schepen bij, want zowel Trui als haar echtgenote Tineke kom je meestal met de fiets tegen. “Naar Oostende fietsen is ver, het gemeentehuis is nu wel dichtbij”, glimlacht levensgenieter Trui. “We hebben veel vrienden, gaan graag uit en komen graag onder de mensen. Maar we genieten ook wel van eens samen thuis in onze nieuwbouw te zijn.”

In 1992 leerden Trui en Tineke elkaar kennen. Toen stond de holebigemeenschap nog niet zo in de kijker. “Gelukkig konden Tineke en ik daar goed over praten met onze ouders. Op 20 juni 2009 zijn we getrouwd en we zijn nog altijd gelukkig samen. Ik zal present zijn wanneer de Regenboogvlag in mei wordt gehesen aan het gemeentehuis”, besluit Trui.

De meiskes van de azalea’s

Op 31 mei 1994 overleed Bernice D’haene en op 25 maart 1998 stierf Yvonne Rosseel. Zowel Trui als Tineke verloren hun mama’s aan kanker. Vandaar dat beiden zich al jaren inzetten voor Kom op tegen Kanker. In de buurt waar ze wonen worden Trui en Tineke wel eens aangesproken als de meiskes. Voor Kom op tegen Kanker verkopen ze ieder jaar maar liefst 1.100 azalea’s. “Tineke en ik doen het al een 15-tal jaar. De verkoop van azalea’s richt zich op onderzoek. Ik vind het belangrijk dat er veel onderzoek wordt gedaan, waardoor er nieuwe medicijnen of behandelingen worden uitgevonden. We kunnen rekenen op veel vrijwilligers die in september altijd meehelpen. Sommige mensen verkopen spontaan één doos azalea’s op hun wijk”, zegt Trui, die ook stilstond bij De Brigands. “In mei fietsen we met twee teams mee voor de 1.000 km van Kom op tegen Kanker. Per team verzamelen we 5.000 euro in. Een onvergetelijke gebeurtenis. Ik ben nu 49 jaar, de leeftijd waarop mijn mama overleed. Ik denk nog meer aan haar en hoop zeker gespaard te blijven van ziekte.”

“Twee wereldreizen van zes maanden”

Trui en Tineke houden van reizen. “In 2001 maakten we voor zes maanden een wereldreis en ook in 2011 trokken we voor zes maanden erop uit. In 2001 reisden we van noord naar zuid met de bus in Zuid-Amerika. We bezochten Ecuador, Chili en Argentinië tot Ahuja. In 2011 ondernamen we met de camper een trektocht in Nepal. We genoten van het Himalayagebergte, Cambodja, Australië en Nieuw-Zeeland. We zijn ook al verschillende keren in Zuid-Afrika geweest. Verder bezochten we al Maleisië, Thailand… In de toekomst willen we zeker nog eens reizen naar Namibië en Nieuw-Zeeland. We hebben goede vrienden wonen in Amerika. Die zijn hier al verschillende keren geweest en wij naar daar. Met onze buitenlandse vrienden zouden we ook nog graag eens een reis ondernemen, maar ik ben nu schepen en besef dat het niet meer mogelijk zal zijn om zes maanden verlof te nemen voor een wereldreis”, lacht Trui. “Maar Tineke en ik zullen in de zomer wel nog eens op reis gaan. We hebben een eigen plooicaravan en Zuid-Frankrijk is zo ver niet. Kortom, we gaan graag overal naartoe.”

“Waarom ik graag reis? Ik ben zo geboren. Het zit in mijn genen om andere culturen en mensen te leren kennen. De voorbije zomer zijn we nog naar Colombia geweest. Ik vind het altijd leuk om met andere mensen te spreken, om hun leven te ontdekken. We slapen niet in sterrenhotels, wel bij de bevolking zelf of in kleinschalige hotelletjes. Of we al gevaarlijke situaties meemaakten? Gelukkig werden we daarvan gespaard. We waren wel eens bang in Zuid-Amerika, maar we stonden nooit voor gevaarlijke situaties. Positief is dat ik Spaans spreek en dat ik dus versta wat de bevolking zegt. Ik herinner mij wel ons bezoek aan Chili. We waren te voet naar boven getrokken. De bevolking zei echter dat we terug moesten keren, omdat het daar gevaarlijk was. Op dat moment voelden we dat ook zo aan en keerden we snel

terug.” (PADI)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier