Maité Hellem komt uit politiek nest en werd in 2018 voor het eerst schepen: “Als kind gaf ik bloemen aan De Croo”

Marc Desender
Marc Desender Medewerker KW

Maité Hellem (34) kwam drie jaar geleden voor het eerst op voor de lokale verkiezingen. Ze schopte het meteen tot schepen van onder meer Cultuur en Feestelijkheden in Mesen. “De bloemetjes buitenzetten, daar hou ik van.”

Maar evengoed de bloemetjes afgeven. Op een plechtigheid of een receptie bijvoorbeeld. Dat deed ze al van toen ze heel klein was. “Mijn grootvader Jean Liefooghe was toen burgemeester van onze stad. Zo nodigde hij wel eens bevriende politici uit. En die werden met de nodige bloemen verwelkomd. Zo gaf ik ooit een boeket aan Guy Verhofstadt.”

“Ook Herman De Croo ontving van mij al een bos bloemen. Nog altijd ben ik binnen het schepencollege de aangewezen persoon om mensen te bedanken door het afgeven van een bloementuil. Onze burgemeester maakt er steeds weer een spelletje van door aan te kondigen dat er in het schepencollege wel één iemand is die de rol van bloemenmeisje het best kan vertolken. Aan de aanwezigen dan om te raden. Maar dat is nu ook zo moeilijk niet”, lacht ze.

Voltijds mama

Maité heeft gezien haar beroepsbezigheden in combinatie met haar schepenambt best wel een drukke agenda. Naast leerkracht aan het KTA Ieper is Maité ook thuisverpleegster, maar in de eerste plaats is ze voltijds mama. Haar dochter Anne-Lou (8) probeert ze alvast de nodige zelfstandigheid mee te geven. “Net zoals ik dat als kind meekreeg van mijn ouders, die beiden zelfstandigen waren. De indruk leeft bij mij dat er tegenwoordig nogal wat kinderen te veel gepamperd worden.”

“In de voetsporen treden van mijn opa, die burgemeester van Mesen was? Ik denk het niet”

Haar dochter heeft inmiddels de historische betekenis van haar geboortestad leren kennen. “Vaak vraagt ze uitleg over de gebouwen. Het is dan aan mij om het verhaal van de Ierse en Nieuw-Zeelandse aanwezigheid tijdens de eerste wereldoorlog te vertellen.”

Maité hoopt wanneer Anne-Lou wat ouder is, samen naar Nieuw-Zeeland te reizen. “De Maori-cultuur daar beleven, dat moet de grote uitdaging voor ons twee worden.” In afwachting blijft Maité zich inzetten voor de cultuur in haar stad. En daar hoort binnen afzienbare tijd een festival bij. “Eindelijk kunnen we weer denken aan feesten”, klinkt het hoopvol. Verder dan schepen worden reikt de ambitie van Maité niet. “In de voetsporen treden van mijn grootvader, nee, dat denk ik niet.”

(MD)