Vlaams Belang wil scherper veiligheidsbeleid in Roeselaarse stationsomgeving

De laatste weken waren er opnieuw verschillende incidenten aan het station. (foto SB) © STEFAAN BEEL
Thomas Dubois
Thomas Dubois Editieredacteur De Weekbode Roeselare – Izegem – Tielt

Filip Deforche wil een scherper veiligheidsbeleid in de Roeselaarse stationsomgeving. Dit na drie incidenten die de onveiligheid vergroten. Burgemeester Kris Declercq volgt de gedachte en verwijst verder naar de politieraad waar het probleem verder aangepakt kan worden.

Filip Deforche (Vlaams Belang) heeft een eigen horecazaak aan het Stationsplein. Hij maakt zich zorgen over de veiligheid in de omgeving. “Stationsomgevingen zijn inherent kwetsbaarder voor criminaliteit en overlast gezien ze per definitie een locatie zijn waar verschillende stromen van mensen samenkomen”, klinkt het. “Het zijn niet de woorden uit het verkiezingsprogramma van het Vlaams Belang, het is een letterlijk citaat, uit het antwoord van u burgemeester op een schriftelijke vraag van mij.”

“De stationsomgeving werd uitgerust met 34 bewakingscamera’s die de vaakst gebruikte camera’s in de politiezone vormen, schrijft u verder. Uit de cijfergegevens die u mij overmaakte, leer ik dat er op 6 maanden tijd 272 registraties van de politie waren in de stationsomgeving. Ik wil gerust abstractie maken van de 72 covid-gerelateerde interventies, maar dan kom ik nog op 200 registraties op 6 maanden tijd. Méér dan één registratie per dag. En dan is slechts het topje van de ijsberg, zoals we allemaal weten, want veel mensen doen – spijtig genoeg – geen aangifte meer.”

“Het is zeker niet de eerste keer dat ik in deze gemeenteraad over deze materie tussenkom. Dit is de zoveelste keer sinds ik in 2001 gemeenteraadslid werd omdat de problematiek te belangrijk is voor een centrumstad als Roeselare, voor een stad die het van de handel moet hebben en die dus liefst zo gunstig mogelijk in beeld komt.”

Criminaliteit

“Helaas echter! De stationsomgeving is veel te vaak het terrein van criminaliteit, van drugsverkoop, van ronduit stuitend gedrag van verschillende marginale figuren. De stationsomgeving die één van de belangrijkste toegangspoorten tot onze winkelstad is en zou moeten zijn, wordt te vaak ontsierd door allerhande incidenten en veelal een ronduit negatief beeld bij het verlaten van het station. Zelf bewoner zijnde van het Stationsplein zie ik – met spijt in het hart- hoe de buurt verder aan het afglijden is.”

“Daarom vragen wij voor de stationsbuurt een lik-op-stuk-beleid om deze evolutie te stoppen. Wij willen dat deze toegangspoort tot onze stad opnieuw een mooi beeld van zichzelf toont. Zo zullen de mensen ook tevreden naar onze stad terugkeren.”

“We vragen het stadsbestuur op korte termijn het veiligheidsbeleid in en rond de stationsomgeving aan te scherpen en elke overlast voortaan aan te pakken. Ongeacht of het dan gaat om drugsverkoop, fietsdiefstal, lastig vallen van voorbijgangers, vechtpartijen of andere vormen van overlast en/of criminaliteit. Net zoals we we hier om de zes maanden rapportering over willen krijgen.”

Brecht Vermeulen (N-VA) is het daarmee eens: “Het punt beroert ook onze fractie. De stationsbuurt wordt al vele jaren geciteerd als een buurt waar dingen gebeuren die het zonlicht niet mogen zien. Dus moeten er maatregelen genomen worden. Het is dan ook niet voor niets dat er 34 camera’s zijn, onder andere. Het politiekantoor zit ook in het station, maar ik zie het als een gemiste kans want het is een back-office dienst, enkel open tijdens de openingsuren. Dat betekent dat wanneer er snel een interventie moet zijn, dat men nog van verder moeten komen. Dan vraag ik mij af wat de rol is van het kantoor op deze plaats? Je zit er ook met twee gezichten, enerzijds volle terrassen, maar anderzijds ook veel leegstand. Wij gaan dit punt goedkeuren, want er moeten inspanningen gebeuren. Het aantal incidenten, op vaak erg gewelddadige manier, kan niet meer. Het is meer dan een eenmalig feit.”

Maximale inspanningen

Burgemeester Kris Declercq (CD&V): “Ik ondersteun het voorstel en de gedachte daarvan. Wij willen maximaal onze inspanningen doen en intensifiëren. Daarbij moeten we zien wat we kunnen doen, op welke manier vul je dat in, en dat is altijd een evenwicht. En dat ergert me het meest in sluitstuk van justitie dat er onvoldoende bestraffing is. Als ik op het parket blijf aandringen dat ze de dag erna toch weer los lopen, dan maakt dat geen indruk. Je zit met een duidelijk maatschappelijk probleem.”

“Dat wil niet zeggen dat we de vinger niet aan de wonde moeten houden. We voeren een lik-op-stuk-beleid, ook al is dat niet altijd even duidelijk. Wat het hoge aantal registraties betreft, gaat het vaak over gewoon controles. We moeten de cijfers goed kunnen bespreken met onze politiemensen. Voor hen is het ook frustrerend dat het einde van de schakel niet voldoet.”

“Wat de drie incidenten betreft, kreeg ik bij het eerste incident telefoon van de cafés. Ik heb toen navraag gedaan bij de politie. Het eerste feit was op 17 september. Daarbij wandelde een dronken Belg in de stationsbuurt. De mensen wilden hem helpen, maar hij verzette zich. Dat is doorgegeven als een vechtpartij. Enkele dagen later was er een vechtpartij met personen uit autochtone origine, maar het werd wel aangegeven aanvankelijk als allochtone betrokkenen. De feiten op 22 september gaat om een discussie over trakteren op café tussen drie personen die ontaardt in een vechtpartij, onder invloed van alcoholische drank.”

Plaatsverbod

“In het geval dat er een incident is, moet de politie uitrukken. Soms is dat met drie combi’s, dat toont indrukwekkend. Er zijn ook vechtpartijen geweest met meerdere personen, bv. in het voorjaar met Afghaanse jongeren. Daar is een problematiek rond. We weten wie ze zijn en hebben ze een plaatsverbod gegeven. Zelfs als het mensen zijn die in een opvangcentrum zitten.”

“Maar we moeten opletten dat we de buurt niet stigmatiseren. Mensen moeten er blijven genieten van een terrasje, maar mensen moeten wel weten dat de politie aanwezig is. Daarvoor dienen de camera’s. Veel van de registraties zijn genoteerd door de camera’s, dat betekent dat ze resultaat hebben. Wat de aanrijtijd betreft, zien we dat de politie erg snel ter plaats is. De politie kan de daders quasi altijd vatten. Na de drie incidenten is de opdracht gegeven om waar nodig repressiever op te treden. Het probleem is dat de politie-aanwezigheid geen schrikeffect meer heeft. We gebruiken de mogelijke middelen, ook al is dat niet altijd evident.

“Kort samengevat! Ik deel de bezorgdheid. We zitten er bovenop. En ik stel voor dat we dit verder op de politieraad bespreken. Ik vind het belangrijk dat de mensen van de politie hier bij aanwezig zijn. Ik wil het voorstel volgen, maar met diens verstande dat we het beleid verder zetten, het deel intensifiëren en dat we de rapportage via de politieraad doen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier