Ellen Goes behaalde drie jaar geleden haar eerste zetel in de gemeenteraad: “Ik twijfelde niet en greep het schepenambt met beide handen”

Ellen Goes. (foto HV)

Schepen van Sociale Zaken Ellen Goes (CD&V-Nieuw) verraste bijzonder bij de lokale verkiezingen in Zedelgem. Als volledig nieuw gezicht in de gemeenteraad stemden genoeg Zedelgemnaars haar meteen naar een schepenzitje. Halfweg de regeerperiode blikt ze terug op de dag van de stembusgang en daarna.

“Verkiezingen zijn iets raars: je legt je lot eigenlijk in de handen van een ander, die bepaalt of je wel of niet zal zetelen”, vat schepen Ellen Goes (34) haar gevoel van de verkiezingsdag samen. Die ochtend van 14 oktober 2018 trok ze naar het stemhokje, sloeg ze met kiezers een laatste praatje, en wachtte ze reikhalzend de finale uitslag af. In Salons Denotter, waar CD&V-Nieuw traditioneel de verkiezingsdag besluit, zinderde de spanning. “Bij de tussentijdse resultaten die binnenliepen bleef mijn uitslag best lang in het ongewisse”, vertelt Goes.

Door mijn bevoegdheden sta ik dicht bij de burgers. Dit leunt ook aan bij wie ik ben als persoon

“Het ging tussen oud-voorzitter van de gemeenteraad Brigitte Himpens en mezelf. Uiteindelijk scoorde ik met 752 voorkeurstemmen net iets beter. Vooraf gaf ik mezelf 50 procent kans dat ik als schepen zou kunnen zetelen. Als CD&V’er stond ik op de kartellijst wel hoog verkiesbaar op de derde plaats, maar als jonge politica was ik voor een breder Zedelgems publiek toch minder bekend. Tot dan was ik voorzitter van Jong CD&V Zedelgem en OCMW-raadslid. Pas toen vrienden en anderen in de zaal me die avond feliciteerden, drong het echt tot me door dat de schepenstoel binnen bereik was. De avond zelf voelde dat toch wat onwezenlijk aan.”

Na de verkiezingsroes is het tijd voor het beleid. Door een akkoord binnen de lijst leverde Nieuw drie, en CD&V vier zitjes in het schepencollege, waardoor Ellen als zesde schepen de eed aflegde.

Andere bevoegdheden zoals jeugd spraken haar ook aan, maar voor Sociale Zaken leek ze de geknipte persoon. De verantwoordelijkheid om de Zedelgemnaars met hun sociale noden te helpen overviel haar eerst. “Om beslissingen te nemen in dossiers die al langer meegaan, zoals site Develter, kan ik gelukkig rekenen op de ervaring van de ambtenaren van onze sociale dienst die de praktijk best kennen. Een schepenambt is beslist geen 9-to-5-job. Mijn job als ambtenaar bij de FOD Financiën en de gemeente vallen moeilijk strikt te scheiden. Laat thuiskomen van vergaderingen en me inwerken in dossiers en wetgeving neemt veel tijd in beslag, maar lukt me wellicht beter omdat ik nog geen echt gezin heb.” Weetgierig vond ze gaandeweg haar plaats in een team van ervaren schepenen en een sociale dienst die al jaren samenwerken. Haar open houding om ideeën van alle gemeenteraadsleden te overwegen wordt door de partijen uit de oppositie gewaardeerd.

Verwezenlijkingen

De verkiezingsdag maakte van schepen Ellen Goes één van de gezichten van het bestuur. Vragen en verzuchtingen waarmee Zedelgemnaars haar aanspreken probeert ze persoonlijk te antwoorden, of ze zet hen op weg, “maar je kan niet altijd voor iedereen goed doen”, beseft ze. Relatief nieuw op het politiek toneel zag ze zichzelf ook groeien om mondiger en ingewerkt te zijn. Voor een raad of vergadering probeert ze zich goed genoeg voor te bereiden, en denkt ze na over welke mogelijke vragen raadsleden kunnen stellen.

“Trots ben ik op de opening van onze Sociale Kruidenier om met gezonde voeding de druk op het budget weg te nemen, waardoor wie het nodig heeft meer ademruimte krijgt. Zeker met corona hebben we gemerkt hoe noodzakelijk de diensten van het Sociaal Huis zijn, hoe belangrijk het is voor de mensen om sociale ontmoeting te hebben. Maaltijden aan huis met stoepgesprekjes, puzzel- en knutselpakketten, en telefoongesprekken zijn kleine gebaren die aantonen dat we onze inwoners niet vergeten. Mijn bevoegdheden zorgen ervoor dat ik dicht bij en tussen de burgers sta. Dit wil ik blijven meedragen in mijn beleid en leunt ook dicht aan bij wie ik als persoon ben.”

(Hendrik Verplancke)