Brugge 2030? Zonder burgemeester dreigt een stadslijst over te komen als een Lijst der Gefrustreerden

“Als CD&V toch voor Franky Demon als kopman zou kiezen, heeft De fauw een stadslijst achter de hand om nog een verlengstuk aan zijn mandaat te breien.” © BELGA
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

In de wandelgangen van het Brugse stadhuis doet momenteel het idee van een stadslijst de ronde. Hoeveel kans maakt dit initiatief?

Met het woord ‘historisch’ moet je omzichtig omspringen, maar de komende gemeenteraadsverkiezingen binnen exact twee jaar zullen dat wel zijn. We zijn niet meer verplicht om te stemmen, de populairste kandidaat in de grootste fractie in de coalitie wordt automatisch burgemeester, minder populaire maar goed geplaatste kandidaten kunnen geen beroep meer doen op ‘de pot’ van lijststemmen… De spelregels zijn volledig veranderd en niemand kan de gevolgen inschatten. Bovendien zijn er vijf maanden daarvoor nog Vlaamse en federale verkiezingen.

En daar zou zo maar eens een extra onbekende factor kunnen bijkomen. In de wandelgangen van het stadhuis doet momenteel het idee van een stadslijst de ronde. Er wordt gesnuffeld bij elkaar, al wil niemand openbaar iets vertellen of het idee verdedigen. Vooral zij die met mindere peilingen geconfronteerd werden, vrezen dat het idee van een stadslijst op dit moment zou overkomen als dé vlucht vooruit en het veiligstellen van het eigen postje.

Toch is een stadslijst op lokaal niveau, waarbij pakweg de huidige coalitie zich straks samen presenteert, zo gek niet. De kiezer krijgt een duidelijke keuze: heeft dit bestuur het goed gedaan of niet? De coalitiepartners nemen immers samen de goeie en minder goeie beslissingen. Het is onlogisch om de ene te belonen en de andere niet. Daarnaast is ideologie op lokaal niveau van een zeer beperkt belang. Kijk naar Brugge: in de gemeenteraad zitten mensen die in de loop der tijd van partij wisselden, van Pablo Annys wordt gezegd dat hij blauwer is dan de meeste Open VLD’ers en Groen hield tijdens de jongste gemeenteraad een interpellatie over het onveiligheidgevoel in Male (ja, het ónveiligheidsgevoel ín Mále) die perfect uit de mond van een Vlaams Belanger kon komen.

Hoe aannemelijk het op het eerste zicht mag lijken, de tijd is niet rijp voor een ‘Brugge bloeit’, ‘Brugge 2030’ of ‘Stadslijst’. Reden één: de ego’s. Eén stadslijst betekent één lijsttrekker. En ook al bepaalt het stemmenaantal straks alles, toch is de plek op een lijst nog altijd psychologisch zeer belangrijk. Wie wil onder wie staan? Twee: er zijn nu weinig partijen die baat hebben bij een gezamenlijk project. Vooruit en N-VA doen het in de nationale peilingen goed en hebben ook weinig reden om te kiezen voor een onbekend avontuur. Hetzelfde geldt voor Vlaams Belang, waarmee trouwens geen enkele partij in Brugge wil samenwerken. En ook CD&V staat lokaal nog zeer sterk en heeft geen externe hulp nodig.

Bovendien: een blik op andere stadslijsten leert dat zoiets staat en valt met de zittende burgemeester. En voor Dirk De fauw biedt het nu niet veel meerwaarde. Al komt deze optie hem nu wel goed uit, want het begint de burgemeester aardig te frustreren dat zijn partij zo lang talmt om hem als lijsttrekker aan te duiden. Als CD&V toch voor Franky Demon als kopman zou kiezen, heeft De fauw een stadslijst achter de hand om nog een verlengstuk aan zijn mandaat te breien. Maar zonder de burgemeester en/of de grootste partijen dreigt een stadslijst vooral over te komen als een Lijst der Gefrustreerden, een samenraapsel van individuen die vast willen houden aan hun postje of binnen hun partij niet de erkenning kregen die ze willen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier