Leerkracht kruist degens met drie oud-leerlingen tijdens Brugse gemeenteraadsverkiezingen

De leerkracht en de oud-leerlingen v.l.n.r.: Lieven Deswaef, Matthias Vyncke, Bert Kindermans en Jonathan Haeyaert. © Davy Coghe
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

Kan een leerling zijn meester verslaan? Lieven Deswaef bindt op 14 oktober de strijd aan met drie ex-studenten. “Goh, tegen elkaar opnemen? Ik ben vooral blij dat deze jongeren zich durven te engageren. En dat ze allemaal voor een andere partij kozen, toont aan dat ik neutraal les gaf”, lacht hij.

Met Matthias Vyncke (Open VLD Plus), Jonathan Haeyaert (Vlaams Belang) en Bert Kindermans (Groen) neemt Lieven Deswaef (CD&V) het op 14 oktober op tegen drie oud-leerlingen. Op papier is Deswaef nog steeds leerkracht, al werkt hij sinds begin 2017 op het kabinet van schepen Minou Esquenet.

Aandacht voor politiek in onderwijs

“In 2000 begon ik met les te geven. Eerst een jaar aan de Middenschool in Oostkamp, sindsdien aan het Brugse Sint-Jozefsinstituut – beter bekend als De Jozefienen. Altijd, en zeker bij de zesdes, probeerde ik mijn leerlingen politiek bewust te maken. Het stemt me dan ook vooral tevreden dat drie oud-leerlingen zich engageren en de stap durven te zetten. Voor de politiek kiezen is immers geen evident keuze meer. Er kleeft van alles aan dat woord, dus mijn volste respect voor hun keuze. Ik vind trouwens dat er in het onderwijs meer aandacht voor politiek moet komen.”

Jonathan Haeyaert (17de plek Vlaams Belang): “Persoonlijk vind ik dat ook, maar ik zie dat politiek heel veel van mijn leeftijdsgenoten niets zegt.”

Matthias Vyncke (13de plek Open VLD Plus): “Elke jongerenpartij heeft het lastig om jongeren te enthousiasmeren om naar activiteiten te komen. Al jarenlang stellen wij ons de vraag: hoe kunnen we ze warm maken om af te komen?”

Lieven Deswaef: “Daarom: we moeten er tijdig mee beginnen. Jongeren laten ondervinden dat ze dingen kunnen veranderen. Ideeën planten.”

Jonathan Haeyaert: “Mijn interesse voor politiek kwam vooral uit mezelf. Je moet durven op te staan en zeggen wat je denkt. En dat moet niet altijd datgene zijn dat anderen beweren. Als je van iets overtuigd bent en iets wilt veranderen, is aan politiek doen de de meest concrete manier.”

Matthias Vyncke: “Trouwens chapeau dat je je kandidaat stelt voor een partij als Vlaams Belang.”

Jonathan Haeyaert: “Ik ben me ervan bewust dat het geen evidente keuze is. Het gebeurt dat ik voor ‘worst’ en ‘racist’ word uitgekafferd. Ik ben 18 jaar, wat heb ik miszegd?”

Matthias Vyncke: “Het is niet omdat je bij een partij bent dat je ook volledig akkoord bent met het programma.”

Jonathan Haeyaert: “De ideale partij bestaat niet, helaas.”

Jonathan Haeyaert: “Ik word uitgekafferd voor ‘racist’ of ‘worst’. Ik ben 18 jaar, wat heb ik miszegd?”

Matthias Vyncke: “Ooit komt de dag dat jullie erbij zijn. Als extreem-links die kans krijgt, waarom zou het dan niet voor jullie kunnen? In heel veel zaken die een Tom Van Grieken zegt, zit een gedeeltelijke waarheid. Veel zaken die vroeger werden verteld, soms wel aan de heel harde kant, zijn intussen door andere partijen overgenomen. Het is ook niet meer de partij van vroeger. Heel veel Vlaams Belangers zitten nu bij N-VA.”

Lieven Deswaef: “Dat deze drie oud-leerlingen allemaal kozen voor een andere partij, toont aan dat ik neutraal les gaf. (lacht) In 2014 waren er Vlaamse en federale verkiezingen. Daarrond hebben we een projectje gedaan met de zesdejaars, die voor de eerste keer moesten stemmen. Op een avond zag ik Geert Bourgeois op Twitter zeggen: Leerkrachten, maak dat jullie leerlingen politiek bewust zijn.Ik kwam iemand tegen die van niets wist en niet wilde stemmen. Ik trok mijn stoute schoenen aan en nodigde hem uit om het zelf te komen uitleggen. Hij heeft het gedaan! Twee uur uitleg, in volle campagnetijd. En heel correct en neutraal.”

Jonathan Haeyaert: “Neutraal lesgeven is belangrijk. Meneer Deswaef was daar zeer correct in, maar met een andere leerkracht heb ik daarover een aanvaring gehad. Die zei dat Vlaams Belang een partij voor racisten was. Ik vroeg: Dus mijn stiefvader (Stefaan Sintobin, Vlaams Parlemenslid en Brugs lijsttrekker voor Vlaams Belang, red.) is een racist? En ben ik in oktober dan ook een racist?

Als de school er weinig mee te maken heeft, hoe zijn jullie dan in de politiek terecht gekomen?

Jonathan Haeyaert: “Bij mij zit dat in de familie, met mijn stiefpapa. Ook mijn mama kwam op voor Vlaams Belang en raakte verkozen in Izegem, onze vroegere woonplaats, maar kon uiteraard niet zetelen. Mijn keuze voor de politiek én op de lijst te staan, is wel volledig vrijwillig. Ik kreeg ook de ruimte om zelf te rond te kijken en kiezen. Al vorig jaar vroeg ik aan mijn stiefpa of ik op de lijst mocht staan. “

Bert Kindemans (14de plek Groen): “Mijn opa, Matthieu Van Acker, was OCMW-raadslid voor CVP, maar ik kwam in de politiek terecht nadat ik bij elke verkiezing het programma van Groen las. Dát was iets voor mij. Toen ik zestien werd, sloot ik me bij de partij aan.”

Matthias Vyncke:Op mijn zestiende kwam ik in contact met Jasper Pillen, nu een van mij beste vrienden. Zo kwam ik in Jong VLD terecht. Een hele goeie bende, die al sinds jaar en dag aan elkaar hangt.”

Lieven Deswaef: “Thuis kreeg ik altijd de krant onder mijn neus geschoven. Zo volgde ik de actualiteit en raakte ik geïnteresseerd. Voor iemand als Jean-Luc Dehaene heb ik altijd een grote bewondering gekoesterd, de politiek volgde ik passief. Tot ik eind 2011 gecontacteerd werd door Minou Esquenet. Toen werd me al gevraagd om op de lijst voor 2012 te staan, maar dat zag ik nog niet zitten. Ik stak nog maar net mijn neus aan het venster… Daarna werd ik afdelingsvoorzitter van Sint-Jozef-Koolkerke, behartiger van de sociale media van de partij, kabinetsmedewerker en nu dus kandidaat.”

Laat ons eerlijk zijn: jullie plaatsen ogen niet meteen verkiesbaar.

Matthias Vyncke: “Met de Plus-kandidaten erbij tellen we nu zeven zetels. Als ons verhaal aanslaat dat merken we, trouwens -, kunnen we misschien nog twee of drie extra zetels veroveren. Dan is alles mogelijk. Wij zijn er klaar voor om weer zes jaar in het schepencollege te zitten.”

Jonathan Haeyaert: “Ik weet niet of ik als 18-jarige al de ambitie moet hebben om verkozen te worden. Ik doe het als signaal, dat ook jonge mensen bezig zijn met politiek.”

Matthias Vyncke: “Het is ook wel nodig dat er verjonging komt, op de lijsten en in het stadsbestuur. Die drive van jongeren is zeer belangrijk. We moeten vooruit. Gecombineerd met de ervaring van oude krokodillen. Zo kan je weer een goed verhaal voor de stad brengen.”

Matthias Vyncke:”Geen schepen voor Toerisme: dat is toch wel de grootste farce die je je kan inbeelden?”

Bert Kindermans: “Als jongere ben ik wel tevreden met mijn plaats. Ik zie trouwens dat mijn partij inzet op verjonging. Onze lijsttrekker is 20 jaar, de nummer drie is 27. Mijn ambitie: ik wil zo veel mogelijk jongeren in de gemeenteraad.”

Lieven Deswaef: “Ik ben ervan overtuigd dat je van gelijk welke plaats verkozen kan worden. In het verleden zijn mensen rond de dertigste plaats in de gemeenteraad gekomen. We hebben allemaal onze kans.”

Matthias Vyncke: “Toch moeten we niet naïef zijn, het wordt hard knokken. Als je in de top zeven zit, is het iets makkelijker.”

Als jullie één strijdpunt moeten opnoemen, wat is die dan?

Matthias Vyncke: “Er moet meer aandacht komen voor de deelgemeenten, zeker voor Zeebrugge, Dudzele, Zwankendamme en Lissewege. Brugge is meer dan het centrum, veel Bruggelingen vergeten dat we ook een strand hebben. We hoeven niet naar Blankenberge of Knokke, we kunnen onze eigen economie steunen door naar Zeebrugge te gaan. Ons strand is in de steek gelaten, je kan er veel meer mee doen dan er nu mee wordt gedaan.”

Lieven Deswaef: “De duurzame leefbaarheid, die combinatie, is voor mij van groot belang. Zo ben ik niet voor een autovrije stad, want dan zit de leefbaarheid niet goed. Toch moet je richting duurzaamheid gaan en een autoluwe stad overwegen. Ik denk ook aan duurzame woningbouw. Ik heb me geërgerd aan de discussie rond de zonnepanelen, dat je die vanaf het Belfort niet zou mogen zien. Onze Unesco-status mag geen beklemmend keurslijf worden.”

Bert Kindermans: “Lieven zei al alles wat ik wilde vertellen. (lacht) Ik vind dat we van het idee af moeten dat we in de binnenstad voor de winkel willen parkeren. Dat is een ouderwets idee. Auto’s moeten meer naar de stadsrand, zeker die van de toeristen. Bewoners, bezoekers, verplegers en leveranciers moeten uiteraard wel de stad in kunnen. De bestaande randparkings aan Steenbrugge en aan het station moeten we uitbreiden.”

Matthias Vyncke: “En de ondergrondse parkeermogelijkheden ook. Maar bij onze huisbezoeken merken we dat mensen uit de deelgemeenten niet meer naar de stad willen komen. Die lokale handelaars in het centrum worden gestraft. Bert, wat doe je met mensen die een halfuurtje hun auto kwijt willen om naar pakweg de slager te gaan?”

Lieven Deswaef: “Mocht ik 100 procent tevreden zijn met hoe alles in Brugge loopt, was ik niet in de politiek gestapt”

Bert Kindermans: “Als ze capabel genoeg zijn om te fietsen, zou ik zeggen: neem de fiets.”

Matthias Vyncke: “Als ze hun auto willen gebruiken, kan je ze toch niet verplichten om de fiets te nemen?”

Bert Kindermans: “We zijn 2018…”

Matthias Vyncke: “In 2018 zijn er heel veel mensen die het Brugse centrum ontvluchten, waardoor de middenstand afziet. Een halfuur kortparkeren moet kunnen.”

Bert Kindermans: “Daar zijn wij ook voor.”

Lieven Deswaef: “We mogen niet de illusie koesteren dat we met de juiste parkeerfaciliteiten alle winkels zullen redden. Er bestaat een ander bestedingspatroon. Jonge mensen zie ik niet meteen naar de dure kledingwinkels gaan. Dan heb je nog andere omstandigheden, zoals webshops. Niet elke winkel gaat daar even vlot in mee.”

Matthias Vyncke: “Het is toch heel duidelijk waardoor de leegstand van de winkels komt? Die wegenwerken, drie à vier jaar lang.”

Lieven Deswaef: “Dat zal voor sommigen de druppel geweest zijn. En dat mag niet! Zulke werken moeten rapper gaan.”

Jonathan Haeyaert: “Mijn strijdpunt sluit aan bij mijn studies. Brugge leeft, Brugge is toerisme. Maar in mei was ik in Venetië en we moeten opletten dat we niet die richting opgaan. Daar komt een agent je aanspreken als je te lang op dezelfde plek staat… De mensen in Brugge moeten kunnen blijven leven in hun stad. Toerisme is belangrijk, maar in de juiste mate.”

Matthias Vyncke: “Lieven, de schepen van Toerisme, wie is dat weer?”

Lieven Deswaef: “Dat weet je maar al te goed. (lacht) Die bevoegdheid zit bij de burgemeester.”

Matthias Vyncke: “Dat is toch de grootste farse dat je je kan inbeelden? Zoiets belangrijk moet een aparte bevoegdheid zijn. Jeugd en ruimtelijke ordening: ook dat moet toch apart?”

Lieven Deswaef: “In een ideaal scenario heb je voor elke grote bevoegdheid een schepen, maar aan de andere kant is de beweging duidelijk: we gaan naar minder schepenen, waardoor er nog meer bevoegdheden dingen zullen moeten samengaan.”

Matthias Vyncke: “Los van Lieven, hekel ik het Calimerogedrag van CD&V in de campagne. SP.A is ook niet mijn favoriete partij, maar als coalitiepartner moet je ook eens naar voren komen en je niet steeds verschuilen achter de coalitiepartner. Die kreeg de laatste zes jaar alle bagger over zich heen. Nu zeggen veel CD&V-kandidaten: we willen verandering, we willen weer warmte… Decennialang had je daartoe al de kans. Dat mensen dat blijven geloven…”

Lieven Deswaef: “Ik ben in de politiek gegaan omdat ik vind dat er bepaalde zaken moeten veranderen. Dat zegt genoeg, denk ik. Toch blijf ik bij CD&V omdat die partij het best aansluit bij mijn visie. Maar mocht ik honderd procent tevreden zijn met hoe alles in Brugge loopt, dan was ik niet in de politiek gestapt.”