Koenraad Degroote (N-VA), de nieuwe Leopold Lippens van West-Vlaanderen: “Vakantie? Dat moet twintig jaar geleden zijn!”

Koenraad Degroote: “Ik vind de partijkleuren niet belangrijk.”© Christophe De Muync
Koenraad Degroote: “Ik vind de partijkleuren niet belangrijk.”© Christophe De Muync
Cobbaert & Gheysen

“Ik heb geen zin om te zoeken naar coalitiepartners. Dat is mijn systeem niet.” Aan het woord is Koenraad Degroote, al meer dan drie decennia burgemeester van Dentergem. De N-VA’er ligt in ‘poleposition’ om de nieuwe Leopold Lippens te worden, de langst zetelende burgemeester van West-Vlaanderen. Wij hebben een gesprek over zijn fascinerende carrière, het woelige begin, de erfenis van de omstreden Joris Van Severen, het belang van een klucht op een jubilee en de inspiratie van zijn vrouw.

Wie is Koenraad Degroote?

– Geboren op 30 september 1959 in Kortrijk.

– Licentiaat in de rechten (Universiteit Gent).

– Woont in Wakken, deelgemeente van Dentergem. Getrouwd met Ann. Vader van Charlotte en Marie-Laure. Grootvader van Arthur.

– Advocaat van beroep.

– Gemeenteraadslid sinds 1983.

– Burgemeester sinds 1989.

– Federaal parlementslid van 2010 tot 2019.


Leopold Lippens was 42 jaar burgemeester toen hij stierf. Het iconisch gezicht van Knokke was met voorsprong de langst zetelende burgemeester van onze provincie. Vandaag staan ze met drie op nummer één. Dirk Walraet (77) van Spiere-Helkijn, Karlos Callens (73) van Ardooie en Koenraad Degroote (61) van Dentergem dragen alle drie de sjerp sinds 1 januari 1989.

Door het leeftijdsverschil ligt die laatste in poleposition om Lippens op te volgen. Degroote moet hartelijk lachen om de suggestie. “U bent niet de eerste die dat zegt. Ik krijg soms te horen dat ik de Lippens van Dentergem ben. Wat ik daarvan vind? Luistert , ik laat dat allemaal vertellen. Ik ben daar niet tegen, maar ik ga daar ook niet zelf over beginnen.”

Het gemeentehuis van Dentergem is onze plek van afspraak. Degroote, advocaat van beroep, woont in Wakken, een grote deelgemeente. Of we geen dreupel willen, vraagt hij. “We hebben dat hier allemaal staan.” Hij lacht. Het typeert de volksmens in hem. De N-VA’er is nog een burgemeester van de oude stempel: een burgervader, voor wie gemoedelijkheid primeert op zakelijkheid.

Als u Lippens wilt inhalen, moet u nog tien jaar voort doen. Kan dat?

“Als mijn gezondheid mee wil. ( lacht ) Neen, ik kijk nooit verder dan één legislatuur. Ik ben van plan om me in 2024 opnieuw aan de kiezer te presenteren. Daarna zien we wel. De kiezer beslist. Dat is al zes legislaturen mijn houding. Let wel: het zou een eretitel zijn, hoor, de langst zetelende burgemeester. Maar het is geen doel op zich. Ik ben nu al een heel contente mens.”

Zijn er gelijkenissen tussen u en Lippens?

“Ik kan moeilijk vergelijken, ik kende hem niet. Hij is hier één keer geweest. Dat was begin jaren negentig, kort na zijn uitspraak over de frigoboxtoeristen. Hij was bevriend met de baas van onze toenmalige brouwerij Riva. Het was een speciaal figuur. ( denkt na ) Ik wil vooral een burgervader zijn. Bereikbaar voor de mensen. Gemoedelijk. Als ik een jubilee doe, dan vertel ik een kluchtje of zing ik een liedje. De mensen mogen niet ongemakkelijk worden als ik in de buurt ben.”

Wie is uw politieke vader?

“Die heb ik niet echt. Of misschien Maurice Dujardin, toenmalig schepen in Wakken en provincieraadslid voor de VU. Een heel eenvoudige man. Een fietsenmaker en een volksvriend. Omdat ik rechten studeerde, deed hij dikwijls een beroep op mij. Ik was eigenlijk de lokale reporter van De Weekbode , toen ik gevraagd werd voor de politiek. Dat was in 1982. Ik zat in veel verenigingen. Ze moeten gedacht hebben dat ik stemmen kon opleveren. Dat is al wat telt in de dorpspolitiek.”

Dat was goed gedacht.

( droog ) “Ik haalde meer dan 1.300 stemmen, en dat vanop een slechte plek. Maar ik mocht geen schepen worden. Dat was de voorwaarde als ik mee wou doen. ( lacht ) Ik ben trouwens blijven schrijven voor uw krant tot vijf jaar geleden. Vooral overlijdensberichten. Waarom ook niet? Ik was toch op elke begrafenis aanwezig.”

De gemeente was verscheurd door de fusie, toen u burgemeester werd. U wou vooral rust brengen. Bent u daarin geslaagd?

“Dat denk ik wel. En daar ben ik het meest fier op. De rivaliteit tussen Wakken en Dentergem is verdwenen. In het begin was dat érg, hoor. Dat Dentergem de hoofdgemeente werd, zette kwaad bloed in Wakken. Als de ene een voetpad kreeg, dan moest ook de andere dat krijgen. Ik heb veel geïnvesteerd in onderling vertrouwen. Hoe? Vooral door óveral zichtbaar te zijn. De rust is daarna vrij snel teruggekeerd. De mensen wilden dat gehakketak ook niet. Het waren vooral de politici die dat vuur oppookten. ”

 © Christophe De Muync
© Christophe De Muync

U bent nooit opgekomen onder de naam VU of N-VA. Is dat daarom?

“Wie met een gekleurde lijst opkomt, zal hier nooit een meerderheid halen. Ik wil een meerderheid. Punt. Zo simpel is het. Ik heb geen zin om te zoeken naar coalitiepartners. Dat is mijn systeem niet. Vandaar de neutrale naam Eendracht.”

Zou u nog een nieuwe fusie overwegen? De Vlaamse regering streeft naar gemeenten van minstens 20.000 inwoners.

“Neen. Je moet kijken naar de wensen van Jan met de Pet . Dat is het criterium voor mij. Wat verwacht die van zijn gemeente? De toenmalige fusie was daarom een goede zaak. Een gemeente van amper duizend inwoners kan niet alle diensten aanbieden. Een containerpark bijvoorbeeld: dat kan niet op te kleine schaal. Maar vandaag zijn wij een bloeiende gemeente van ruim 8.500 inwoners en kunnen wij wél alle diensten aanleveren. We hebben zelfs een provinciaal domein en een toonaangevend archief. Een nieuwe fusie zou geen enkele meerwaarde betekenen voor Jan met de Pet . Wij hoeven trouwens geen financiële incentives van Vlaanderen, want wij zijn al acht jaar zo goed als schuldenvrij.”

Zijn er buurgemeenten die een fusie zouden willen?

“Officieel is die vraag nog niet gekomen, maar er zijn wel gemeenten die eens durven polsen. Intussen kennen ze mijn antwoord.” ( grijnst )

Welke gemeenten zijn dat?

“Alle buurgemeenten. Tielt, Wielsbeke, Zulte, noem maar op. Wij zouden overal welgekomen zijn. Maar wij willen dat niet. Wij willen onze eigenheid behouden.”

U bent Vlaams-nationalist. Vanwaar komt dat?

“Dat is de invloed van het dorp. Van Maurice en anderen. Mijn vader was ook een culturele Vlaming, maar niet politiek. Hij zou niet op straat komen voor meer Vlaanderen. ( op dreef ) Wakken is van oudsher Vlaamsgezind. Priester Hugo Verriest is één van de bekendste namen.”

Wakken is ook de geboorteplek van Joris Van Severen, de oprichter van het fascistische Verdinaso. Hoe kijkt u naar die figuur?

( blaast ) “Dat was een speciale figuur. Sommigen noemen hem een collaborateur. Dat was niet zo. Hij werd in het begin van de oorlog doodgeschoten. Wij hebben hier een museum waar zijn verhaal verteld wordt. Ik heb ook eens gesproken op een colloquium over hem ( in 2014, red. ). Ik kreeg toen de volledige Franstalige pers over me heen. ( lacht ) Ik had dat moeten verbieden, kreeg ik te horen. Ik heb daar niet aan toegegeven. Die man behoort nu eenmaal tot onze geschiedenis.”

Hij was fascist en voorstander van de Jodenvervolging. Vindt u dat niet verwerpelijk?

“Ik ga daar geen uitspraken over doen. Alleen dit: het fascisme was gemeengoed in die tijd. Ook de meest zuivere katholieken deden verwerpelijke uitspraken over de joden. Je moet zoiets in zijn historische context bekijken.”

Keurt dat het gedachtegoed goed?

( feller ) “Ik zeg het u: ik hou mij daar niet mee bezig. Ik zeg enkel dat Van Severen een interessante figuur van deze gemeente is. Ik kan dat niet veranderen.”

Ligt dat gevoelig in de gemeente?

“Helemaal niet. De pers praat daarover, de bevolking niet. In 1981 is er een straat naar hem vernoemd. Dat werd toen unaniem goedgekeurd. Maar om de tien jaar zie ik een opwelling in de media over zogenaamde verkeerde figuren. Dan komt de vraag om die naam te verwijderen. Wij doen daar niet aan mee. Laat dat toch gerust , zeggen de mensen die in die straat wonen. Zij liggen daar niet wakker van, hoor.”

“Er zijn gemeenten die polsen naar een fusie. Intussen kennen ze mijn antwoord. Wij willen dat niet.”© Christophe De Muync
“Er zijn gemeenten die polsen naar een fusie. Intussen kennen ze mijn antwoord. Wij willen dat niet.”© Christophe De Muync

U was ook negen jaar parlementslid. Mist u de nationale politiek?

( blaast ) “Dat is te zwaar uitgedrukt. Ik heb dat graag gedaan. Dat was een verrijking voor mezelf. En 26 mei was zeker een grote ontgoocheling. Ik had het derde meeste stemmen, maar door het kiessysteem verloor ik toch mijn zetel. Had ik op drie gestaan, dan was ik wel verkozen. Enfin , het zijn de partijen die dat beslissen. Ik laat er mijn slaap niet voor. Ook hier drijven vooral de positieve herinneringen boven.”

Is het een afgesloten hoofdstuk?

“Dat denk ik wel. Ik ben alvast geen vragende partij meer. Het was trouwens nooit mijn ambitie om een rol te spelen in de nationale politiek. De lokale politiek, dát is mijn ding. Ik vind de partijkleuren niet belangrijk.”

Uw partij is verdeeld over samenwerking met Vlaams Belang. Hoe kijkt u daarnaar?

Luistert , ik ben tegen het cordon sanitaire. Ik vind dat niet democratisch. Maar samenwerking is nog iets anders. Dat hangt af van de figuren. Als Vlaams Belang wil toetreden tot een coalitie, dan moet ze een beetje redelijk zijn. Ik hou niet van die felle stijl. Ik ben ook zelf zo niet.”

Zou u een coalitie vormen met Vlaams Belang?

“Dat probleem zal zich gelukkig niet stellen. Ik moet daar dus niet op antwoorden. ( lacht ) In Dentergem zijn er geen partijkleuren. En maar goed ook. Op mijn lijst is iedereen welkom die het goed meent met de gemeente. De kleur is veel minder belangrijk.”

Iets anders. Dat er in deze coronacrisis te veel verwacht wordt van de lokale besturen, zeggen sommige burgemeesters. Wat vindt u daarvan?

“Neen, het is doenbaar, vind ik. Het loopt allemaal vrij vlot. Ik vond het zelfs spijtig dat we geen eigen vaccinatiecentrum mochten oprichten. Ik had dat graag gedaan.”

U moet ook de quarantaine controleren van de reizigers. Zal u de politie sturen?

“Neen, dat zou te verregaand zijn. We doen dat alleen in dringende situaties. Ik bel de mensen zelf op die in quarantaine moeten. Om te horen of het lukt. Of ze geen hulp nodig hebben. Dat is hoe ik te werk ga. Onlangs belde ik iemand die nog op Tenerife zat. Awel burgemeester, controleert gij mij nu , zei dat madammeke . ( lacht ) Ik was blijkbaar een dag te vroeg. Dat zijn zo van die ludieke situaties.”

U bent vooral fier op de rust in uw gemeente, zei u al. Wat is uw grootste ontgoocheling?

( blaast ) “Ik zou niet weten wat te zeggen. Weinig. Ik ben echt een contente mens.”

“Joris Van Severen? De pers praat daarover, de bevolking niet. De mensen liggen daar niet wakker van.”© Christophe De Muync
“Joris Van Severen? De pers praat daarover, de bevolking niet. De mensen liggen daar niet wakker van.”© Christophe De Muync

Had u niet liever wat meer tegenstand gekregen?

“Ik heb tegenstand gekregen, zulle . Maar dat is bekaaid afgelopen voor die mensen. ( lacht ) Er was een tijd dat de oppositie elke maand een klacht stuurde naar de gouverneur en de minister. Maar kijk: de bevolking wil dat niet, al dat gehakketak. De bevolking wil rustig en gemoedelijk bestuur.”

Bestaat het gevaar niet dat u het normaal vindt dat u burgemeester bent?

“Dat is een terechte bemerking. Maar ik vind het nog altijd niet normaal. Het is daarom dat ik nooit verder kijk dan één legislatuur. Ik voel nog altijd voldoening als ik iemand kan helpen. Dat is een belangrijke waardemeter.”

Wat zegt uw vrouw hiervan?

“Ik heb vooral chance dat ik zo’n vrouw heb. Zij doet alle administratie thuis en op het advocatenkantoor. Zonder haar zou ik dit niet kunnen doen. Zij is ook zelf een grote hulp voor veel mensen. In stilte. Ze wil daarmee niet in de krant komen. Ze zorgt ook voor inspiratie. Ik zal u iets bekennen. Het is zij die mij influisterde dat de gemeente de Baliekouter moest aankopen. Dat was op een zondagmiddag. Vandaag is dat domein de realisatie waar ik meest fier op ben.”

Vele jaren geleden zei u eens dat u amper verlof pakt. Is dat nog altijd zo?

“Dat klopt. Ik neem nooit verlof. Ik heb dat niet nodig. Ik zou niet weten om wat te doen. Ik kan wel genieten van een vrije dag: een toerke in de streek, zwemmen in mijn zwembad, lekker eten met vrienden en een kaartje leggen. Dat is het goede leven voor mij. Ik heb geen behoefte aan vakantie.”

Gaat u nooit op reis?

“Neen. De laatste keer dat we een week weg waren, was naar Andorra. Dat moet bijna twintig jaar geleden zijn. Dat is niets voor mij. En het strafste was nog dat ik toen een schepencollege heb gemist. ( lacht ) We doen wel om de twee jaar een citytrip van drie dagen. Dat vind ik al meer dan genoeg. Maar ook mijn vrouw doet dat niet graag. Wij blijven liefst van al thuis.”