Hilde Crevits na de quarantaine: “Ik was doodsbang voor mijn ouders. En nu nog…”

Dit interview gebeurde via WhatsApp. Hilde Crevits: "Ik heb zelfs al videoconferences vanuit mijn bed gedaan. Dat kan allemaal, hè. En niemand die dat ziet." (gf)
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Hilde Crevits waande zich de voorbije weken op een emotionele rollercoaster. Voor het eerst oma worden, in quarantaine moeten, en tegelijk de zwaarste crisis in vele decennia managen. Minister zijn in tijden van corona: het is géén pretje. Wij hebben een uitgebreid gesprek met de leading lady van CD&V over deze delicate tijden. We doen dat via WhatsApp. Check.

Hilde Crevits (52) werd halfweg februari voor de eerste keer oma, van een flinke kleindochter, Estée. Eén maand later zat ze in quarantaine, thuis in Torhout, met haar kleindochter, haar zoon Bram en schoondochter Eveline en haar man Kris. Corona. Hét virus, inderdaad. “We zijn allemaal ziekgevallen op één weekend tijd”, vertelt ze. “Mijn zoon en zijn gezin waren op bezoek. Eén iemand werd getest, en bleek besmet. We zijn dan allemaal een tiental dagen in quarantaine moeten blijven. We kregen ook te kampen met dezelfde symptomen: keelpijn, hoesten, koorts en vermoeidheid. Dat voelde heel vreemd aan, heel onwezenlijk.”

Was u bang?

“Ik moet toegeven van wel. Voor mezelf, maar vooral voor mijn naasten. Voor mijn kleindochter natuurlijk, die ook even ziek is geweest. Maar vooral voor mijn ouders en schoonouders die op de benedenverdieping wonen. We mochten hen natuurlijk niet zien. Ik was doodsbang voor hen. En nog. (zwijgt even) Ik zou ze graag nog vele jaren rondom mij hebben. Ik was blij met de vele dokters en experten op televisie. Dat klinkt misschien raar, maar dat helpt. Ik heb nooit zoveel televisie gekeken als toen. Ik wou alle informatie opdrinken.”

Bent u nu immuun voor het virus?

“Ik weet dat niet. Dat is de grote onzekerheid vandaag. Voor mij, en voor álle anderen in deze situatie. Ik ben zelf niet getest. Ik heb me goed geïnformeerd vooraleer ik weer begon te werken. Ik blijf natuurlijk voorzichtig. Ik was regelmatig mijn handen en hou afstand van andere mensen. Ik neem geen risico’s.”

“Wie kan voortdoen, móet voortdoen. Dat is mijn oproep aan iedereen”

Wat hebt u gedaan in quarantaine?

“Vooral gewerkt. We zitten in een nooit geziene crisis. Dat is geen werk dat kan wachten. Dat was niet altijd evident. Ik was bovendien ook zelf ziek. (even stil) Het waren intense dagen, zo met vijf onder één dak. Ik ga u iets bekennen: ik heb zelfs videoconferences vanuit mijn bed gedaan. Ik zette dan de camera uit. Dat kan allemaal, hé. En niemand die dat ziet. (lacht) Maar eerlijk: ik heb ook genoten van die tijd met mijn gezin.”

Humor is het thema van deze krant. Was dat belangrijk in die quarantaine?

“Zéker. Humor kan ontspannen en pijn relativeren. Mijn gezin heeft al een en ander meegemaakt. Bram heeft tegen kanker gestreden. Mijn ouders en schoonouders ook. Ook toen was humor belangrijk. We hebben ook een WhatsApp-groepje met de buren. Daarin passeren dan alle grappen, ook over corona. Dat moet kunnen, vind ik, zolang mensen maar niet uitgelachen worden. Mijn echtgenoot verspreidt die grappen verder over al onze groepjes. Ik doe dat minder.” (lacht)

Wat is de beste grap over corona?

“Die van de fake Trump die stoeft dat hij de meest negatieve score ooit behaalde op corona. Om u ziek te lachen, echt waar. (lacht) Ik heb die drie keer na elkaar bekeken.”

U bent Vlaams minister van Economie en Werk. Wat ziet u als uw voornaamste uitdaging in deze crisis?

“Dit is in de eerste plaats een gezondheidscrisis. Dat is de prioriteit. Maar we moeten tegelijk onze economie overeind houden. We mogen niet in een vertrouwenscrisis belanden. Dat is mijn eerste uitgangspunt. De bedrijven moeten vertrouwen behouden in de toekomst en de consumenten moeten vertrouwen behouden in de bedrijven. Deze regering neemt daarom vele maatregelen. De hinderpremie is een bekend voorbeeld: die moet toelaten dat bedrijven deze crisis overbruggen.”

Veel bedrijven blijven worstelen met de vraag: voortdoen of sluiten.

(pikt in) “Wie kan voortdoen, móet voortdoen. Dat is mijn oproep aan iedereen. Wie zich goed voelt, blijf werken. Alstublieft. We hebben u nodig. Er moet natuurlijk gezorgd worden voor een veilige werkomgeving. Dat is mijn tweede uitgangspunt. De dienstenchequesector bijvoorbeeld: die heeft extra geld gekregen, op voorwaarde dat de werknemers veilig kunnen werken. Het is ontzettend belangrijk dat de mensen blijven werken, zeker in cruciale sectoren zoals voeding en zorg.”

De economische relance zal een financiële bazooka vereisen. Is daar geld voor?

“De maatregelen die we nu nemen, zijn crisismaatregelen. Dat is nog maar een begin.”

Die zijn niet gedekt, bedoelt u?

“Neen. De Vlaamse begroting zal dit jaar serieus in het rood gaan. Dat is onvermijdelijk. Maar we moeten dat aankunnen, zeker als dat eenmalig blijkt. Het is daarom belangrijk dat we deze crisisperiode overbruggen. Ik ben ervan overtuigd dat onze economie daarna snel weer zal openbloeien. Maar ook die relance zal een stevig plan vragen van de regering. We zijn daar nu al mee bezig. Daarom zeg ik dat dit nog maar een begin is.”

U bent ook bevoegd voor Landbouw. Hoe is de situatie daar?

“Ook zij worden zwaar getroffen. De economische schade is één zaak. We nemen daarvoor maatregelen. Een andere zorg is de seizoensarbeid. De landbouw heeft nood aan 48.000 extra mensen. Al wie tijdelijk werkloos is en zich gezond voelt, zou ik zeggen: ga naar de VDAB. De landbouw kan u gebruiken.”

Is het financieel niet voordeliger om tijdelijk werkloos te zijn?

“We zoeken daarvoor een oplossing met de federale regering. Het moet voordeliger zijn om te werken.”