Hannelore Vanhoenacker: “Concept van één lijsttrekker is achterhaald”

Hannelore Vanhoenacker is lijsttrekker voor CD&V in Kortrijk. © LOO
Axel Vandenheede

Het gaat snel voor Hannelore Vanhoenacker, de lijsttrekker voor CD&V in Kortrijk: zes jaar geleden was ze nog niet politiek actief.

De 45-jarige inwoonster van Marke, getrouwd met Wim Desmadryl en moeder van Rutger en Noor, stelde zich pas in 2012 voor het eerst verkiesbaar op de CD&V-lijst. Daarbij benadrukte ze dat ze zich niet aansloot bij de middenstandsgroep of het ACW, maar op dat gebied onafhankelijk wilde blijven.

Elkaar aflossen

Dat was ook een van de voornaamste redenen voor het afdelingsbestuur om Hannelore Vanhoenacker naar voor te schuiven als fractieleider binnen de gemeenteraad. Vijf jaar later dan is ze gebombardeerd tot lijsttrekker. “We zijn met drie lijsttrekkers”, countert de zaakvoerder van Helix Verzekeringen in Kortrijkmeteen. “Samen met Roel Deseyn en Christine Depuydt vorm ik een kernteam. Het concept van één lijsttrekker, één persoon die de kar moet trekken, is achterhaald. Het komende jaar zullen we bij debatten en dergelijke elkaar ook aflossen.”

“Doordat CD&V in de oppositie terechtkwam, kreeg ik enorm veel kansen”

Ze moet wel toegeven dat het op politiek vlak enorm snel gaat. “Ik ben meteen fractieleider geworden, iets wat ik vooraf niet verwacht had. De situatie heeft natuurlijk in mijn voordeel gespeeld: plots werd CD&V naar de oppositiebanken verbannen en zo werden mijn kansen legio. Ik ben ervan overtuigd dat ik ook kansen had gekregen om mij te ontwikkelen als CD&V in de meerderheid had gezeten, maar het zou toen toch anders zijn geweest.”

Samen sterker

Schrik voor de komende verkiezingen heeft ze niet. “Waarom zou ik? Voorzitter Jean de Bethune kan niet genoeg onderstrepen dat we met een team naar de gemeenteraadsverkiezingen trekken. Dat is een troef, want samen staan we sterker.”

“Mijn ambitie is om de Kortrijkzanen tevreden te zien. Als zij het goed stellen, ben ik ook blij. Dat zit er al van kleins af aan: in de jeugdbeweging, bijvoorbeeld, maar ook toen ik in het onderwijs stond en leerlingen zag afstuderen.”