Gedeputeerde Jean de Bethune: “De Brexit is nu al bezig, onze bedrijven lijden nu al schade”

Jos Remaut

Via een interpellatie plaatste Immanuel De Reuse van Vlaams Belang het Brexitplan van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) op de agenda van de provincieraad. Gedeputeerde Jean de Bethune (CD&V) vindt alvast dat het zeker niet te vroeg is om nu al tot de actie over te gaan. “Wat ook de afloop van het Brexitverhaal wordt, we lijden nu al schade. En het gaat ook om een veel diepere problematiek: het nieuwe protectionisme dat de kop opsteekt.”

De POM wil op korte termijn komen tot de oprichting van een West-Vlaams Fonds voor Regionale Reconversie. Het is de bedoeling om hiervoor 80 miljoen euro te mobiliseren via provinciale, Vlaamse en Europese financieringskanalen.

“De Brexit bedreigt – na Ierland – het meest de provincie West-Vlaanderen. En een veel genoemd gevolg zal de dalende export voor het industrieel productieapparaat zijn”, schetste Immanuel De Reuse. “Voor West-Vlaanderen wordt dat verlies geraamd op een kwart miljard euro per jaar. Voeding, kunststoffen en rubber en textiel dreigen de grootste averij op te lopen. Dat zijn inderdaad drie speerpuntsectoren in onze provincie. Tellen we daar nog de logistieke sector bij, met de haven van Zeebrugge als draaischijf, dan gaat het over meer dan 11.000 onmiddellijk bedreigde jobs in West-Vlaanderen.”

“De provincie roept de hogere overheden ook op om bij de Europese Commissie aan te dringen op een Brexitfonds. Men mikt op 250 miljoen euro om acties uit te rollen met dit internationale netwerk. Gedeputeerde, uiteraard bent u er zich ook van bewust dat ook de Vlaamse Regering al op 16 november van vorig jaar een Brexit Actieplan heeft goedgekeurd met o.a. het Brexit Fonds in het Europees Meerjarig Financieel Kader (MFK). Ik veronderstel dat dit datgene is wat u met een Europees Brexitfonds van 250 miljoen euro bedoelt?”

“De drie sectoren die u noemt zijn inderdaad onze topsectoren”, schetste gedeputeerde Jean de Bethune. “Voor West-Vlaanderen kunnen we het verlies door de Brexit ramen op een kwart miljoen euro per jaar. We stellen trouwens nu al vast dat onze ondernemingen op de rem staan vanuit onzekerheid. Investeringen en aanwervingen worden nu al uitgesteld. We mogen dus niet wachten op het finale verdict rond de Brexit maar moeten nu al tot de actie overgaan. Onze kmo’s hebben in deze verwarrende tijden alle steun nodig.”

“Daarom riepen we met de POM op donderdag 11 april socio-economisch West-Vlaanderen bijeen. Bedrijfsleiders uit de meest getroffen sectoren tekenden present, samen met Unizo en VOKA en een aantal andere economische belangengroepen. Daar zijn we tot ons heel gedragen plan gekomen. Naast een Europees Brexitfonds van 250 miljoen willen wij ook een heel specifiek West-Vlaams Fonds voor Regionale Economische Reconversie in het leven roepen op korte termijn. Daar zou 80 miljoen euro moeten in komen : 30 à 35 miljoen Europese middelen via Vlaanderen (een peulschil van het miljard euro dat Vlaanderen van Europa incasseert), nog eens 30 miljoen van Vlaanderen zelf en de rest, 15 à 20 miljoen, uit onze eigen middelen. Deze laatste som kunnen wij zonder problemen afzonderen zonder implicatie op andere projecten van de POM. Eens de nieuwe Vlaamse regering er is, willen wij dat daar prioritair op de tafel leggen, en het is duidelijk dat wij als POM de lead willen nemen in de totstandkoming van het fonds.”

Met dat fonds willen we, in samenwerking met alle economische actoren en de sociale partners, vijf strategische doelstellingen verwezenlijken die onze economie moeten wapenen voor de toekomst: (1) het versterken van de competenties en het aanpassingsvermogen van onze werknemers in functie van de technologische en digitale evoluties, (2) de versnelde uitbouw van toegepaste onderzoeks- en testfaciliteiten, gericht op de West-Vlaamse speerpuntsectoren als blauwe energie, voeding, circulaire kunststoffen en textiel, (3) het samen met Flanders Investment and Trade opzetten van een ondernemingsgericht UK Activity Plan met o.m. prospectie van nieuwe toeleveranciers en nieuwe markten, en het opzetten van een douane helpdesk in de haven van Zeebrugge, (4) de ontwikkeling van een duurzaamheidsagenda voor onze bedrijven en (5) de lancering van een grensoverschrijdend Brexit-actieplan.”

“Dit moet dus allemaal in een ruimer perspectief geplaatst worden dan allen maar de Brexit”, stelt Jean de Bethune, die filosofisch afrondde : “het trekken van grenzen kan op het eerste gezicht aantrekkelijk lijken, maar het is economisch gezien absoluut contraproductief, zeker voor een open economie van een klein land als het onze.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier