Ereburgemeester Julien Goekint wordt 90 jaar: “Ik kom weer in de mode”

Julien Goekint wordt 90: "Ik ben oud, maar dat betekent nog niet dat ik 'out' ben." © Davy Coghe
Hannes Hosten

Op 8 oktober viert ereburgemeester Julien Goekint zijn 90ste verjaardag. Goekint was 17 jaar lang, van 1980 tot 1997, burgemeester van Oostende. Ondanks de jaren maakt hij nog een erg kwieke indruk. Al weet hij dat de tijd van de grote plannen voorbij is. “We mogen blij zijn dat we er nog zijn. Dat we er allebei nog zijn”, preciseert hij, kijkend naar zijn al even kwieke echtgenote Georgette Sleuyter, die in januari 90 wordt. “Het zijn van die kruispunten in het leven”, zucht Julien. “Maar 90, dat is toch het verste kruispunt waar je durft over spreken.”

Een stevige handdruk en een schouderklop die je kan voelen. Ereburgemeester Goekint staat nog altijd stevig in zijn schoenen. De vader van acht kinderen, opa van 20 kleinkinderen en overgrootvader van 15 achterkleinkinderen woont nog steeds in de villa naast zijn vroegere drukkerij, die intussen verkocht is. De activiteiten verhuisden naar Melle. “Ik ga nog elke dag zo’n twee uur wandelen op de zeedijk”, vertelt hij. “En niet slenteren, hé! Al stel ik vast dat ik mijn tournee de laatste tijd toch aan het inperken ben.”

Spreken de mensen u nog aan?

“Weer meer dan vroeger zelfs. Ik kom weer in de mode! (lacht) Er zijn meer en meer mensen bij die ik niet meer ken, maar die mij wel kennen. Enkele jaren geleden stopte eens iemand met zijn fiets. Ah burgemeester, ik ben blij dat ik je zie! Jaren geleden heb je me werk gegeven via een sociaal statuut. Weet je of ik nu benoemd zou kunnen worden? Het zijn dingen die ze mij niet meer moeten vragen, die ik zelfs niet meer weet. Maar het gebeurt dus nog.”

U bent 22 jaar geen burgemeester meer. Miste u het nooit?

“Nee, nooit. Als je meer dan 20 jaar iets heel intens gedaan hebt, denk ik niet dat je het achteraf nog mist. Je hebt gedaan wat je lag en wat je zelf als doelstellingen zag. Je wordt oud, al betekent dat natuurlijk niet dat je ‘out’ bent. Nu nog ben ik volop aan het ‘beleven’. Al is dat hoofdzakelijk omdat ik nog samen mag zijn met mijn vrouw. Van ‘s morgens tot ‘s avonds, dag en nacht… Wij hebben weer leren samen leven.”

Politiek is een harde wereld, omdat het niet altijd eerlijk is

Het is een geluk dat jullie nog in zo’n goede gezondheid zijn.

“Ik onderging nochtans een drietal heel serieuze operaties. Je moet een sterk gestel hebben, zegt de dokter. Bijna 20 jaar geleden ben ik van darmkanker geopereerd. Ik kreeg ook preventieve chemo. Maar dat is nu helemaal voorbij. Dat is begenadigd zijn. En daar denk ik nu niet meer aan. Ik had zelfs nog een operatie in dezelfde familie, maar ook daar is niets meer van te merken.”

Heeft het ermee te maken dat u altijd sportief bent geweest?

“Dat denk ik wel. Op mijn 16de werd ik roeier bij de Sport Nautique (de huidige KRNSO, red.). Net na de oorlog was dat een elitesport. Voor de oorlog werd er nog Frans gesproken. Ik was dan ook wat wantrouwig in het begin. Maar van in het begin in de laagste categorie trainde ik elke avond. Het hele seizoen, van mei tot in september. We wonnen dan ook meerdere prijzen en trokken met onze topploeg zelfs naar het EK 1950 in Milaan en naar het Vierlandenkampioenschap van Zürich. Van onze ploeg van vier ben ik de enige die nog overblijft. Tijdens mijn militaire dienst was ik bij de commando’s. Van onze troep van 60 zijn er ook maar 15 meer in leven. Godverdimme! Daar denk je wel eens aan, hoor.”

Hoe verzeilde u in de politiek?

“Door mijn voorganger Jan Piers die alsmaar zaagde. Hij kende me uit de middenstandsvereniging NCMV, het huidige Unizo. Ik weigerde, want ik was toen al nooit thuis. Maar hij bleef aandringen, tot ik zei dat ik slechts vrede kon nemen met een plaats bij de eerste tien. Toen hij me de tiende plaats aanbood, kon ik niet meer terug.”

En toen ging het snel?

“Ik haalde veel stemmen en werd na mijn eerste verkiezingsdeelname in 1977 meteen schepen. Ik zetelde maar tien minuten als gewoon raadslid, op de installatievergadering. Na mijn eerste echte gemeenteraadszitting hoorde ik van toenmalig stadssecretaris Gaston Van Laere dat op de liberale oppositiebanken was gezegd: daar zit de volgende burgemeester. En in november 1980 al mocht ik de afscheidnemende Jan Piers opvolgen.”

U had de reputatie een bulderende burgemeester te zijn.

“Bij mij was het wit of zwart. Juist is juist! Je moest niet zèveren (op zijn Oostends). Ik was een democratisch dictator. Natuurlijk raadpleegde ik jan en alleman om te zien of er een draagvlak was. Maar eens iets beslist was, ging ik niet meer uit de kant.”

Mijn vrouw en ik hebben weer leren samen leven na mijn burgemeesterschap

Wat is uw mooiste realisatie?

“Mijn mooiste werk was mijn inzet voor de renovatie van de haven. Niet met het mooiste resultaat, omdat de beloofde zeesluis ter vervanging van de Demeysluis er nooit is gekomen. Ik heb nochtans een document met de positieve beslissing daarover van de Vlaamse regering. Ik had een goede relatie met de ministeriële kabinetten en er werd naar me geluisterd, maar toen had Steve Stevaert, de toenmalige primus inter pares, andere plannen.”

Zou u vandaag opnieuw in de politiek stappen?

“Tja, hoe gaat dat? Je bent jong, begint ergens aan, na drie vergaderingen willen ze al dat je voorzitter wordt… Ik was overal bij. Je ijdelheid wordt continu gestreeld. En zo beland je ook in de politiek. Maar in zes jaar ging ik van 1.000 naar meer dan 6.000 voorkeurstemmen. Als dat gebeurt, gaan ze je attaqueren. Dat begint in je eigen partij. Er zijn veel katjes die melk lusten hoor! Politiek is een harde wereld, omdat het niet altijd eerlijk is. Maar ik heb er geen spijt van.”

Hoe kijkt u naar uw eigen CD&V? Destijds 14 zetels, vandaag drie.

“Je kan vandaag niet meer vergelijken met toen. De terugval van de traditionele partijen zie je ook nationaal. Maar toen scoorden we sterk, omdat we aan één zeel trokken. Of anders gezegd: omdat niemand tegenpruttelde. Als de grote voormannen van de Volksbond toen iets zeiden, durfde niemand daar nog een halve letter aan te veranderen.”

Wat vindt u van de huidige vierpartijencoalitie van Bart Tommelein (Open VLD)?

“Tommelein heeft dat goed geflikt. Maar het is nog te vroeg om te oordelen. Ze zijn enthousiast en actief, maar veel belangrijke en moeilijke punten zijn nog te realiseren. Het zal niet simpel zijn.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier