Eerste gedeputeerde Bart Naeyaert, de man in de schaduw van de gouverneur: “Wat zou u dan aanraden? Dat ik zelf journalisten bel?”

Bart Naeyaert: “Ik zoek niet graag de controverse op en sta niet graag in de belangstelling.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Wie de provincie zegt, denkt aan de gouverneur. Of beter: aan de sheriff, in het geval van West-Vlaanderen. De échte woordvoerder van de deputatie is nochtans niet Carl Decaluwé, maar Bart Naeyaert. Deze bescheiden CD&V’er is vele jaren een sterkhouder achter de schermen. Wij trekken (digitaal) richting Boeverbos voor een diepgaand gesprek over boeren en water, Ventilus en een virus, Twitter en Wikipedia.

Bart Naeyaert

• Geboren op 21 maart 1967 in Roeselare.

• Licentiaat in de Rechten (KU Leuven).

• Woont in Torhout. Getrouwd met Siska. Vader van Sofie, Thomas en Sara.

• Van 1990 tot vandaag: advocaat.

• Van 1994 tot vandaag: gemeenteraadslid in Torhout.

• Van 2001 tot 2006: schepen in Torhout.

• Van 2006 tot vandaag: gedeputeerde van de provincie. Sinds deze legislatuur eerste gedeputeerde en woordvoerder, bevoegd voor onder andere landbouw, water en omgevingsvergunningen.


Het is dinsdag in de vooravond. De Teams-app wordt geopend voor een digitaal gesprek. Bart Naeyaert zit aan zijn kantoor in Boeverbos in Brugge, de thuisbasis van het provinciebestuur. De 54-jarige Torhoutenaar is eerste gedeputeerde en woordvoerder. Aan zijn wand hangt een mysterieus schilderij: een portret van een nostalgische hoeve, verlicht door een gloedvolle avondzon. Een werk van de Nederlandse kunstschilder Julius Van de Sande, krijg ik te horen.

Naeyaert heeft zonet het aangepaste meerjarenplan voorgesteld aan de pers. Dat hij tevreden terugblikt op de eerste helft van de legislatuur, zegt hij. “We hebben veel gepland, geïnvesteerd, gerealiseerd, gesubsidieerd en geparticipeerd.” Het provinciebestuur is nochtans fors afgeslankt: het aantal raadsleden werd gehalveerd van 72 naar 36, het aantal deputés is gedaald van 6 naar 4 en alle persoonsgebonden bevoegdheden zoals cultuur en sport werden overgeheveld naar Vlaanderen.

Zorgt deze afslanking voor beter bestuur?

“Neen, zeker niet. Elke deputé heeft een zware portefeuille. Het is soms happen naar adem. Zie alleen al de tijd die we spenderen aan het beoordelen van bouwberoepen. De afslanking was een besparingsoperatie, meer niet. Een beperkte besparingsoperatie dan nog. Ik was er geen voorstander van. De geografische spreiding in de raad is nu minder groot, terwijl dat vroeger een rijkdom was. Het is belangrijk dat een provincie zicht heeft op de noden van alle regio’s.”

Zou u de afslanking willen terugschroeven?

(blaast) “Wat zei Julius Caesar weer? Alea iacta est. De teerling is geworpen. We moeten vooruit kijken en werken met de middelen die we hebben.”

Het debat over de toekomst van de provincies blijft wel sluimeren. Wat vindt u daarvan?

“Uiteraard geloof ik in de provincies. Het omgekeerde zou verbazen. (op dreef) Wij zijn een meerwaarde voor het systeem, om drie redenen. Eén: wij staan dicht bij de burger, maar toch ver genoeg om afstand te houden in gevoelige dossiers. Twee: wij kunnen de knowhow verzamelen van 64 gemeenten. En drie: wij zijn een politiek orgaan en moeten dus verantwoording afleggen aan de burger. Haal de provincie weg en veel domeinen worden aangestuurd vanuit de Vlaamse ambtenarij, wat volgens mij geen goede zaak zou zijn.”

Kan u de meerwaarde aantonen met een concreet voorbeeld van deze legislatuur?

“Zeker. Vlaanderen heeft een oproep gelanceerd voor de inrichting van Landschapsparken. Wij hebben drie dossiers ingediend: de Westhoek, het Bulskampveld en de Zwinstreek. Dat waren geen makkelijke dossiers. Landbouw, natuur en recreatie hebben dikwijls andere belangen en ambities. Wij hebben het voortouw genomen om een compromis te vinden. Dat is ook gelukt.”

Uw partij loopt vooral de landbouwlobby achterna, hoor ik dikwijls waaien.

“Dat is niet waar. We hebben net in deze dossiers bewezen dat we een evenwicht zoeken. Wij willen verbinden. Landbouw is natuurlijk een belangrijke speler in West-Vlaanderen. Het is bovendien een sector die ruimte nodig heeft. Dat geldt ook voor natuur. Dat botst met elkaar. Toch is het mogelijk om de twee te verzoenen.”

Vlaanderen wil ook vier Nationale Parken afbakenen. Hier is er echter maar één West-Vlaamse kandidaat: het Brugs Polderland, ingediend door Natuurpunt. Is dat niet weinig ambitieus?

“Neen. De voorwaarden zijn heel streng. Er is minimaal 5.000 hectare natuur nodig, waarvan 3.000 hectare in één aaneengesloten gebied moet liggen. Het aandeel moet op twintig jaar tijd kunnen verdubbelen. Dat is onmogelijk is onze provincie. Er is nu eenmaal veel landbouw. Je kan dat niet wegtoveren. Dat zou ook niet wenselijk zijn. Een Nationaal Park is daarom niet haalbaar.”

Het Brugs Polderland maakt dus geen kans, volgens u?

“Neen, op vandaag niet. Er is bovendien geen draagvlak voor een Nationaal Park. Oké, Natuurpunt wil het wel, maar de andere partners zoals de gemeenten en de landbouw willen het niet. Voor een Landschapspark, dat meer rekening houdt met evenwichten tussen landbouw, natuur en recreatie, is er wel draagvlak. Het is niet de bedoeling om geboden en verboden op te leggen.”

“Ventilus valt niet met de glimlach op te lossen, vrees ik. Ik begrijp de vragen die omwonenden hebben.”
“Ventilus valt niet met de glimlach op te lossen, vrees ik. Ik begrijp de vragen die omwonenden hebben.” © Christophe De Muynck

De provincie heft belastingen op gezinnen en bedrijven. Wat doet ze met dat geld? Wat is de voornaamste uitgavenpost?

“Onze uitgaven zitten verspreid over veel domeinen. De drie agentschappen zijn alvast belangrijke pijlers: Inagro voor landbouw, Westtoer voor toerisme en de POM voor economische ontwikkeling. Zij hebben een enveloppe van tien miljoen euro om te investeren over de hele legislatuur. Andere speerpunten zijn fietsmobiliteit en de provinciale domeinen. Als ik kijk naar mijn bevoegdheden, is waterbeheersing een grote uitgavenpost. We willen overstromingen zoals in Wallonië voorkomen.”

Zou hier kunnen gebeuren wat in de vallei van de Vesder is gebeurd?

“Dat valt niet uit te sluiten. We proberen daarom aan de rand van steden en gemeenten gecontroleerde overstromingsgebieden aan te leggen. Dat moet de zwaarste regenval opvangen. We zouden ook meer water moeten opvangen in spaarbekkens voor de landbouw. Dat kan dan gebruikt worden in perioden van droogte. Dat toont opnieuw aan dat landbouw en natuur wel degelijk kunnen samengaan.”

Wat is de toegevoegde waarde van de provincie in de coronacrisis?

(denkt na) “De provincie is een belangrijke trekker van het toerisme. Wij zorgen ervoor dat de West-Vlaming weet wat te doen in eigen provincie. De vele mooie wandel- en fietspaden, de provinciale domeinen, enzovoort: die werden plots heel zichtbaar in deze crisis. We hebben daarnaast ook één miljoen euro uitgetrokken voor de lokale besturen.”

Mag u ook de pluim op uw hoed steken van het Vlaams stimulusprogramma voor de toeristische sector? Toerisme Vlaanderen was woedend toen gedeputeerde Sabien Lahaye-Battheu dat beweerde in deze krant.

(droog) “Een goed project heeft vele vaders en moeders. Ook dat project was het resultaat van een samenspel.”

Wou CD&V niet afstappen van wollige antwoorden?

(lacht) “Dat kan me even niets schelen. Als je iets wil realiseren, dan moet je dat samen doen.”

Vooral gouverneur Carl Decaluwé is heel zichtbaar in deze crisis. Wat vindt u van zijn kordaat optreden?

“Dit is een ongelooflijk moeilijke crisis. De gouverneur speelt de rol die hij moet spelen. Hij is oprecht bezorgd. Ik vind dat hij heel hard zijn best doet om de crisis onder controle te houden. Is het altijd perfect? Neen, maar dat zal het nooit zijn.”

Overlegt hij met u als hij drastische maatregelen neemt?

“Neen, en dat hoeft ook niet. Hij is bevoegd voor veiligheid, ik niet. De gouverneur is een vertegenwoordiger van de Vlaamse en de federale regering en specifiek bevoegd voor crisisbeleid en veiligheid. Als hij overleg moet plegen, is het met de regeringen, niet met de deputatie.”

Is dat geen democratisch deficit? U bent verkozen door de burger, de gouverneur niet.

(aarzelend) “De gouverneur is aangeduid door de hogere overheden. Zij moeten verantwoording afleggen over zijn beleid. Als het over thema’s gaat waar de deputatie bevoegd voor is, dan spreken we natuurlijk wél met elkaar. De gouverneur en ik kennen elkaar goed. Al zal ik u niet alles vertellen wat ik hem vertel.” (lacht)

Zou u niet wat meer naar voren moeten treden? U bent tenslotte de eerste gedeputeerde, maar het grote publiek kent u niet.

“Het klopt dat de gouverneur meer het gezicht is van de provincie dan de politiek. Wat zou u dan aanraden? Dat ik zelf journalisten opbel? We voeren al een stevig communicatiebeleid over het beleid van de provincie.”

Het valt mij op dat u geen Wikipedia-pagina hebt.

“Dat is zo. Wat doen die andere politici dan? Maken zij dat zelf aan?”

“Zal het na 2024 game over zijn voor de provincies? Dat kan. Ik zou het alvast betreuren.”
“Zal het na 2024 game over zijn voor de provincies? Dat kan. Ik zou het alvast betreuren.” © Christophe De Muynck

Velen wel, ja. Ook op Twitter bent u niet actief.

“Ik zoek niet graag de controverse op. Ik sta ook niet graag zelf in de belangstelling. Dat zal voor een deel opvoeding zijn. Ik ben wél graag bezig met beleid. Het is daarom dat ik zo geboeid ben door het provinciale niveau. Wij kunnen echt het verschil maken.”

Ik hoor zeggen dat u een dossierkenner bent en iemand die alles met de glimlach oplost. Zou dat kloppen?

“Wellicht wel, ja. Het zal u moeite kosten om mij kwaad te krijgen. Maar als ik kwaad ben, dan kan ik echt ontploffen.” (lacht)

Zou u ook Ventilus met de glimlach kunnen oplossen?

“Neen, dat valt niet met de glimlach op te lossen, vrees ik. Ventilus is enerzijds een belangrijk project om de elektriciteit van de windmolens op de Noordzee aan land te brengen. Dat is een terechte ambitie. Anderzijds moeten we goed bestuderen welke impact dat zal hebben op de omgeving. Ik begrijp de vragen die omwonenden hebben. Het is daarom goed dat de Vlaamse regering investeert in onderzoek.”

Wat geniet uw voorkeur: de kabels ondergronds of bovengronds?

“Ondergronds geniet mijn voorkeur. Maar ik kan geen uitsluitsel geven over de haalbaarheid daarvan. Dat is niet mijn bevoegdheid. Wat niet ondergronds kan, moet zoveel mogelijk de bestaande trajecten volgen.”

Het dossier blijft maar aanslepen. Wanneer zou dit beslist moeten worden?

“We zijn najaar 2021. Volgend jaar moet dit een uitkomst krijgen. En eens die uitkomst op tafel ligt, moeten we er allemaal voor gaan. Dat is het voordeel van deze lange procedure. Alle actiegroepen en burgers krijgen vandaag inspraak. Dit is een beter scenario dan nadien allerlei procedures voor rechtbanken.”

Wat is de grootste uitdaging voor de provincie de komende jaren?

(denkt na) “De manier van omgaan met de beschikbare open ruimte. Landbouw, natuur, recreatie, waterbeheer, lokale besturen: alle partners zullen elkaar moeten vinden als we deze uitdaging tot een goed einde willen brengen. Het belooft een moeilijke uitdaging te worden, maar ik geloof dat we kunnen slagen.”

Uw partij lijkt de laatste verdediger van de provincies. Zou het in 2024 game over kunnen zijn voor dit bestuursniveau?

“Er zijn sowieso provincieraadsverkiezingen over drie jaar. Wat daarna gebeurt, kan ik onmogelijk voorspellen. Zal het game over zijn? Dat kan. Ik zou het alvast betreuren. Ik heb u uitgelegd wat de meerwaarde van het bestuursniveau is. Ik stel wel vast dat er een verschil is tussen wat partijen beweren en wat mensen beweren. Open VLD wil de provincies afschaffen, maar Sabien Lahaye-Battheu zei in deze krant dat ze wel de meerwaarde ziet. Ik hoor ook collega’s van Vooruit en zelfs van N-VA vertellen over de meerwaarde van de provincies. We zullen zien.”

Hebt u eigenlijk nationale ambities?

“Neen, dat hoeft niet voor mij. Ik zit ongelooflijk graag waar ik nu zit.”