Eerste dubbelinterview met onze ministers van Werk: Hilde Crevits en Nathalie Muylle

Nathalie Muylle, federaal minister van (onder andere) Werk, en Hilde Crevits, Vlaams minister van (onder andere) Werk. © Veronique De Boever
Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

Twee generatiegenoten, twee politica’s die eerst als schepen in hun geboortestad hun strepen verdienden. En nu zijn ze allebei minister van onder andere Werk en Economie. We ontmoetten Nathalie Muylle, de federale minister op het kabinet van Vlaams minister Hilde Crevits. Voor beide CD&V’ers waren het slopende weken, maar daar valt tijdens het gesprek weinig van te merken. Vooral de onvoorspelbare brexit houdt hen de komende maanden bij de pinken. “West-Vlaanderen is kwetsbaar als de chaos dreigt.”

Dat ze allebei bevoegd zijn voor Werk kan geen toeval zijn, vinden wij. Werk en West-Vlamingen is een vertrouwde combinatie. En toch, zegt minister Crevits, is het voor een groot deel het lot dat hierover besliste.

Hilde Crevits: “Toegegeven, ik was graag minister van Onderwijs gebleven, maar toen duidelijk werd dat dit niet haalbaar was, vond ik vooral Economie en Werk minstens zo interessant. Ook al omdat Werk eigenlijk aansluit op Onderwijs, er zijn heel wat raakpunten en vervolgtrajecten. Dat Nathalie Muylle in de federale regering kwam, is een gevolg van de overstap van Wouter Beke van de federale naar de Vlaamse regering. We wilden zeker iemand uit de Kamerfractie en dat leidde haast vanzelf naar Nathalie.”

Nathalie Muylle: “Dat overvalt je natuurlijk. Het is keihard werken en het is heel anders dan mijn schepenambt in Roeselare. Je agenda vult zich haast vanzelf, er rest weinig tijd. En ik moest al van bij de start er meteen invliegen, ik kreeg de vuurdoop met het faillissement van Thomas Cook: 81.000 mensen hadden er een reis geboekt, 500 mensen dreigden hun job te verliezen… Er was geen tijd voor getalm.”

Werk en Economie is trouwens niet het terrein waar jullie zich de voorbije jaren in verdiepten. Minister Muylle, u was als Kamerlid vooral werkzaam in de Commissie Volksgezondheid en Leefmilieu.

Nathalie Muylle: “Maar ik keer wel terug naar mijn roots. Toen ik afstudeerde, ben ik aan de slag gegaan in het bedrijfsleven: als zaakvoerder bij supermarktketen GB en daarna als adviseur bij KBC. Daar heb ik heel wat ervaring opgedaan, onder meer wat sociaal overleg betreft en met het economisch leven op zich.”

Werk en Economie zijn, zeker voor de kmo-provincie als West-Vlaanderen, heel belangrijke thema’s. De uitdaging die de Vlaamse en federale regeringen zichzelf oplegt op dat vlak is ook niet gering. Meer mensen naar de werkvloer leiden bijvoorbeeld vormt een extra uitdaging in West-Vlaanderen: hier halen wij al bijna het streefcijfer van 8 werkenden op 10 inwoners uit de actieve leeftijdsgroep. Wie kunnen wij nog meer aan het werk zetten?

Hilde Crevits: “Het klopt dat wij een hoge werkzaamheidsgraad halen in onze provincie en het aantal werkzoekenden bij ons is het laagste cijfer voor heel Vlaanderen. Als je ziet dat er voor elke vacature bij ons amper twee kandidaten onder de werkzoekenden zijn, dan kan je dat inderdaad…”

Dramatisch noemen?

Hilde Crevits: “Dramatisch? Nee toch, dat is positief. Maar de vacatures moeten wel ingevuld raken. En dus moeten we op diverse manieren inspanningen leveren. De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) moet een extra tandje bijsteken om voor die resterende werkzoekenden een passende baan te vinden.”

Met een strenger activeringsbeleid? Wie geen job aanvaardt, strenger straffen?

Hilde Crevits: “Het gaat om een activerings- én sanctioneringsbeleid. VDAB straft zo maar niet, maar voor wie echt geen zin heeft in werk, grijpt de VDAB in. Eerst begeleidend en daarna waarschuwend. Overigens roepen we als Vlaamse overheid de lokale besturen op om nauwer te gaan samenwerken met de VDAB.”

Minister zijn, is keihard werken. Mijn agenda vult zich vanzelf – Nathalie Muylle

Nathalie Muylle: “Het is op basis van de controles van de regio’s dat de federale overheid misbruik van werkloosheidsuitkeringen aanpakt, dus ook op dat vlak is samenwerking belangrijk. Ook Roeselare heeft zo’n pact. En dat werkt. Via het project RSL for Work worden nieuwkomers begel eid naar geschikte jobs of opleidingen. In 2017 stapten 36 mensen in het project. En daarnaast wordt samengewerkt om mensen met een beperking, sociale of financiële problematieken of een verslavingsproblemen aan het werk te helpen. Bedrijven vinden zo nieuwe werknemers en mensen zijn heel tevreden dat ze aan het werk zijn.”

Hilde Crevits: “Ik zie dat Oostende sinds kort ook een arbeidspact gesloten heeft met de VDAB. Vreemd dat het daar zo lang heeft geduurd, voor een stad met meer dan 10 procent werkloosheid. Goed dat het er nu komt want zo’n samenwerking werkt.”

Maar met hengelen in die kleine groep lossen we het vacatureprobleem in onze provincie niet op. Er zal meer nodig zijn.

Hilde Crevits: “En dus gaan we ook actief op zoek bij mensen die nog niet of niet meer werkzoekend zijn. Huisvrouwen en huismannen bijvoorbeeld. Maar ook bij mensen die na een langdurige ziekte moeilijk een passende baan vinden. We hebben voor deze mensen nog een heel traject te gaan. Ik hoor heel vaak van die mensen dat ze na hun ziekte niet meer terug kunnen naar hun oude job – wegens te zwaar, wegens al ingenomen door iemand anders – maar ze willen echt wel weer aan de slag. Het is aan ons om daar flexibele, deeltijdse mogelijkheden voor te creëren.”

Een persoonlijk verhaal sterkt beide ministers in hun overtuiging dat er op dat vlak veel meer inspanningen moeten geleverd worden.

Hilde Crevits: “Mijn moeder kreeg op haar 49ste borstkanker. Ze bleef een jaar weg van haar school en toen ze weer aan het werk ging, was dat niet alleen meteen voltijds, ze moest ook alle bewakingsopdrachten inhalen die ze door haar jaar afwezigheid niet had kunnen doen. Dat was dus extra zwaar. Te zwaar, zo bleek. Met als gevolg dat ze vervroegd met pensioen werd gestuurd. Dat is toch jammer! Ze deed haar job ontzettend graag, ze was een goede leerkracht. En dat zeg ik niet omdat het mijn moeder is, maar dat leid ik af uit de kaartjes die ze nog geregeld ontvangt van vroegere leerlingen. Een baan stimuleert het zelfvertrouwen van een mens, dat mogen we niet vergeten. Werken is goed voor de moraal! We moeten er dan ook voor zorgen dat werken werkbaar blijft willen we mensen terug duurzaam aan de slag krijgen.”

Eerste dubbelinterview met onze ministers van Werk: Hilde Crevits en Nathalie Muylle

Nathalie Muylle: “We moeten inderdaad volop inzetten op wendbaar werk. Zeker nu we mensen langer aan het werk willen. Dat zal alleen maar lukken als we flexibele vormen van werk stimuleren, als bedrijven aan taakdifferentiatie doen. Mijn vader werd op zijn 58ste met brugpensioen gestuurd. Tot zijn 65ste mocht hij niet meer werken. Maar zodra hij 65 was, is hij bij zijn oude werkgever weer aan de slag gegaan. Deeltijds, zo’n 12 uur per week. Door zijn ervaring is hij van onschatbare waarde voor zijn werkgever, voor zijn jonge collega’s en tegelijk heeft het gevoel nog nuttig te zijn. Alleen… wordt hij hierdoor extra belast. Hij heeft zijn jarenlange ervaring, hij begeleidt er jongeren. Alleen… fiscaal is dat allesbehalve aantrekkelijk. Dus ook op dat vlak wacht de nieuwe federale regering een hele uitdaging. We zullen daar echt aandacht moeten voor op brengen.”

U sprak over taakdifferentiatie. Een moeilijk begrip. Wat bedoelt u daar precies mee?

Nathalie Muylle: “Ik geef een voorbeeld. We hebben vandaag handen tekort in de zorg, willen we mensen langer aan het werk houden moeten we oplossingen vinden voor het zware (nacht)werk, de wisselende uren. Dit kan door hen ook in te schakelen voor andere opdrachten zoals vorming, opleiding van jonge collega’s, meer administratieve taken. Op die manier worden jonge collega’s bovendien ontlast. De komende jaren weten we dat er voor elke 100 verpleegkundigen die op pensioen gaan in onze provincie, we amper 30 afgestudeerden kunnen inschakelen om hen te vervangen.”

Tot slot: bij een interview met de ministers van Werk moeten we het uiteraard ook over de brexit hebben…

Nathalie Muylle: “Wij hebben al heel wat maatregelen genomen met de Federale Overheidsdienst Economie. We zien dat al 3.000 West-Vlaamse bedrijven de brexitscan die we op onze website aanbieden, hebben uitgevoerd. Sinds kort is er ook een website actief die vragen van zowel bedrijven als van particulieren beantwoordt. Want het zijn niet alleen ondernemingen die met prangende vragen zitten, ook scholen hebben bijvoorbeeld vragen in verband met studiereizen naar Londen, studenten vragen zich af hoe het zit met de Erasmusopleidingen… We werken op dat vlak uiteraard samen met het Vlaamse kabinet van Hilde.

Hilde Crevits: “Ik heb de voorbije jaren op Onderwijs vooral in een overheidsomgeving gewerkt. Daardoor valt het mij nu nog meer op hoe belangrijk een goed draaiend bedrijfsleven voor onze samenleving is. Welke kracht daarvan kan uitgaan. Maar tegelijkertijd – door die brexittoestand – stel ik vast hoe kwetsbaar onze economie is als chaos dreigt. Wij bereiden ons voor op zowel een akkoord- als op een niet-akkoord-scenario en ook de bedrijven doen dat zoveel als mogelijk. Maar de gevolgen verschillen ook van sector tot sector.”

Dramatisch? Nee, de hoge werkzaamheidsgraad in onze provincie is juist positief! – Hilde Crevits

Nathalie Muylle: “We werken aan een pakket maatregelen en onderzoeken of we bedrijven die getroffen worden door de brexit kunnen helpen door hen bijvoorbeeld een vorm van collectieve of gedeeltelijke tijdelijke werkloosheid toe te kennen, of bepaalde vormen van arbeidsduurvermindering… We moeten daar voor een wettelijk kader zorgen mocht dat inderdaad nodig zijn om in te grijpen…”

Hilde Crevits: “Maar bepaalde sectoren zullen specifieke steun nodig hebben. Neem de visserij. Er zijn acht Europese landen, waaronder België, waarvan de visserijsector zwaar getroffen wordt. We kunnen overwegen om onze visserij in de Britse wateren tijdelijk stil te leggen en de sector in ruil een premie te geven Maar als de andere zeven getroffen landen niet stilleggen, dan pakken ze de plaats van onze vissersvloot in en overleeft onze vloot niet. En dan heb ik het nog niet over de vismijn, de visverwerking … voor je het weet, geraakt de hele sector niet meer van de grond. We zullen dus met zijn achten samen actie moeten ondernemen…”

Nathalie Muylle: “De brexit is dan nog wel geen feit, maar we stellen nu al vast dat onze export de voorbije zes maanden richting Verenigd Koninkrijk daalt. Dat heeft onder meer te maken met het pond dat laag staat ten opzichte van de euro. Vergeet niet dat zelfs met een akkoord de brexit ons tot zo’n 6.000 banen kan kosten.”