Burgemeester Steve Vandenberghe openhartig over zijn burn-out: “Ik moet veranderen, of mijn gezin gaat kapot”

Steve Vandenberghe: “Je moet jezelf niets wijsmaken. Het herstel zal een stuk langer duren. Ik hoop dat ik na de zomer kan terugkeren.”© Christophe De Muynck
Steve Vandenberghe: “Je moet jezelf niets wijsmaken. Het herstel zal een stuk langer duren. Ik hoop dat ik na de zomer kan terugkeren.”© Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“Ik sta voor een zware strijd. Het zal met vallen en opstaan zijn. Maar ik beschouw dit als mijn laatste kans.” Het is een emotionele Steve Vandenberghe die voor het eerst spreekt over zijn burn-out. “Mijn grote sterkte is ook mijn grote valkuil”, bekent de Bredense burgemeester, die met zijn verhaal een taboe wil doorbreken. Het is uitzonderlijk dat een politicus zo open durft praten over kwetsbaarheid.

We schrijven 25 februari. Een opvallend bericht verschijnt op sociale media. Steve Vandenberghe (49), burgemeester van Bredene en Vlaams parlementslid, neemt tijdelijk gas terug omdat hij kampt met gezondheidsproblemen. Meer niet. De populaire socialist was nog niet klaar om het volledige verhaal te vertellen.

Vandaag, één maand later, is hij dat wel. Omdat hij een taboe wil doorbreken. Hij wil geen Calimero-verhaal, benadrukt hij. “Ik heb zelf schuld aan wat gebeurd is. Ik moet veranderen.” Het is een emotionele Vandenberghe die spreekt. We hebben afspraak bij hem thuis. Af en toe laat hij een lange stilte vallen. Omdat hij ermee worstelt. Omdat het hem pijn doet.

“Mijn grote sterkte is ook mijn grote valkuil”, begint hij. “Ik ben een gevoelig politicus. Gevoelig voor problemen van mensen. Ik kan me goed inleven in anderen. Dat is een sterkte als politicus, denk ik. Maar voor mezelf is dat tegelijk een valkuil. Ik wil iedereen helpen. Ik ben te perfectionistisch. Ik wil altijd meer doen en vooral béter doen. Dat is mijn mindset. Ik ben ook een controlefreak. Ik wil alles zélf oplossen.”

Vorige maand kwam een keiharde weerbots. Een burn-out. Al gebruikt hij dat woord niet graag. “Omdat dat soms misbruikt wordt. Ik wil dat vermijden.”

U werkt 24 uur per dag en dat zeven op zeven, zelfs op reis, zei u twee jaar geleden in een interview. Is dat het probleem?

( knikt ) “Vorige zomer zijn we twee weken op reis gegaan. Ik was voortdurend met sociale media bezig, zeker in de tweede week. Een inwoner vond de mondmaskerplicht niet kunnen en schreef op Facebook dat ik geen goede burgemeester ben. Ik heb daar een nacht niet van geslapen. Dat is extreem, hé. Je verpest ook de reis van je vrouw. ( stil ) Ik voel me verantwoordelijk voor alles wat in Bredene gebeurt. Als een inwoner niet tevreden is of problemen heeft, dan neem ik dat altijd persoonlijk. Dan bel ik die mens op en wil ik dat oplossen. Dat is niet gezond. Niet voor mezelf en niet voor mijn gezin. Ik denk ook niet dat de inwoners dat verwachten van mij. Maar het is sterker dan mezelf. Ik doe het mezelf aan.”

Hoe hebt u dit voelen aankomen?

“De eerste symptomen waren al langer zichtbaar. Dat begint met voortdurend piekeren. Negatieve stress. Van een mug een olifant maken. Niet meer kunnen relativeren. Concentratiestoornissen. Dan volgt slapeloosheid. En dan komen ook de paniekaanvallen. Dat is het zwaarste. Je hebt plotseling geen adem meer, alsof je een hartaanval krijgt. Dan kan over iets kleins zijn. ( denkt na ) Ik begon ook te beseffen dat ik thuis niet goed bezig was. Ik was vergeten hoe fantastisch mijn vrouw en mijn zoon zijn. Ik werd voortdurend opgeslorpt door mijn werk. Ik leefde in een aparte bubbel, waardoor ik hen verwaarloosde. ( even moeilijk ) Dat is de wet van Murphy, zeg ik soms. Veel dingen komen samen. En plots is de emmer vol.”

Was de coronacrisis de laatste druppel?

“Dat was één druppel, niet meer dan dat. Corona heeft bij iedereen voor extra negatieve stress gezorgd. Ik kreeg plots kritiek voor beleid van andere niveaus. Ik had het daar moeilijk mee. Ook de schrijnende verhalen wegen op mij. Dorpsgenoten die eenzaam zijn, die hun werk verliezen, die in armoede vervallen: ik zou die mensen allemaal willen helpen. Maar ik moet beseffen dat ik geen superman ben.”

Hoe voelt u zich vandaag?

( blaast ) “Dat is moeilijk uit te leggen. De ene dag beter dan de andere. Soms is opstaan zwaarder dan vijftien kilometer lopen. Je voelt je lusteloos. Zelfs een serie kijken of een boek lezen, lukt amper. Maar soms kan ik ook genieten. Van simpele dingen. Even in de potten roeren. Mijn terras afspuiten. Het heeft ook fysieke impact. Rugpijn, hoofdpijn, noem maar op. Het is geen pretje.”

Wat zeggen uw vrouw en zoon?

“Dat het kwart na twaalf is. Dat ik écht moet veranderen. Ook mijn beste vrienden zeggen dat. Als ik nu niet verander, dan kan het slecht aflopen. ( zwijgt even ) Maar ik voel ook dat ze mij niet meer geloven. Je kan dat vergelijken met een alcoholverslaving. Je kan niet blijven zeggen dat je zal veranderen, je moet het op een dag ook doen. Het is niet de eerste keer dat ik dit meemaak. In 2011 kreeg ik al eens een verwittiging. In 2017 was ik een langere periode thuis, al ben ik toen wel blijven werken als burgemeester. Zorg dat je hieruit lessen trekt , zei mijn vrouw toen al. ( zacht ) Ik heb dat niet gedaan. Ik ben nóg harder gaan werken. Toen we in 2018 de verkiezingen wonnen met een monsterscore, was ik dezelfde nacht al bezig met de volgende verkiezingen. Ik wou nóg beter doen.”

Kan u veranderen, denkt u?

“Ik hoop het. Het móet, of mijn gezin zal eraan kapot gaan. ( emotioneel ) Dat wil ik niet. Dat zou ik mezelf nooit vergeven. Mijn gezin en mijn familie lijden hieronder. Dat kan niet langer. Ik wil echt meer levenskwaliteit. Van hard werken wordt niemand ziek. Ik zal dat blijven doen. Ik moet vooral leren anders werken. Mijn mindset moet veranderen. Dat is durven prioriteiten stellen. Durven delegeren. En vooral: durven néén zeggen. Dat wordt de grootste moeilijkheid. ( lang stil ) Ik sta voor een zware strijd. Het zal met vallen en opstaan zijn. Maar ik beschouw dit als mijn laatste kans. Je kan geen vier keer uitvallen met eenzelfde probleem. ( benadrukt ) Ik zal hier sterker uitkomen. Dat is mijn vaste wil!”

Werkt u met een therapeut?

“Ik heb hulp ingeroepen. Van specialisten, maar ook van vrienden. Ik kan het niet alleen, ik besef dat. Vooral de negatieve stress is nefast voor mij. De meeste politici hebben een dik vel. Ik niet. Als iemand kritiek heeft, dan ben ik daar ziek van. Ik moet écht leren loslaten. Gelukkig voel ik veel steun van de Bredenaars. Dat heeft me deugd gedaan. Ik was bang voor de reacties, geef ik toe. Ik ben soms heel onzeker, al kan ik dat goed verstoppen. Ik ben ook bang voor de reacties over dit interview.”

Steve Vandenberghe: “Als een inwoner niet tevreden is of problemen heeft, dan neem ik dat altijd persoonlijk. Dan bel ik die mens op en wil ik dat oplossen. Dat is niet gezond.”© Christophe De Muynck
Steve Vandenberghe: “Als een inwoner niet tevreden is of problemen heeft, dan neem ik dat altijd persoonlijk. Dan bel ik die mens op en wil ik dat oplossen. Dat is niet gezond.”© Christophe De Muynck

Waarom wou u toch praten?

“Omdat ik het taboe wil doorbreken. Een burn-out is geen teken van zwakte. Dit kan iedereen overkomen. Ik voel me een sterke persoon. Ik kan veel aan. Ik kan ook hard werken. En toch is het mij overkomen.”

U zou aanvankelijk eind maart weer aan het werk gaan. Zal dat lukken?

“Neen. Dat was veel te optimistisch. Je moet jezelf niets wijsmaken. Het herstel zal een stuk langer duren. Ik hoop dat ik na de zomer kan terugkeren, maar ik wil daar geen datum op kleven. De dokters zullen dat wel bepalen. Het is nu vooral belangrijk dat ik herstel en het werk loslaat. Het parlement heb ik al losgelaten. Het is vooral moeilijk om Bredene los te laten. Vorige week lag er alweer een dossier op mijn tafel. Dat wil ik niet meer. Ik zal alleen terugkeren als ik honderd procent klaar ben.”

Laat u zich vervangen?

“Erwin Feys, onze eerste schepen, neemt mijn taken schitterend over. Al wat ik nog doe, is elke ochtend en avond mijn mails doorsturen naar mijn kabinetschef. Ik beschouw dat niet als werken. Ik zou wel graag de huwelijken blijven doen. Dat is belangrijk voor mij. En weet u wat ook? Naar alle begrafenissen blijven gaan. Ik vraag wel vooraf aan de begrafenisondernemer of er nog een plek is voor mij.”

Is dat wel verstandig? Het lijkt mij dat u het weer niet kan loslaten.

“Neen, dat is iets anders. ( enthousiast ) Ik ben een echte burgervader. Ik wil de mensen een hart onder de riem steken in moeilijke tijden. Dat werkt ook therapeutisch voor mij. Ik beschouw mijn inwoners haast als mijn familie.”

U wordt 50 jaar in juni. Speelt dat ook mee?

“Ja. Dat is ook een druppel. Andere dingen worden belangrijk in het leven. Je beseft meer dan ooit hoe belangrijk je gezin is, je vrienden, je familie. Ik wil in de eerste plaats voor mezelf veranderen, maar óók voor hen. Zij verdienen beter. Het is trouwens ook voor mijn mama confronterend. Ze voelde het aankomen. Je zit hier dan wel aan tafel, maar in je hoofd zit je elders , zei ze als ik op bezoek kwam. En dat was ook zo. Ik was altijd maar bezig met een of ander probleem. ( denkt na ) Mijn ouders zijn gescheiden. Mijn vader heeft mij dertig jaar lang in de steek gelaten. Enkele jaren geleden nam hij weer contact op. En wat doe ik dan? Ik help hem direct om een serviceflat te vinden. Ik doe elke week boodschappen voor hem. Dat is wie ik ben. Ik wil altijd iedereen helpen.”

Wil u na uw herstel verder doen als burgemeester en parlementslid?

“Zeker. Ik doe dat veel te graag. Mijn zoon is ook bezeten door de politiek. Doe dat , zeg ik hem. Maar doe het anders dan uw papa. Het leven is meer dan politiek.”


De coronacrisis was één van de druppels voor Steve Vandenberghe. Hij is niet de enige burgemeester die het er lastig mee heeft. Uit een enquête van De Krant van West-Vlaanderen blijkt dat één op de zeven burgemeesters zelfs al dacht aan stoppen. Lees het hier .