Burgemeester Greet De Roo praat openhartig: “Ruiselede komt áltijd op de eerste plaats”

Greet De Roo in haar bureau op het gemeentehuis. Ook daar is het Ruiseleedse platteland nooit ver weg. "Mijn hoofd leegmaken? Door op de boerderij de handen uit de mouwen te steken." © Wouter Meeus
Philippe Verhaest

Al bijna 25 jaar drukt Greet De Roo mee haar stempel op de Ruiseleedse politiek. En dat doet ze nog elke dag met evenveel goesting, zegt de RKD-politica. “Maar het wereldje is harder geworden, ook in onze eigen gemeente”, klinkt het. “De kritiek van oppositiepartij Respect op de samenwerking met Curando kan ik maar moeilijk plaatsen. We kunnen nog door dezelfde deur, maar het is toch anders.”

Greet De Roo is stilaan de belichaming van het Ruiseleedse gemeentehuis. In 1995 ging ze van start als schepen en sinds 2007 staat ze als burgemeester aan het hoofd van de gemeente die hier erg na aan het hart ligt. Al had ze aanvankelijk geen ambitie om een carrière als politica uit te bouwen.

Hoe ben je in het wereldje beland?

“In 1988 vroegen zowel toenmalig burgemeester Marcel Dupont als Joris Van Hulle van CD&V me om op de lijst te staan. Ik had toen wel al wat politieke interesse, maar om er actief deel van uit te maken, was het nog wat te vroeg. We waren volop bezig met ons landbouwbedrijf uit de grond te stampen en ik had drie kleine kinderen om me over te ontfermen. Zes jaar later kreeg ik echter opnieuw de vraag en samen met Marc Demuynck – een collega-landbouwer – besloot ik om voor de Lijst van de Burgemeester te kiezen. We wilden samen de stem van de landbouwers verkondigen.”

Je werd toen ook meteen schepen.

“Met onder andere Ruimtelijke Ordening, Milieu en Financiën in mijn portefeuille. Niet de minste bevoegdheden, maar ik ben er vanaf dag één vol voor gegaan. En gelukkig stond mijn man volledig achter mijn engagement. Helemaal nieuw was het niet voor hem, want ik zette me toen al enkele jaren in voor KVLV en Boerenbond. Hij was het dus al gewoon dat ik ‘s avonds vaak niet thuis was.” (glimlacht)

Privé

– 58 jaar oud, getrouwd met Raf Coens.

– Pieter-Jan (37) en de tweeling Willem-Jan en Robbert-Jan (35) zijn de kinderen. Oma van zes kleinkinderen en twee pluskleinkinderen.

– Afkomstig van Oedelem, maar woont al 39 jaar in Ruiselede.

Loopbaan

– Sinds 1 januari 2007 burgemeester van Ruiselede.

– Runt met haar echtgenoot, zoon Willem-Jan en schoondochter Sylvie een landbouwbedrijf met melkvee en biologische legkippen.

Vrije tijd

– Lezen en tijd doorbrengen met de kleinkinderen.

Had je ooit durven denken dat je het tot burgemeester zou schoppen?

“Neen, totaal niet. Ik voelde me ook erg goed in mijn rol als schepen. Ik kon altijd rekenen op de burgemeester om me te steunen, maar plots was ik het die de kop moest trekken en alle wind moest opvangen. Er ging toen niet meteen een droom in vervulling, maar achteraf gezien ben ik oprecht gelukkig dat ik de stap heb gezet. Toen Etienne Biebuyck als burgemeester stopte, keek iedereen in mijn richting om hem op te volgen. Dat heb ik dus gedaan. (lacht) En ik heb er allesbehalve spijt van. De voorbije jaren kon ik meewerken aan het Ruiselede van vandaag. Dat was – en is nog altijd – een voorrecht.”

Hoe was de reactie van het thuisfront toen je hen het nieuws meldde?

“Die was niet anders dan toen ik schepen werd. Maar nogmaals, zonder de steun van mijn man en kinderen zou dit niet mogelijk geweest zijn. Ze hebben me vaak moeten missen. Aanvankelijk dacht ik dat je als burgemeester niet altijd en overal aanwezig moest zijn, maar ik heb snel geleerd dat dit wél zo is. Niet zozeer om de persoon zelf, maar wel omwille van het ambt dat je bekleedt. De mensen willen dat je eens je hoofd komt tonen. En dat doe ik ondertussen al twaalf jaar. Met heel veel plezier, zelfs. Per jaar werk ik ongeveer 150 evenementen in eigen gemeente af. Veel, maar ook heel leuk. Daar kan je de Ruiseledenaar pas écht spreken.”

En vergezelt je man je dan ook?

(grijnst) “Hij gaat vrijwel nooit met me mee. Hij is gewoon heel graag thuis.”

Ik ben van nature erg rationeel en rustig, maar nu kon ik niet anders dan op tafel slaan

Je taak als burgemeester combineer je met een eigen landbouwbedrijf én je hebt ook nog eens drie zonen opgevoed. Hoe zwaar was die combinatie?

“Niet te onderschatten. Ik heb het wel eens lastig gehad om naar een vergadering of gemeenteraad te vertrekken, zeker wanneer er iets was met een van de kinderen of het bedrijf. Dan ben je eigenlijk op twee plaatsen tegelijk nodig, maar dat lukt natuurlijk niet. Door de jaren heen zijn mijn beide jobs, als ik ze zo mag noemen, helemaal in elkaar gevloeid. Ik doe ze allebei met hart en ziel en heb nu het perfecte evenwicht gevonden. Eén constante is gebleven: wanneer het druk is op de boerderij draaien we ook op het gemeentehuis overuren. Die ‘seizoenen’ lopen quasi gelijk.”

Heb je nooit tegen vooroordelen moeten vechten?

“Dat ik een vrouw ben, heeft nooit meegespeeld. Enfin, dat heb ik toch nooit zo aangevoeld. Maar ik kreeg wel commentaar op het feit dat ik een boerin was. Dat deed me wel pijn. Alsof mensen uit de landbouwsector niet aan politiek konden doen. Gelukkig is die manier van denken stilaan volledig weggeëbd. Alleen tijdens de verkiezingen krijg ik die opmerking nog wel eens te horen. Je beroep mag er eigenlijk nooit toe doen, zolang je het maar goed voor hebt met je gemeente. En dat is in mijn geval zeker zo.”

Burgemeester Greet De Roo praat openhartig:
© Wouter Meeus

Waarom is het burgemeesterschap de mooiste job ter wereld?

“Simpel: je kan mensen helpen. Je staat erg dicht bij de burger en de beslissingen die je neemt, zie je ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. Dat is in de nationale politiek veel minder het geval. Als ik bijvoorbeeld naar ons dorpscentrum kijk, word ik meteen gelukkig. Dat is de voorbije decennia compleet getransformeerd. Dankzij wat er in het gemeentehuis beslist is. Als ik complimentjes krijg over de dienstverlening van de gemeente doet dat deugd. Veel meer dan wanneer die over louter persoonlijke zaken gaan.”

Er moeten ook mindere kanten aan het burgemeesterschap zijn…

“Wanneer je beslissingen moet nemen die individuen treffen, dan is dat niet altijd even makkelijk. Daar lig ik zelf wakker van.”

Waar je ook zeker wakker van hebt gelegen: de kritiek van Respect op de samenwerkingsovereenkomst met de vzw Curando.

“Dat heeft me echt diep geraakt. We hebben al jaren een perfecte relatie met Curando en de Zusters Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën en werken in het volste vertrouwen samen. Als gemeente zorgen we voor wat financiële steun en is een van onze personeelsleden halftijds aangesteld als gastvrouw van het dienstencentrum. Alles werd goedgekeurd, maar Respect ligt dwars om elf extra werkuren die in de overeenkomst opgenomen zijn. Daar kan ik echt niet bij. Alle regels zijn gevolgd, de wijziging heeft geen zware financiële gevolgen voor de gemeente en het gaat bovendien over een organisatie die heel veel goeds doet in Ruiselede, vrijwel altijd in de schaduw. Een week na de bewuste gemeenteraad heeft Curando nog een gezin opgevangen dat nergens naartoe kan. Dat doen ze gewoon, zonder het aan de grote klok te hangen.”

De voorbije 25 jaar heb ik de politiek alleen maar zien verharden, zelfs in ons kleine Ruiselede. En dat betreur ik

Je schreef zelfs een harde brief om je ongenoegen over de hele situatie te uiten.

“Ik kon dit hele verhaal ook gewoon laten passeren. Opnieuw een uitval van de oppositie, niks aan de hand… Maar zo zit de zaak niet in elkaar. Dit was voor mij de spreekwoordelijke druppel. Ik moest gewoon mijn mening ventileren.”

Is er iets gebroken met de oppositie?

“Neen. Zij hebben hun rol te vervullen. Maar zij vragen constant om samenwerking, terwijl ze nu echt tegenwerken. Ik ben van nature erg rationeel en rustig, maar nu kon ik niet anders dan op tafel slaan. We kunnen nog door dezelfde deur, maar het is moeilijker geworden. De voorbije 25 jaar heb ik de politiek alleen maar zien verharden, zelfs in ons kleine Ruiselede. En dat betreur ik.”

Hoe reageerde de modale Ruiseledenaar op het hele verhaal?

“Ik heb veel schouderklopjes gekregen. ‘Het werd tijd dat je eens je tanden hebt getoond’, kreeg ik veel te horen. Maar de zaak heeft me letterlijk wakker gehouden. Je begint je af te vragen wat je verkeerd zou kunnen gedaan hebben, waar de fout ligt… Gelukkig kan ik thuis snel de knop omdraaien. Dan begin ik te werken op de boerderij. De runderen voederen, bezig zijn in de stallen… Dat maakt mijn hoofd leeg. En dankzij mijn kleinkinderen weet ik ook dat er belangrijkere zaken in de wereld zijn.”

Is de zaak afgelopen voor jou?

“Ik heb de pagina omgedraaid. De volgende gemeenteraad staat het vizier weer helemaal op de toekomst. In het belang van Ruiselede en zijn inwoners.”

Ik ben aan mijn laatste bestuursperiode bezig, maar er staat nog geen opvolger klaar

Bijna 25 politieke jaren achter de kiezen, al twaalf jaar burgemeester… Hoe lang blijf je nog aan de slag?

“Ik heb nu al voor mezelf uitgemaakt dat ik aan mijn laatste bestuursperiode bezig ben. Dus maximaal nog tot 2024. Maar het afscheid van de politiek is tegelijk ook nog toekomstmuziek. Er staat nog geen opvolger klaar. Hier stoppen zal wel voor de nodige emoties zorgen. In het gemeentehuis heb ik een groot deel van mijn leven doorgebracht.”

Weet je al hoe je leven er straks zal uitzien?

“Dan wil ik wat me-time hebben. Iets waar ik de afgelopen jaren alleen maar van heb kunnen dromen. En ik wil aan vrijwilligerswerk doen.”

Hoe wil je als burgemeester herinnerd worden?

(blaast) “Wat een vraag. Daar ben ik echt niet mee bezig. Ik ben hier trouwens nog niet weg, hé. Maar ik hoop dat de Ruiseledenaar beseft dat ik de gemeente en haar inwoners altijd op de eerste plaats zet. En niet alleen ikzelf, onze hele ploeg deelt die visie. Ik heb het altijd over ‘wij’, nooit over mezelf. Ik hoop dat die mentaliteit nog lang overeind mag blijven staan.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier