Brugse klimaatschepen Minou Esquenet ijvert voor beter leefmilieu

Schepen Minou Esquenet wil via burgercoöperaties de Bruggelingen betrekken in een duurzaam beleid. © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

“Klimaat is voor mij dé prioriteit, daarom wil ik werk maken van een duurzaamheidsfonds, dat de nodige investeringen zal financieren. Maar ik wil vooral samenwerken met de Bruggelingen rond groene energie via burgercoöperaties”, zegt schepen van Klimaat en Milieubeleid Minou Esquenet (CD&V).

“Brugge zal helaas in 2020 de klimaatdoelstellingen, waartoe het vorige stadsbestuur zich via de Convenant of Mayors engageerde, niet halen”, zucht Minou Esquenet. Tegen volgend jaar moest de CO2-uitstoot op het Brugse grondgebied met 20 procent gedaald zijn en moesten de stadsgebouwen voor de helft energiezuiniger zijn. Bijgevolg dient de nieuwe schepen voor Klimaat de bakens te verleggen. “Er is nood aan een mentaliteitswijziging, de scholieren geven het goede voorbeeld, maar ik ben niet de persoon die met het vingertje wijst en de mensen zegt wat ze moeten doen. Verwacht dus niet dat ik de Bruggelingen opleg wat ze wel of niet meer mogen eten.”

“Een beter leefmilieu begint bij onszelf, dus wil de stad het goede voorbeeld geven”, vervolgt Minou Esquenet. “Het is een voordeel dat al mijn bevoegdheden met elkaar verbonden zijn. Een beter klimaat vereist een energietransitie. Door te werken aan het milieu verminder je het fijn stof. Met nieuwe technologieën in een Smart City werk je efficiënter.”

Heet is het nieuwe normaal

“De zomer van 2018 was heet, we moeten ervan uitgaan dat dit het nieuwe normaal wordt. Onze temperatuur is al met één graad gestegen, als we niks doen is twee graden warmer niet meer te vermijden. We moeten ook lokaal inspanningen doen om die klimaatverandering tegen te gaan. Daarnaast is er nood aan een adaptatieplan: we moeten ons gedrag aanpassen aan het veranderd klimaat en werken op twee fronten.”

“De energietransitie betekent dat we zoveel mogelijk af moeten van fossiele brandstoffen. Brugge heeft 500 stadsgebouwen, met een oppervlakte van 200.000 vierkante meter. We brengen die gebouwen in kaart om na te gaan hoe en waar we kunnen verduurzamen. Dat houdt in dat we enkele stadsgebouwen zullen verkopen. Met die opbrengst en milieusubsidies van hogere overheden wil ik een duurzaamheidsfonds creëren, waarmee we ons stadspatrimonium versneld energiezuiniger kunnen maken. Want we gaan de burger niet extra belasten met die energietransitie. Nieuwe gebouwen, zoals congreshal en exporuimte, moeten duurzaam en functioneel zijn. Alle wagens van de stad enkel elektrisch laten rijden is onmogelijk, maar we willen in het centrum uitstootvrij rijden.”

Aandelen

De schepen onderzoekt ook de mogelijkheid om burgercoöperaties kansen te geven, waarbij Bruggelingen aandelen kunnen kopen in duurzame projecten van de stad. “Het voorbeeld is Eeklo, waar de burgers participeren in nieuwe windmolens. Samenwerken met de lokale gemeenschap is de enige manier om de milieutransitie te doen slagen. We kunnen dat doen zowel bij nieuwbouw als bij grondige renovaties, zoals die van onze stadsbibliotheek De Biekorf. Zo kunnen de bewoners van de binnenstad, die omwille van Unesco geen zonnepanelen mogen plaatsen op hun daken, mee participeren en genieten van het rendement.”

De komende jaren zullen in de haven van Zeebrugge nog minstens 18 windmolens bijgeplaatst worden. “Eenmaal die draaien, zullen we 73 procent van de energienoden van alle Bruggelingen groen produceren. Nu zitten we nog maar aan 32 procent. Daarnaast wil ik actief op zoek naar nieuwe manieren van verwarmen. Het warmtenetwerk van IVBO, dat met de energie van de verbrandingsoven het AZ Sint-Jan verwarmt, is aan renovatie toe. Ik wil als toekomstig IVBO-voorzitter die opportuniteit gebruiken om het warmtenet uit te breiden. Zo droom ik ervan dat IVBO ook kan instaan voor de verwarming in de nieuwe woonwijk in Sint-Pieters. De gistfabriek Genencor wil met haar restwarmte een miniwarmtenet creëren voor de buurt. Kleine parels die we met elkaar kunnen verbinden tot één groot warmtenet!”

Reitjes als buffer

“Tegelijk moeten wij onze stad aanpassen aan de klimaatverandering. In de nabije toekomst zullen we, net als vorige zomer, hogere temperaturen maar ook korte en hevige regenbuien krijgen. Door ruimte te geven aan waterlopen en het openbaar domein slim in te richten, vermijden we dat huizen onder water lopen. KU Leuven onderzoekt dit voor ons. Het vergt meer groen in de stad, maar ook het loskoppelen van afvalwater en regenwater. Gelukkig zijn onze reitjes een afkoelende factor én een buffer voor overtollig water, we zijn beter bestand tegen hevige regenval dan Gent en Antwerpen. Het openen van de Speelmansrei aan ‘t Zand en in het Koning Albertpark zijn voorbeelden van dergelijke klimaatadaptatie. We moeten er over waken dat de ondergrond van nieuwe pleinen en woonwijken het extra water aankan. Dus less is more als het over beton gaat!”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier