Annick Lambrecht (Vooruit) trekt aan alarmbel over mobiliteitsbeleid: “Minister, doe iets, het is alle hens aan dek!”

Annick Lambrecht met haar fiets op de Markt van Brugge. “Ik ben gebeten geraakt door mobiliteit toen ik met mijn kleine dochters door de binnenstad fietste. Levensgevaarlijk was dat. Ik wou dat aanpakken.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Annick Lambrecht trekt aan de alarmbel. Het aantal verkeersdoden moet drastisch omlaag, vindt het Vlaams parlementslid van Vooruit. Ze pleit daarom voor zone 30 in élke bebouwde kom en voor zerotolerantie tegenover alcohol. De voormalige Brugse schepen is scherp voor minister Lydia Peeters. “Zij zal niet slagen in haar ambitie.” Wij hebben een pittig gesprek aan de vooravond van de Week van de Mobiliteit.

Annick Lambrecht

• Geboren op 9 december 1969 in Sint-Amandsberg.

• Licentiate in de Handelswetenschappen.

• Woont in Brugge. Moeder van twee dochters.

• Was tien jaar lector aan de Hogeschool West-Vlaanderen.

• Gemeenteraadslid in Brugge sinds 2007.

• Schepen in Brugge van 2007 tot 2017, bevoegd voor Personeel, Mobiliteit en Sport.

• Federaal parlementslid van 2017 tot 2019.

• Vlaams parlementslid sinds 2019.


Wat is er aan de hand op onze Vlaamse wegen? Zelfs in het coronajaar 2020, toen we allemaal in ons kot zaten, vielen maar liefst 254 verkeersdoden. Ruim 2.000 mensen werden zwaargewond intensieve zorgen binnengebracht. Het jaar 2021 belooft geen beterschap. Alleen al in onze provincie vielen in de eerste week van september zeven verkeersdoden. Altijd iemands vader, altijd iemands kind, schreef onze hoofdredacteur vorige week heel treffend. Het zijn dramatische cijfers voor een welvarende regio.

Wij trekken daarom naar Brugge, voor een grondig gesprek met Annick Lambrecht, mobiliteitsspecialiste van Vooruit. “Ik ben gebeten geraakt door deze materie toen ik met mijn kleine dochters door de binnenstad fietste. Levensgevaarlijk was dat. Ik wou dat aanpakken.” Haar ideaal model is dat van Kopenhagen, waar de fiets voorrang krijgt op de wagen. “Ik heb de Deense hoofdstad al meerdere keren bezocht. Ik kwam telkens boos en gefrustreerd terug. Ik heb daar gezien dat het anders kan én dat het niet veel geld hoeft te kosten. Maar in Vlaanderen bots je zo vaak op muren.”

Ondanks corona stijgt het aantal verkeersdoden in Vlaanderen. Wat zegt dat, volgens u?

“Dat het beleid niet goed bezig is. Een vlotte doorstroming primeert nog altijd op verkeersveiligheid. Alsof het zó erg is om vijf minuten langer onderweg te zijn. De mentaliteit moet veranderen, anders zal het niet lukken. Het beleid zit fout op verschillende vlakken. Het openbaar vervoer wordt leeggezogen. Het fietsbeleid wordt uitgetekend door ingenieurs aan een bureau, niet door mensen die zelf fietsen. Een minister van Mobiliteit zou verplicht moeten worden om de fiets en het openbaar vervoer te nemen.”

Lydia Peeters (Open VLD) is vandaag Vlaams minister van Mobiliteit. Zij wil met een nieuw verkeersveiligheidsplan het aantal doden halveren tegen 2030. Zal zij slagen?

“Néén, want ik zie amper doortastend beleid. De minister is een lieve vrouw, maar ze mist het lef om écht maatregelen te nemen. Ze schuift alle verantwoordelijkheid door naar de lokale besturen. (windt zich op) Heeft zij al eens goed gekeken naar het aantal verkeersdoden? Ze zou op tafel moeten slaan en zeggen: ik ben minister en ik neem het heft in handen. Er zijn verschillende goedkope maatregelen die onmiddellijk zouden leiden tot minder doden.”

Wat zou uw eerste maatregel zijn, als u minister was?

“Vandaag is 50 km/u de norm in de bebouwde kom en 30 km/u de uitzondering. Dat moet omgedraaid worden. Dat zou het verschil maken tussen leven en dood. Het is namelijk bewezen dat voetgangers en fietsers vijf keer meer kans hebben om een aanrijding van 30 km/u te overleven. Stijn Bex (Groen) en ikzelf hebben hierover een wetsvoorstel ingediend. Er zijn hoorzittingen gehouden in het parlement. De experten geven ons gelijk. Maar wat zegt de minister? Dat dat de autonomie is van steden en gemeenten. Wederom. (zucht) Elke verkeersdode is één te veel, staat bovenaan haar debatfiche. (feller) Wel, doe dan iets, het is álle hens aan dek. Een andere maatregel is het verbieden van vrachtverkeer in de buurt van scholen als die opengaan en sluiten.”

Is het probleem niet fundamenteler? De wagen blijft centraal staan in het beleid, ook voor uw partij.

“Ik ben niet tegen de wagen, laat dat duidelijk zijn. Maar de focus zou inderdaad moeten verschuiven naar het openbaar vervoer en de fiets. Ik heb wel het gevoel dat de geesten evolueren. Zelfs N-VA wil nu nadenken over een autoluwe binnenstad in Brugge. Dat was enkele jaren geleden ondenkbaar. Er wordt ook meer geld geïnvesteerd in fietsinfrastructuur. Het is vooral het openbaar vervoer dat slecht wordt behandeld. Maar dat kan u mijn partij toch niet verwijten?”

© Christophe De Muynck

Uw partij blaast warm en koud over een slimme kilometerheffing. Experten noemen dat nochtans een goede maatregel voor economie én milieu. Brussel (waar Vooruit mee bestuurt) aarzelt alweer met de beloofde invoering.

“Dat is geen makkelijke kwestie. Ik begrijp dat Brussel aarzelt. Als men dat vandaag invoert, komt dat neer op een pestbelasting voor de Vlaamse pendelaar. Je moet eerst het openbaar vervoer goed uitbouwen vooraleer je een kilometerheffing kan invoeren. In Brussel is het openbaar vervoer goed uitgebouwd, in Vlaanderen helaas niet. Dus wie zou er gestraft worden? De Vlaming die in Brussel werkt en geen alternatief heeft voor de wagen.”

Met andere woorden, ook u zou deze hervorming op de lange baan schuiven. Is dat niet hét probleem van het mobiliteitsbeleid in dit land?

(feller) “Ik zou onmiddellijk investeren in het openbaar vervoer, waardoor dit niet op de lange baan hoeft. De regering is De Lijn echter aan het leegzuigen. Dat is vreselijk. Het is de voorbode van een privatisering. Dat is niet mijn model.”

Zou u het openbaar vervoer gratis maken?

“Neen. De mensen willen gerust iets betalen voor een ticket. Het openbaar vervoer moet dan wel goed werken. Bovendien is gratis een beladen woord in de politiek. Een dienst moet altijd betaald worden door iemand.”

U zou het kunnen financieren met een kilometerheffing.

(glimlacht) “Dat is de theorie en die klinkt heel mooi. Het is echter niet haalbaar. (denkt na) Als je enkele jaren in de politiek zit, weet je waarvoor je kan vechten en waarvoor niet. Voor een kilometerheffing is er vandaag geen draagvlak. Ik strijd daarom voor beter openbaar vervoer. Wie in de Westhoek woont, heeft een wagen nodig om in Brussel te geraken. Eerst moet dat veranderen.”

Hoe zou u het probleem van de Westhoek aanpakken?

“Ik zou inzetten op vervoer op maat en dus op belbussen. Ik betreur heel erg dat die uit het straatbeeld verdwijnen. (op dreef) In een ideale wereld geven de mensen ’s morgens door op welk uur ze de belbus nodig hebben. Dat moet anno 2021 toch te organiseren zijn? Maar wat is de minister van plan? Zij wil in zee gaan met een Amerikaans bedrijf om vervoer op maat mogelijk te maken. Dan haak ik af.”

Wat vindt u van de focus op elektrische wagens?

“Ik vind dat fout. Een elektrische wagen is duur, het zal het fileprobleem niet oplossen en bovendien betwijfel ik of het de vervuiling zal tegengaan. Is het allemaal wel zo proper? Wat doen we met de batterijen en de opslag? Ik stel me grote vragen bij de vele subsidies die naar deze sector vloeien. We zouden beter het carpoolen fiscaal stimuleren.”

“Lydia Peeters is een lieve vrouw, maar ze mist het lef om écht maatregelen te nemen.
“Lydia Peeters is een lieve vrouw, maar ze mist het lef om écht maatregelen te nemen. © Christophe De Muynck

Het valt trouwens op dat het fileleed alweer op pre-coronaniveau is.

“Dat is vooral door het ontbreken van alternatieven. Onderzoek wijst uit dat mensen kiezen voor het meest efficiënte vervoersmiddel. Snelheid is belangrijker dan duurzaamheid. Ik sta sneller in Brussel met de trein dan met de wagen, dus ik kies voor de trein. Helaas hebben maar weinig mensen die luxe.”

U wijst het beleid met de vinger. Draagt de burger geen verantwoordelijkheid? Alcohol speelt een rol in één op de vier dodelijke ongevallen. Dat is niet de schuld van Lydia Peeters.

“Dat is waar. En dat is zeer pijnlijk. We zijn veel te laks op dat vlak. De West-Vlamingen hebben slecht gescoord in de BOB-campagne van deze zomer. Ik begrijp dat niet. Echt niet. Het zal uw kind maar zijn dat sterft in het verkeer. Ik prijs me gelukkig dat ik zoiets niet heb meegemaakt.”

Wat vindt u van zerotolerantie?

“Ik ben voorstander. Wie drinkt, mag niet achter het stuur kruipen. Ik weet dat dat geen populaire mening is. Als ik zoiets zeg, staat mijn Facebookpagina vol scheldberichten. (even stil) Deze discussie wordt altijd in het belachelijke getrokken door te wijzen op die ene praline met alcohol in. Daar gaat het natuurlijk niet over. Zerotolerantie heeft het voordeel van de duidelijkheid.”

Wat zou u denken van een verplicht alcoholslot in élke wagen?

“Als dat de prijs van de wagen niet doet stijgen, kan dat zeker een goed idee zijn. Ik ben wel waakzaam voor maatregelen die de happy few bevoordelen. Sommigen pleiten voor torenhoge boetes. Ik ben daar minder voorstander van. Ik zou daders eerder een alternatieve straf opleggen. Laat ze een week meedraaien op intensieve zorgen. Dat zou de ogen openen.”

Is het niet frustrerend om parlementslid te zijn van de oppositie? U kan weinig realiseren.

“Dat is zo. Ik zou graag meer impact hebben. Het spel van meerderheid tegen oppositie ligt mij niet goed. Ik moet bekennen dat ik als schepen meer het verschil kon maken. En ik had nog plannen met Brugge. Ik vind het straf wat de burgemeester van Parijs, Anne Hidalgo, realiseert: het stadscentrum autoluw maken en toch niet afgestraft worden door de kiezer. Ook Filip Watteeuw doet straffe dingen in Gent.”

Waarom verliet u Brugge voor het parlement?

“Ik was de eerste opvolger van Johan Vande Lanotte. Het parlement was altijd een droom. Als je die kans krijgt, moet je springen. De politiek is een harde stiel. Als je neen zegt, krijg je doorgaans geen tweede kans. Helaas was toen net de decumul ingevoerd in onze partij. Ik had de twee zeker kunnen combineren.”

U draagt niet voor niets de bijnaam ‘Annick Energiek’.

(lacht) “Dat is al vijftien jaar mijn bijnaam. Een goede vriend heeft die bedacht voor een campagne toen. Cartoonist Bart Van Tieghem heeft er later een strip over gemaakt. Ik vind het een fijne bijnaam, want ze dekt de lading. (denkt na) Ik vind de decumul niet echt logisch. Wie advocaat is, mag zijn kantoor combineren met het parlement. Wie schepen is, mag dat niet. Maar goed: ik ben een trouwe partijsoldaat. Ik zal hier geen ruzie over maken. Ik stel wel vast dat Conner (Rousseau, de voorzitter van Vooruit, red.) hier pragmatischer mee omgaat. Wie weet is er in 2024 wel iets meer mogelijk? Ik hoop het alvast.”

© Christophe De Muynck

Wat is uw prioriteit voor 2024?

“Ik zal me eerst smijten op de Vlaamse verkiezingen. Mijn werk in het parlement is lang niet af. Ik hoop dat de partij mijn werk waardeert en mij opnieuw een mooie plaats wil geven. Maar natuurlijk zou ik ook graag nog iets betekenen voor Brugge. Nu goed: dat is nog veraf. Ik wil er nog niet te veel aan denken. Al spookt het af en toe door mijn hoofd.” (lacht)

Wat vindt u van de vernieuwing onder Rousseau?

“Je voelt dat er een nieuwe wind waait. Het is nog even afwachten, maar ik heb goede hoop dat we eindelijk weer vooruit zullen gaan. Het is lang geleden dat ik iemand heb gezien die zoveel steun geniet in de partij.”

Zijn afkeer van Groen is een publiek geheim. Ligt dat niet moeilijk voor u? U bent bij Groen begonnen en maakte pas in 2006 de overstap naar SP.A, toen het Brugse kartel sneuvelde.

(aarzelend) “Ik moei me liever niet met persoonlijke afkeuren. Wat hij zei over groene woke-onzin, vond ik niet nodig. Ik hou niet van veralgemeningen. Ik ben trouwens het beste voorbeeld dat niet elke groene een geitenwollensok is. (lacht) Ik betreur nog altijd dat het kartel in Brugge afgesprongen is. Ik begrijp dat niet. Wij delen zoveel standpunten. Ik voel me eigenlijk rood-groen. Als we morgen opnieuw de krachten bundelen, zou ik dat toejuichen. Het kan alleen maar voordelen hebben, volgens mij. Maar goed: dat is niet aan de orde.”

Wat vindt u trouwens van de ‘woke’-beweging?

“Dat is niet mijn focus. Ik probeer in mensentaal aan politiek te doen. Ik heb moeten opzoeken wat dat woord betekent. Ik heb de definitie vijf keer gelezen en ik begrijp het nog altijd niet helemaal, vrees ik.” (lacht)

© Christophe De Muynck