Aaron Ooms uit Oostende niet langer nationaal voorzitter van Jongsocialisten

Aaron Ooms: "Jongsocialisten waren goede leerschool." © HH
Redactie KW

Na drie jaar is Oostendenaar Aaron Ooms (30) niet langer nationaal voorzitter van de Jongsocialisten. Hij geeft de fakkel door, maar blijft gebeten door de politiek.

Op 9 december werd Steven Arents uit Blankenberge als nieuwe voorzitter van de Jongsocialisten verkozen. Daarmee kwam een einde aan de twee ambtstermijnen van Aaron Ooms. “Onder mijn voorzitterschap stapten we over van termijnen van één jaar naar twee jaar”, legt hij uit. “Mijn eerste termijn duurde één jaar, na mijn herverkiezing mocht ik nog twee jaar de voorzittershamer opnemen. Nu is het tijd voor een nieuwe wind, een nieuwe groep jongeren die met veel enthousiasme de beweging overneemt.”

Ongebonden

“Er kruipt enorm veel tijd in het jongerenvoorzitterschap”, vertelt Aaron, die vroeger op de communicatiedienst van de SP.A werkte, maar later overstapte naar Caritas International en daar meewerkt aan de integratie van erkende vluchtelingen. “Heel leerrijk, want zo sta je met beide voeten in de sociale realiteit. Maar de combinatie van mijn fulltime job met de Jongsocialisten was niet makkelijk. Zeker niet voor een vader in co-ouderschap als ik. Gelukkig kan ik Lily regelmatig meenemen en is daar veel begrip voor.”

“Elke maandagochtend werd ik op het nationaal partijbureau verwacht. Best imponerend in de eerste maanden dat je daar zit. Maar intussen zal ik het zeker missen. Als jongerenvoorzitter heb je ook veel avondvergaderingen en debatten en je moet geregeld reageren in de media. Heel wat andere jongerenvoorzitters hebben een job binnen de partij. Maar voor mij was het belangrijk om ongebonden te zijn en met de voeten in de realiteit te staan.”

Geweten van partij

“Als Jongsocialisten steunden we heel erg de interne vernieuwing van voorzitter John Crombez. We stappen af van het idee dat je je hele leven politicus blijft. Daarom het verbod om een parlementair mandaat te combineren met dat van burgemeester of schepen in een grote gemeente. Daarom ook de regel dat op alle bovenlokale lijsten minstens één nieuwe kandidaat in de top drie moet staan. Dat betekent dat er altijd een uittredend parlementslid uit de top drie valt, maar voor de vernieuwing is het erg belangrijk.”

“John en ik zijn vrienden en ik beschouw hem als mijn politieke vader”, vertelt Aaron. “Maar we hebben ook goed ruzie gemaakt. Zo waren wij het niet eens toen John voor pushbacks pleitte het onderscheppen van bootvluchtelingen op zee en hen meteen terugsturen. Dat kan niet de koers zijn die een socialistische partij vaart. Het partijbestuur is ons grotendeels gevolgd. Maar door mijn goede band met John kunnen we na zo’n ruzie ook weer verder met elkaar. Ik zie het als een van de belangrijke taken van een jongerenafdeling om het geweten te zijn van de partij. Daarnaast moeten we onze leden politiek vormen en wegen op het maatschappelijk debat.”

De ideale wereld

Aaron liep misschien het meest in de kijker toen het satirische tv-programma De ideale wereld brandhout maakte van een actie op het kabinet van minister van Financiën Johan Van Overtveldt. De Jongsocialisten kwamen de minister telramen overhandigen, maar kregen prompt een lege doos met het opschrift ‘Zilverfonds’ terug. “Voor mezelf één van de moeilijkste lessen”, bekent Aaron. “Maar ik ging inzien dat door die persiflage ook onze boodschap 100% meer werd gehoord. Wij zijn verontwaardigd dat de minister keer op keer beweert dat er geld tekort is, met als enige doel om opnieuw te kunnen snijden in onze sociale zekerheid.”

“Ik beschouw John Crombez als mijn politieke vader”

“Maar het was ten koste van mezelf. Je moet eens durven tegen een muur lopen. Over vijf jaar zie ik mezelf niet meer in de gietende regen aanbellen bij een ministerkabinet. Het gebeurt ook maar zelden dat een minister je bij zo’n actie zelf ontvangt. En dan staat hij daar plots voor je neus met een lege doos… Ja, ook als jongerenpoliticus moet je een dik vel hebben. Dat is iets wat je kweekt. Ik kreeg eens een berichtje dat ik het niet verdiende om papa te zijn, dat ik met mijn ideologie geen kinderen mocht opvoeden. Dat slaat er echt in. Dan moet ik echt eens loskoppelen met vrienden buiten de politiek of ga ik met mijn dochter eens een namiddag naar Plopsaland. Maar het is ook een vorming voor mezelf.”

Microbe van kinds af

“De goesting is er om door te gaan met politiek. Het hangt ervan af wat de partij me vraagt, maar ik heb de microbe te pakken al van kinds af en zou graag groeien in impact. Natuurlijk was en is het voor SP.A niet de makkelijkste periode. Na een lange tijd van regeren was het heel erg aanpassen in de oppositie. En er waren totaal onaanvaardbare schandalen, die niet meer mogen voorvallen. Daarom stopten we veel tijd in interne hervormingen.”

“Maar de grootste uitdaging is om antwoorden te vinden op de nieuwe vragen. We mogen trots zijn op wat we op poten zetten, maar nog altijd vallen er mensen uit de boot. We moeten onze antwoorden op nieuwe problemen duidelijk in de verf zetten en dat is een uitdaging. Tegelijk lijkt extreemrechts normaal geworden. Niemand lijkt er nog van op te kijken dat de FPÖ aan de macht komt in Oostenrijk. Dat mogen wij niet tolereren. Het gevecht voor gelijkheid en rechtvaardigheid moeten we blijven aangaan. Zoals we dat op lokaal niveau doen, met sterk beleid en duidelijke antwoorden voor bijvoorbeeld de uitdaging die diversiteit stelt. Ik heb veel zin om daar verder aan mee te werken. En ik stel vast dat heel wat jongeren zich weer engageren, als je ze maar perspectief geeft op een propere en eerlijke politiek.”

(HH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier