40 jaar burgemeester Leopold Lippens: zijn 40 strafste uitspraken

Leopold Lippens op het strand van zijn Knokke-Heist. © BP
Hannes Hosten

Leopold Lippens is 40 jaar burgemeester van Knokke-Heist. De graaf vierde zondag zijn 78ste verjaardag en wordt nu zaterdag gehuldigd op een groots volksfeest. Voor de buitenwereld staat hij vooral bekend om zijn opmerkelijke uitspraken. Wat volgt is een bloemlezing uit 40 jaar burgemeesterschap en hoe Lippens zelf op enkele uitspraken terugkijkt. “Ik was nooit bang om te zeggen wat ik denk. En ik zeg niet wat de mensen willen dat ik zeg.”

“Ik heb nooit glorie en eer gezocht”, zegt Leopold Lippens. “Ik doe het niet om op een piëdestal te staan. Ik vraag zelf geen feest, maar mijn schepencollege wilde iets organiseren. Ik ben eigenlijk 50 jaar politiek actief, want voor mijn burgemeesterschap was ik nog negen jaar schepen. Dat is niet zo slecht.”

Hoewel hij erom bekend is geworden, vindt Leopold Lippens niet van zichzelf dat hij cassante uitspraken doet. “Maar veel mensen hebben niets meer te vertellen. Het is dikwijls komkommertijd vandaag de dag. Zonder regering draait het land veel beter. Nee, ik zeg gewoon wat ik denk. Ik ben nooit benauwd geweest om dat te doen. Maar ik zeg niet wat de mensen willen dat ik zeg. Maar welke uitspraak van mezelf ik nu de beste vind? Daar kan ik niet op antwoorden. Ik doe nooit uitspraken om ze te doen, dat komt vanzelf. Het blijven uitspraken, niet meer dan dat.”

We legden burgemeester Lippens een reeks uitspraken voor uit zijn lange loopbaan. Een aantal daarvan voorziet hij van commentaar.

1

Wat ik van mijn ouders geleerd heb, dat is le don de l’émerveillement. De gave om je te verwonderen.

2

Wij zijn optimistisch. Vader en moeder hadden een soort Britse humor die wij ook hebben. Wij lachen veel in de familie. Een dag zonder lach is een verloren dag.

“Lachen is uiterst belangrijk. Het is een mogelijkheid om je te ontladen. Als je vandaag de debatten ziet op tv, je zou je toestel door het venster smijten. Niemand die lacht! De mensen zijn erg agressief. Via alle netwerken geraakt de informatie zoveel sneller bij hen dan vroeger. De mensen zijn daar niet meer gelukkig door.”

3

Wij hebben samen, wellicht tot verdriet van onze beide ouders, geregeld de bloemetjes buiten gezet.

Dat vertelde Leopold Lippens ooit over zijn vriendschap met prins Alexander, de intussen overleden zoon van koning Leopold III en prinses Lilian. Het verhaal ging ook dat ze soms dansten met een brandende sigaret in de navel. “We hebben ons goed geamuseerd, zoals alle jonge mensen”, luidt het vandaag kort. “We hebben veel gelachen.”

4

Knokke, een elitaire kustgemeente? Juist, maar elitarisme is synoniem voor proper, veilig, groen, fleurig, verkeersvrije straten, verkeersdrempels en ondergrondse parkings.

5

Knokke vergelijk ik met Asterix en de Galiërs. We zijn omring door zeer jaloerse Romeinen, maar wij hebben de magische drank. En de magie is dat we altijd gemikt hebben op kwaliteit.

“Nee, wij geven de recette van onze toverdrank niet. Maar wij leveren kwaliteit voor iedereen: eendagsbezoekers, inwoners, hotelgasten, tweedeverblijvers. We maken geen differentie. Het is kwaliteit voor iedereen.”

6

Jonge gezinnen die risico willen nemen, kunnen nog altijd een huis bouwen in Knokke-Heist.

“Ik heb het hier over Heulebrug, een formidabel, betaalbaar woonproject, waar 300 jonge gezinnen zijn komen wonen, allemaal mensen van Knokke-Heist. Dat is belangrijk. In toeristische gemeenten, waar de immobiliëndruk hoog is, moeten we zorgen voor alternatieven. Het is heel belangrijk dat hier mensen blijven wonen en het niet allemaal tweedeverblijfstoeristen zijn. Want dan is het hier de helft van het jaar leeg.”

7

Knokke heeft alle voordelen van de stad zonder de nadelen. Ik heb het gevoel met vakantie te zijn in mijn eigen gemeente.

8

Ik ben ervan overtuigd dat Knokke-Heist geworden is wat het is dankzij de Compagnie. Dankzij ons is het Zwin een natuurreservaat en staat het niet vol met appartementen, al hadden we dat gekund.

“Onze familie ligt via de Compagnie Het Zoute aan de basis van de uitbouw van Het Zoute en onrechtstreeks van Knokke. Een formidabele job. We konden alles verkavelen, maar hebben dat niet gedaan. We hebben het met visie uitgebouwd en dat is vandaag de rijkdom van de gemeente.”

9

Niet de familie Lippens heeft Knokke-Heist gemaakt tot wat het nu is. Daar heeft de middenstand voor gezorgd.

10

De echte plaag is die van de frigoboxtoeristen.

Wat Leopold Lippens in 1990 aan het weekblad Panorama zei over ‘frigoboxtoeristen’, blijft hem tot op vandaag achtervolgen. “Ze stoppen in een villawijk, vreten hun koelbox leeg, gooien hun papieren en bananneschillen op de grond”, klonk het toen. Vandaag zegt graaf Lippens dat die uitspraak ‘uit zijn context werd genomen’. “Iedereen is welkom in mijn gemeente, maar mensen die hun rommel hier achterlaten, zijn niet de mensen die wij wensen. De frigobox is een heel goede uitvinding. Ik heb er zelf ook enkele en gebruik ze op reis.”

11

Wij hebben geen grip op Knokke-Heist. Wij zijn een bègrip. We zijn financieel onafhankelijk, zodat we onkreukbaar kunnen zijn. We zijn synoniem met de kwaliteit die in onze gemeente heerst.

12

Voor mij hoeft de dynastie-Lippens niet te worden verdergezet. Knokke-Heist kan ook verder zonder ons.

“Natuurlijk is dat zo”, zegt de burgemeester. “Er zijn meer dan genoeg capabele mensen. Mijn zoon woont bij mij in Knokke, mijn ene dochter woont in Brussel en de andere deels in Parijs, deels in San Francisco. Maar geen van hen heeft ambitie om mij hier op te volgen.

13

Ik zit vaak lang in de auto, maar ik verveel me nooit. Ik zie een vlucht kieviten passeren en als ze naar het noorden vliegen, weet ik dat het gaat vriezen. Ik zie kemphaantjes, ik zie twee bosduiven en ik ben gelukkig.

“Dat is zo. Dat is het grote cadeau dat mijn vader aan ons en mijn twee zussen en broer heeft gegeven: de gave van de verwondering (zie ook uitspraak 1). In de auto verveel ik me nooit. Veel mensen zien niet veel, maar ik kijk: de tarwe die hoog staat, de vogels die voorbij vliegen… Mijn moeder leerde me over de sterren en de bloemen. En dat is mijn grote plezier vandaag: iets wat ze niet meer kunnen wegnemen.”

14

Ik heb geen moeite met groene jongens, de echte dan. De groenen in mijn gemeente tellen boomkikkers en zeggen dan dat ik ze heb uitgemoord.

15

Groene ayatollahs, groene fascisten kunnen zich alles permitteren.

“Ze blijven maar proberen, maar er is een zeker evenwicht nodig”, vindt burgemeester Lippens. “Al die activisten vertellen maar wat ze willen, en dat wordt overgenomen in de pers. Alsof het de graal van de intelligentie is. Maar het is quatch aan de lopende band. Het evenwicht met de milieu-groeperingen in mijn gemeente is bijna goed. Ze willen altijd meer, maar er zijn grenzen en die zullen ze niet overschrijden.”

16

Alles is uiteindelijk te koop, ook het Zwin. Maar als de communisten het willen, zullen ze er wel 1 miljard euro voor moeten neertellen. Of meer.

17

Het Zwin louter uit prestige bij ons houden, zou een slechte beslissing zijn.

Uitspraak 15 dateert uit 2003, als de verkoop van Het Zwin door de Compagnie Het Zoute aan de Vlaamse overheid (en de vlindertuin aan de provincie) nog niet rond is. In 2005 lukte het toch en deed burgemeester Lippens uitspraak 16. “We hadden voorstellen om Het Zwin te verbeteren binnen de Compagnie, maar die zijn afgeketst door de groenen”, vertelt hij nu. “De provincie en het agentschap voor Natuur en Bos doen nu wat ze willen. Ze geven zichzelf vergunningen terwijl ze ons pv’s gaven. Maar ik ben nooit meer in Het Zwin geweest. Dat is verleden tijd.”

18

En wat doen onze politici in hun mooie wagens en lijfwachten, door ons betaald? Wat doen ze aan de beveiliging van de burger? Niets. Het enige wat telt, is herverkozen worden en verder van het systeem profiteren.

19

Ik vind dat we onze textielindustrie moeten verdedigen.

“Daar blijf ik vandaag bij. Ik heb niets tegen naturisten, maar dan met een stukje textiel, vanboven of beneden.”

20

Na zeven jaar iemand uitwijzen die zich integreert, is niet logisch. Wij nemen het als gemeentebestuur op voor de mensen.

40 jaar burgemeester Leopold Lippens: zijn 40 strafste uitspraken
© Davy Coghe

21

Raap op en neem het mee.

Deze uitspraak, eigenlijk meer een anekdote, dateert van toen Leopold Lippens nog schepen was in Knokke-Heist, tussen 1970 en 1979. Lippens wandelde op de zeedijk toen daar een dame met een hondje voorbij kwam. Het dier deed net zijn behoefte en de schepen vroeg aan zijn baasje om de drol op te rapen en mee te nemen. De vrouw weigerde dat te doen, waarop de schepen met één hand de drol opraapte en die met de andere hand in de zak van haar mantel stopte. Zo wil althans het verhaal. Echt gebeurd of niet? “Het is interpreteerbaar”, lacht graaf Lippens. “Meer zeg ik daar niet over. De mensen vertellen veel over mij.”

22

De komst van een eiland is het einde van Knokke-Heist als badstad. Wij krijgen een open riool voor ons, waarin scheepsolie en afval van schepen zal drijven.

“We moeten geen angstpsychose doen. De mensen vergeten dat onze zeedijken nog De zeespiegel dit en dat, maar het einde van het spel is dat er geen tijd meer is om rond de tafel te zitten. Als het niet anders kan, why not? Ik heb de wijsheid niet in pacht. Maar men moet dan wel bewijzen dat het de enige oplossing is.”

23

Alle toeristen zijn hier welkom, maar ik wil Michelle Martin verwittigen dat dat voor haar niet telt.

De ex van Dutroux was in 2012 opgedoken in een kapsalon in Knokke-Heist. “Ik vind nog altijd dat de wet moet aangepast worden”, zegt graaf Lippens vandaag. “Ik heb niets tegen mensen, maar wat deze vrouw gedaan heeft, is toch onvoorstelbaar. En haar dan hier zien rondlopen en er niets aan kunnen doen! Mocht Dutroux over twee jaar vrij komen, zou me dat enorm storen.”

24

Mijnheer Peumans is zelf afschuwelijk. Ik ben blij dat hij niet naar de kust wil komen.

Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans had gezegd dat hij onze kust afschuwelijk vond.

25

Ik ben geen ja-knikker, nooit geweest. Ik ben niet bang om standpunten in te nemen, maar niet zonder steun van mijn bestuur.

“Zo is het ook. Ik heb het enorme geluk gehad met schitterende ploegen te hebben kunnen werken. Alle mensen kunnen een politieke strekking hebben, maar bij Gemeentebelangen is het allemaal de neuzen in dezelfde richting, voor Knokke-Heist. Op lokaal vlak doen we niet aan politiek.”

26

Het is de sterkte van Knokke-Heist: dat een groep van onafhankelijke mensen instaat voor het beleid. Wij zijn geen beroepspolitiekers. Van nationale politiek snap ik trouwens niks.

“Helemaal mee akkoord! Mensen verstaan de politiek niet meer”, vindt burgemeester Lippens. “Kijk naar CD&V, met zeven kandidaat-voorzitters. Ik dacht dat ze maar zeven verkozenen hadden? Zijn die dan allemaal kandidaat? Er zijn geen staatsmannen meer, ze doen het alleen maar om herkozen te worden.”

27

Macht is iets dat je op een matige manier moet uitoefenen, niet zoals een sergeant die luid op de rekruten schreeuwt. Ik heb nog nooit mijn macht misbruikt.

“Ik ben geen machtspersoon. Ik doe aan politiek om iets te kunnen doen voor mijn gemeente. Aan de macht blijven is niet de bedoeling, is men mij beu, dan ben ik weg en zal ik even goed slapen. Daar heb ik geen probleem mee. Ik werk nooit tegen mensen, maar voor ideeën. En de rest komt vanzelf.”

28

Mijn slogan is: learn to say no. Als je altijd ja zegt, altijd een oplossing zoekt, dan zit je in het compromissysteem van ons land dat niet marcheert.

29

Ik voel me een christelijke liberaal: open voor alles en niet extremistisch.

30

Je mag mij met Tijl Uilenspiegel vergelijken, omwille van de vrijheid die ik geniet en mijn Bourgondisch karakter.

“Uilenspiegel amuseerde zich en ging in tegen de structuren van de macht. En zijn vriend Lamme Goedzak, die was dik en aangenaam. Ook dat spreekt mij aan.”

31

De meisjes zijn mooier dan vroeger. Bij mooi weer zijn er heel mooie monokini’s.

“Monokini’s zie je niet meer, dat is voorbij”, reageert burgemeester Lippens op deze uitspraak uit 2010. “Maar de meisjes zien er wel beter uit dan vroeger. Ze zijn beter gekleed en beter uitgerust. Het is alleen jammer dat je zoveel mensen in jeans ziet en op baskets. Ik hou meer van schoenen, rokken en broeken in andere kleuren. Ik heb niets tegen jeans en ik draag het ook, om te gaan jagen en zo. U draagt geen jeans, zie ik. Dat is goed!”

32

Ik doe zoals eenden in de regen: ik schud even en de druppels glijden van me af.

33

Het rood van een roodborstje, dat kan geen schilder nabootsen. Voor mij is dat een Godsbewijs.

“Daar blijf ik bij. Gezelle zou het ook zo zeggen, maar het blauw van een meesje of het rood van een roodborstje zijn erg moeilijk na te bootsen. Voor mij een Godsbewijs.”

34

Ook de mannen van de reinigingsdienst spelen golf, de meest democratische sport ter wereld.

“Die uitspraak dateert van toen we nog een reinigingsdienst hadden. Want nu is die geprivatiseerd”, duidt burgemeester Lippens. “Maar het is wel nog altijd zo op de golf: voor alle lagen van de bevolking. Ikzelf speel ook nog altijd golf.”

35

Ouders hebben geen tijd meer voor hun kinderen. We gaan naar een maatschappij van alleenstaande mensen, die als vanzelf alternatieven zoeken: drugs, alcohol en morele onwaarden.

“De waarden van vroeger bestaan niet meer. Na de gebeurtenissen van 9/11 waren er maar twee die reageerden: de paus en de Dalai Lama. Ik geloof in de vrijheid van denken, maar mensen hebben niets meer om zich aan te hechten. En dat maakt hen ongelukkig. Deze machine (toont smartphone), dat is de waarde van vandaag. Wandel 500 m langs de Lippenslaan, je ziet 300 mensen en 250 van hen hebben hun telefoon in de hand. Ze kunnen niet meer rekenen, tellen, kennen geen aardrijkskunde… Het zit er allemaal in. De machine neemt het over van de mens. Misschien niet ideaal.”

36

De sterkte van onze familie is onze familie. Als mensen me vragen: bent u rijk?, dan zeg ik: zeer rijk. Mijn rijkdom is mijn familie.

“Mijn rijkdom, dat zijn mijn drie kinderen, mijn broer en mijn twee zussen. Of ik ook materiaal rijk ben? Wat is dat. Je slaapt een aantal uren per dag, je werkt een aantal uren… Dat is voor iedereen hetzelfde. De een heeft een Bentley en de ander een Volkswagen, maar misschien rijdt de Volkswagen beter.”

37

In feite ben ik een eenvoudig man, bereikbaar voor iedereen.

“Dat is zo. Ik ben toegankelijk en dat weten de mensen. Naar veel evenementen ga ik niet. Ik ga naar begrafenissen van mensen die ik ken, doe een paar openingen van winkels van goede vrienden en ga naar de tentoonstellingen die me interesseren. Ik heb zeven schepenen, die moeten werken hé.”

38

Elke avond voor het slapengaan lees ik een strip.

“Strips, ik vind het een formidabele manier om naar het leven te kijken. Ik heb er thuis 2.000 of 3.000. Hergé heb ik persoonlijk gekend. Ik las mijn strips altijd in het Frans: Spirou (Robbedoes), Tintin (Kuifje)…”

39

Het is hetzelfde met de pers, die is nooit positief. Bestaan er pillen tegen negatieve journalisten?

“De pers is enorm negatief. Dat ergert mij. Hoe negatiever, hoe meer verkoop. Altijd stakingen en moorden, en patati en patata… Ik lees van tijd tot tijd kranten, maar het interesseert me minder en minder. Zo negatief.”

40

Ik ben van plan nog 30 jaar verder te doen. Tot ik 104 ben. Ik voel me tiptop. Ze kunnen me dan nog eens opereren, als er iets niet goed is. En dan nog eens. Zo hou ik het wel vol tot 2045.

Leopold Lippens is nog niet van plan om te stoppen. Hij is weer voor zes jaar verkozen en sluit niet uit dat hij zich daarna nog eens kandidaat stelt. “Ik amuseer me nog en er zijn enorm veel uitdagingen om een gemeente als de onze in de nieuwe technologische wereld te brengen. We hebben deze legislatuur voor 1 miljard euro veranderingen voorzien. Uitdagingen die me nauw aan het hart liggen. Maar altijd met als prioriteit een gezond financieel beleid. Wij zijn een van de enige gemeenten die niet meer leent, maar alles autofinanciert. De belastingdruk is lager, maar dat komt door ons beleid. We geven niet alles voor niets. Ik ga door zolang mijn gezondheid het toelaat. Maar er zijn grenzen. Of ik niet liever in mijn zetel zou zitten? Ik heb geen zetel.”