100 jaar na de ‘coup’: kasteel van Loppem wordt decor van prestigieuze politieke reeks

Wordt er straks in Loppem opnieuw geschiedenis geschreven? © Philippe de Formanoir
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Deze krant pakt vanaf volgende week uit met de prestigieuze politieke reeks ‘Terug naar Loppem‘. Honderd jaar geleden lag België in puin door de oorlog. Toen tekende Albert I in het kasteel van Loppem de wederopbouw uit. Vandaag ligt België opnieuw in puin. Het coronavirus legt diepe systeemfouten bloot. Wij keren daarom terug naar Loppem, voor een nieuwe metamorfose. We doen dat met tien West-Vlaamse prominenten. Maar zonder koning.

Het kasteel van Loppem was in de nadagen van de Eerste Wereldoorlog dé place to be voor politiek België, omdat koning Albert I daar met zijn gezin verbleef. De oorlog had diepe wonden geslagen. Het land had nood aan een nieuw bestuur en vooral aan ingrijpende hervormingen om het morrende volk te sussen. De koning nodigde in Loppem alle politieke prominenten uit voor diepgaande gesprekken over de toekomst van het land. Er werd een regering van nationale eenheid gevormd, met christendemocraten, socialisten en liberalen. De Brusselse advocaat Léon Delacroix, een erudiet man van katholieke signatuur, werd premier.

Was alles daarmee peis en vree? Neen, zeker niet. Dat extreemlinks en extreemrechts niet uitgenodigd werden op de koninklijke koffie, zorgde amper voor beroering in die tijd. Dat de oude katholiek Charles Woeste, bekend van de film Daens, niet welkom was in Loppem, zorgde wél voor ophef. Er waren ook ontgoochelde Vlaams-nationalisten. Vandaar dat sommigen spreken over de coup van Loppem. De staatsgreep.

Een weloverwogen gastenlijst

De gesprekken vonden plaats in de werkkamer van de koning op de eerste verdieping van het kasteel. Pour la petite histoire: die kamer lag naast de slaapkamer, waar de flamboyante koningin Elisabeth vaak al in dromenland lag. Het is in diezelfde werkkamer dat wij vanaf volgende week onze prominenten gaan ontvangen, in de zeteltjes van toen. Voor één keer gaat ondertekende voor koning spelen. Met dat verschil dat zijn flamboyante eega niet zal liggen luistervinken in de aanpalende kamer.

Koning Albert I (rechts) ontving in Loppem de Franse president Raymond Poincaré (midden). Hier staat Poincaré naast koningin Elisabeth en voor de jonge prins Leopold (de latere Leopold III).
Koning Albert I (rechts) ontving in Loppem de Franse president Raymond Poincaré (midden). Hier staat Poincaré naast koningin Elisabeth en voor de jonge prins Leopold (de latere Leopold III).© gf

Onze gastenlijst is een weloverwogen mix van mannen en vrouwen, de ene jong, de andere nog jonger, de ene links, de andere rechts. Eén iets hebben ze gemeen: ze hebben een uitgesproken visie op de toekomst van dit land. De twee West-Vlaamse ministers van staat komen langs, Yves Leterme en Johan Vande Lanotte. De first lady van de Vlaamse regering, Hilde Crevits. Filip Dewinter en Tom De Meester, radicaal rechts en radicaal links. Een erudiet man zoals Geert Bourgeois. Een jong veulen zoals Maaike De Vreese. Filip Watteeuw, de schrik van Gent. Een uit de kluiten gewassen ceo, Kathleen Verhelst. Het nieuwe godenkind van de socialisten, Conner Rousseau.

Revolutionaire plannen

Wat we gaan doen, is diepgaande gesprekken voeren. Niet over de onmiskenbare schoonheid van het kasteel. Wél over de toekomst van dit land. Dat was honderd jaar geleden ook het opzet. Toen is dat gelukt. Op drie domeinen werden revolutionaire hervormingen doorgevoerd. Op politiek vlak: de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht (weliswaar enkel voor mannen vanaf 21 jaar).

Op economisch vlak: de erkenning van de vrijheid van vakbonden. Wie staakte, vloog niet langer in de bak. Op maatschappelijk vlak: de erkenning dat Nederlands en Frans gelijk zijn. Dat zou leiden tot de Nederlandstalige universiteit van Gent. De koning sprak in zijn fameuze troonrede van 22 november 1918 over de grondvesten van een Vlaamsche Hoogeschool te Gent.

Wij gaan in deze reeks diezelfde oefening maken. De coronacrisis heeft net zoals de oorlog diepe systeemfouten blootgelegd. Wij willen van onze prominenten weten hoe ze vandaag het land willen heropbouwen. Welke revolutionaire plannen zij voor ogen hebben. Eveneens op drie domeinen: politiek, economie en maatschappij. Wij zijn alvast benieuwd. U ook?


Een fascinerend kasteel

Het statige kasteel van Loppem is gelegen op enkele kilometers van Brugge, te midden van een romantische Engelse tuin met eeuwenoude bomen, vijvers en zelfs een doolhof. Het is gebouwd tussen 1858 en 1863 in de heersende stijl van toen: de neogotiek. De opdrachtgevers waren baron Charles van Caloen en zijn vrouw, gravin Savina de Gourcy Serainchamps. Grote namen uit de politiek, de economie en de kunst waren kind aan huis in Loppem. De Franse president kwam er, de Engelse koning, noem maar op.

Het kasteel is honderdvijftig jaar later nog steeds in familiebezit. Het is de Stichting Jean van Caloen die zorgt voor het onderhoud en die het kasteel en het domein openstelt voor bezoekers. Een bezoek is als het ware een reis door de tijd.

De neogotische interieurs en woonvertrekken geven je een inkijk in het leven van de negentiende eeuw. Op de eerste verdieping zie je de familiekapel en de vertrekken van de koninklijke familie. Je kan er ook de rijke kunstcollecties van Jean en Roland van Caloen bewonderen. Het kasteel is een bezoek méér dan waard, zeker deze zomer.

Wil je meer weten, surf dan naar www.kasteelvanloppem.be.