Philippe De Backer: “Noordzee is de leukste van mijn bevoegdheden”

Staatssecretaris voor de Noordzee Philippe De Backer: "Ik ben een man van het terrein. Ik wil voelen en proeven waar ik mee bezig ben." (Foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Redactie KW

Staatssecretaris voor de Noordzee Philippe De Backer (39, Open VLD) voelt zich het gelukkigst bij water en zee. Hij komt dan ook graag en vaak op het terrein. In het nieuwe marien ruimtelijk plan maakt de staatssecretaris dubbel zoveel ruimte vrij als vandaag voor windmolens op zee. “Op termijn zullen die zelfs zonder subsidie gebouwd kunnen worden”, zegt Philippe De Backer.

Het is een symbolisch beeld: good old Mercator met in de verte de reusachtige torens voor het windmolenpark Rentel, klaar om naar hun plaats op zee te worden verscheept. Oud en nieuw raken elkaar, een ideale plek voor een selfie en een gesprek over de toekomstplannen voor het Belgische deel van de Noordzee. De zee, die ook voor Antwerpenaar De Backer tot de verbeelding spreekt.

Wat betekent de zee voor u?

“Ik heb zeker iets met de zee en met water. Ik kom heel graag naar de kust. Je gaat hier op vakantie, leert mensen kennen, bouwt een band op. Ik ben een waterrat, maar geen watersporter. Als het slecht weer was in de zomer en er niemand op het strand was met vrienden gaan zwemmen, dat was de max.”

Hebt u ook iets met schepen en havens?

“Met een schip op reis gaan, dat spreekt me wel aan. Weg zijn van alles, onderweg zijn in dat afgesloten geheel dat een schip is… De scheepvaart is ook innig verbonden met de geschiedenis van ons land. Als Antwerpenaar denk ik aan de Red Star Line, die zoveel mensen destijds vanuit Europa naar de Verenigde Staten bracht. Toen ik zeven jaar geleden Europees Parlementslid werd, ging ik me direct bezighouden met havens en het maritieme. Dat fascineert me.”

“Mensen weten vaak niet wat er allemaal gebeurt op zee, hoe goed we daarin zijn en welke economische impact het heeft”

Komt u vaak ter plaatse?

Ik ben een man van het terrein. Ik wil voelen en proeven waar ik mee bezig ben. Ook nu als staatssecretaris kom ik veel op het terrein. Havens, rederijen, de Rederscentrale… Ik heb ze allemaal bezocht. Ik bezocht de vissers, ging met loodsen aan boord en stond op de kraan die containers lost. Ik heb veel respect voor alles wat hier gebeurd. De zuiginstallatie om olie op zee op te ruimen, niemand in het parlement wist hoe die er uitzag. Maar ik had hem gezien. Dat moet als je goed beleid wil maken.”

De Noordzee is daarvoor een leuke bevoegdheid.

“Ik heb drie leuke bevoegdheden, maar de Noordzee is toch wel de leukste. Omdat de mensen er allemaal zo gepassioneerd mee bezig zijn: met visserij, met milieuverontreiniging, met energie. Maar ook omdat je hier zoveel diversiteit vindt. Mensen weten vaak niet wat er allemaal gebeurt op zee, hoe goed we daarin zijn en welke economische impact het heeft. En ook niet hoe gevaarlijk het soms is, want de zee heeft ook een zwarte kant.”

Uw nieuw marien ruimtelijk plan, dat alle activiteiten op de Noordzee ordent, wordt pas in 2020 van kracht, maar is nu al klaar. Waarom zo vroeg?

“Als we er niet tijdig aan waren begonnen, zou het niet goed komen. Drie dingen zijn anders dan bij het vorige plan. Vooreerst werken we met een langetermijnvisie voor de komende 20, 30, zelfs 40 jaar. Daarnaast baseerden we ons op wetenschappelijke inzichten en gingen we uit van meervoudig ruimtegebruik we combineren activiteiten op dezelfde plaats. We hebben heel veel mensen inspraak gegeven en alle betrokkenen uitgenodigd. Niet zomaar per mail, nee, we zetten mensen samen rond de tafel. Zo ging de visserij in gesprek met de windmolensector of de scheepvaartsector met wie aan aquacultuur doet. Zo gingen de geesten rijpen.”

Wanneer wordt het plan definitief goedgekeurd?

“Het is aanvaard door de ministerraad en doorloopt nu de nodige procedures. Bedoeling is het plan nog deze legislatuur goed te keuren. Ik hoop op een zo groot mogelijke, zo niet unanieme steun in het parlement. Zo hebben we een gedragen document, ongeacht de uitslag van de verkiezingen.”

Er komt een extra zone voor windmolens op zee van 221 km² voor de westkust, zowat een verdubbeling van de ruimte voor windmolenparken tegenover vandaag.

“De toekomst is hernieuwbare energie en de wind waait altijd op zee. Ik was altijd al een groot voorstander van extra windmolens. De nieuwe zone komt wat verder dan de windmolenparken vandaag. Normaal zal je ze niet kunnen zien. De gezichtsvervuiling is nihil. We kozen een plaats waar ze zo weinig mogelijk ingrijpen op andere functies of die juist toelaten. Zo zou visserij er mogelijk zijn. De molens komen verder uit elkaar te staan dan in de huidige windparken, zodat ze elkaar minder wind afvangen.”

De nieuwe parken moeten de belastingbetaler veel minder kosten dan de huidige.

De parken die nu nog moeten gebouwd worden in de bestaande zone, krijgen al 5 miljard euro minder subsidie dan eerst gepland. Dat is een zware onderhandeling geweest, maar met succes. Voor de parken in de nieuwe zone zullen we niet meer zomaar concessies geven, maar laten spelers tegen elkaar opbieden. Zo is het ook in Nederland gebeurd en daar worden in de periode 2023-2025 windmolenparken gebouwd zonder subsidies. Tegen het einde van deze legislatuur willen we duidelijkheid over de procedure, zodat de volgende regering enkel op de startknop moet duwen.”

Experts twijfelen eraan dat het zal lukken zonder subsidies. Wat denkt u?

“Ik heb al veel experts zich zien vergissen. Maar de enige manier om het te weten te komen, is het vragen aan de markt. Als de Belgische bedrijven top zijn, dan moeten ze dat maar bewijzen. En niet proberen de laatste euro er uit te kloppen, maar hun expertise tonen, zodat de factuur voor de consument in lijn ligt met die in het buitenland.”

“Op termijn zullen we windmolenparken op zee bouwen zonder subsidies”

Hoe staat het met de aansluiting op het hoogspanningsnet?

“Dat moet geregeld zijn tegen 2025, bij de uitfasering van de kerncentrales. We willen op dat vlak zekerheden bieden, wat ook zijn impact zal hebben op het verlagen van de prijs. Anders zullen de kandidaten op zeker willen spelen en hun prijs wat verhogen. Het stopcontact op de Noordzee voor de windmolenparken in de bestaande zone is in aanbouw en moet klaar zijn tegen 2019.”

Het energie-atol (donut-vormig eiland waarin water kan worden opgeslagen en weer weggepompt, eigenlijk een vorm van energie-stockage, red.) een paradepaardje van het vorige marien ruimtelijk plan, komt er niet.

Het atol blijkt op dit moment niet betaalbaar en niet de beste oplossing. Er moet nog eens goed over worden nagedacht. Maar er is wel een zone voor energiestockage voorzien. We kunnen later opnieuw aan de markt vragen om daar projecten voor in te dienen en mogelijk komt het atol dan alsnog boven water. Ook daar vertrouw ik op de creativiteit en het innovatievermogen van de Belgische bedrijven.”

Ook het idee van een eiland voor de kust van Knokke-Heist is niet van de baan.

“De Vlaamse overheid wil dat doen, maar er moet wel nog een beetje op gestudeerd worden. Ze moeten echt goed onderbouwen waarom het daar moet gebeuren en wat we doen als het mislukt. Een eiland kan een rol spelen in de kustbescherming en de zandverschuiving, maar we moeten ook de natuurlijkheid van de kust behouden. We hebben een zone voorzien, maar het eiland kan er sowieso niet komen voor het plan in 2020 van kracht wordt.”

Hoever staan we met golfslagenergie?

“Er is een testzone voorzien in de huidige windmolenzone, in de toekomstige parken Mermaid en Seastar. Daar moeten we iets uit leren. Mogelijk wachten we best tot de prijsdaling van de technologie na 2025. Maar we staan ervoor open. Golfslagenergie is perfect combineerbaar met windmolens op zee, maar dan kan je er wel niet meer varen. Het is kiezen.”

Wat beweegt er op het vlak van aquacultuur?

“Voor mosselen, ons nationale gerecht dat niet in ons land gemaakt wordt, loopt een testproject met kweek aan draden in de windmolenzone. De Universiteit Gent werkt er samen met Belgische bedrijven. Daar geloof ik echt in: het samen zetten van de beste onderzoekers met de beste bedrijven. Elders lopen testen met oesters, zeewieren en wormen die ons zand op een natuurlijke manier verstevigen en ons zo beschermen tegen stormen. Aquacultuur vervangt visserij niet, maar is wel belangrijk. Er komt nu een testzone dichter bij de kust, wat het economisch haalbaarder maakt.”

De kaart van onze wateren met de verschillende functies oogt eivol. Zijn er ook stukken nog gewoon zee?

“Natuurlijk. Er zijn de natuurgebieden en de scheepvaartroutes, die ook maar sporadisch gebruikt worden. Wij zijn als één van de weinige landen in orde met alle Europese regelgeving rond vervuiling op zee en voeren ook de nodige controles uit. En met het nieuwe marien ruimtelijk plan is de natuur nog beter beschermd. De Vlakte van de Raan, voor Knokke-Heist, is nu 100% beschermd. Daarmee is een oude discussie beslecht in het voordeel van de natuur. Bovendien is de bescherming niet meer louter op papier. Je moet nu ook een milieu-effectenrapport opmaken als je iets wil doen in natuurgebied. De natuur op zee is nog meer gevrijwaard.”

Philippe en de zee…

Water en rust: “Mocht ik met de Mercator mogen uitvaren voor een lange reis, kies ik een paradijselijke bestemming, zoals de Kaapverdische Eilanden of de Seychellen. Ik ben gepassioneerd door mijn job, maar ook graag eens op mezelf bezig. Dus met mijn familie en een paar vrienden erbij, meer moet dat niet zijn. Mijn vrouw werd onlangs 40 en dat hebben we gevierd met een twaalftal mensen. Ook voor die verre reis hoef ik niet meer mensen om me heen te hebben. Geen telefoon, geen computer… Water, een goed boek en goed eten. Dat volstaat. In die volgorde. Hoewel, dat eten en dat boek zou ik wel eens durven omwisselen.”

Duinbergen: “Ik kom een beetje overal aan de kust. In mijn kindertijd, gingen we meestal naar Blankenberge of Duinbergen. Ook af en toe naar Oostende, waar mijn vader graag naar de paardenrennen ging. Hij is dierenarts. Nu heb ik zelf een gezin en gaan we nog meestal naar Duinbergen of Blankenberge, of voor een weekendje regelmatig naar Oostende. Een tweede verblijf hebben we niet, maar we zijn elk jaar wel enkele dagen aan zee geweest. Na de geboorte van ons tweede kindje, voorzien voor eind juni, komen we een hele maand. Voor mij zal het een beetje op en af zijn, want ik moet ook campagne voeren.”

Schoenen uit: “Als ik aan zee ben, kom ik tot rust. Ik wandel veel en doe boodschappen bij lokale handelaars. Ik test graag uit waar je het beste garnaalkroketje, de beste garnaalsla, de beste tomate crevette… kan vinden. Als ik voor het werk naar zee kom en we hebben nog tijd, ga ik graag eens naar het strand. De schoenen uit en nog tien minuten in het water. Dat maakt je een ander mens. En mijn dochter is net hetzelfde. Als ze moe is, neem haar mee naar het strand en het wordt een ander kind.”

Strand: “We gaan ook aan het strand liggen, ja. Als kind had ik kleine soldaatjes en bouwde zandkastelen. Nu kom ik met een goed boek. Vuilnis neem ik altijd weer mee. Dat vind ik erg belangrijk. Ik werkte ook een marien afvalplan uit om plastic op zee te vermijden.”

Bio

Privé: Geboren in Antwerpen op 4 december 1978. Groeide op in Kapellen, woont nu in Antwerpen. Getrouwd, dochtertje van vier, tweede kindje onderweg.

Opleiding en loopbaan: Doctor in de biotechnologie Universiteit Gent. Onderzoeker, analist biotechbedrijven, Europees Parlementslid Open VLD (2011-2016), staatssecretaris voor de Bestrijding van de Sociale Fraude, Privacy en de Noordzee in opvolging van Bart Tommelein (2016- ).

Vrije tijd: Lezen, koken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier