Zijn er dan geen grenzen voor de megastallen?

Peter Bossu
Peter Bossu Milieuactivist uit Diksmuide

Het aantal vergunningen voor intensieve veeteeltbedrijven is de voorbije drie jaar in Vlaanderen verdrievoudigd. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Ludwig Vandenhove (SP.A) in een parlementaire vraag vroeg aan milieuminister Zuhal Demir (N-VA). Ook in West-Vlaanderen is hetzelfde aan het gebeuren.

Aanvragen voor stallen voor 50.000 kippen die in 6 weken tijd van kuikentje tot slachtrijpe kip opgekweekt worden zijn er met pakken. Is dit nog landbouw en hoe lang kunnen we hier blijven groeien en groeien?

De cijfers knallen

Van 2017 tot oktober 2019 werden er bijna 2.400 aanvragen ingediend voor Klasse I-bedrijven. Dat zijn bedrijven met gemiddeld meer dan 20.000 kippen, meer dan 1.000 varkens, meer dan 500 kalveren en meer dan 200 koeien. Maar het volgens de parlementaire vraag van Vandenhove dus ook gaan om grotere dossiers van meer dan 100.000 kippen. Tachtig procent van de vergunningen werd goedgekeurd. Slechts drie procent van de aanvragen werd geweigerd, staat zwart op wit in de vraag en het antwoord.

Momenteel zijn er circa 3,3 miljoen varkens en 13 miljoen industriekippen in ons provincie. De dichtheid van het aantal varkens is hier het grootst en ook inzake kippen staat West-Vlaanderen samen met de Noorderkempen bij de top 2. De druk van deze gehele industrie van mestproductie, transport (vaak over kleine plattelandswegen), druk op omgeving en leefmilieu is bijzonder groot. Niet voor niks blijven de cijfers van de verschillende mestactieplannen, ondanks alle energie en financiële middelen die er ingestopt wordt door overheid en privé, slecht en in sommige gevallen zelfs barslecht. Zo blijven veel oppervlaktewateren sterk vervuild door te veel meststoffen die er blijven in terecht komen en zijn de gevolgen van de zware stikstofuitstoot nefast voor heel wat natuur. Verder rijzen er ook steeds meer en meer vragen bij de gevolgen voor de volksgezondheid van deze zeer grote concentraties vee in veel dorpen in onze provincie. Momenteel slaat ook de kippengriep weer toe in onze provincie en virologen houden hun hart vast voor het moment dat deze, maar bv. ook de varkensgriep overslaat op een andere diersoort. In de geschiedenis zijn al meermaals pandemieën ontstaan doordat een virus muteerde en oversloeg van een dier op de mens, die natuurlijk ook een zoogdier is. Om een recente te noemen: het coronavirus…

De draagkracht kraakt en dreigt snel te breken

Hoelang kan dit nog doorgaan vooraleer de draagkracht voor mens, milieu én economie breekt? Zijn er hier geen grenzen aan de groei en moeten we ons als samenleving niet dringend afvragen of we echt zoveel kippen en varkens moeten produceren om daarvan heel veel uit te voeren naar het buitenland terwijl we hier met miljoenen tonnen mestoverschot blijven zitten?

De vraag stellen is… hier toch wel een enorme verantwoordelijkheid leggen in de mand van de verantwoordelijkheden van lokale besturen, de provincie en de Vlaamse regering. Hoelang kan men in naam van wat dan ook nog blijven beweren dat dit noodzakelijk is voor de leefbaarheid van de landbouw, echte landbouw is en geen systeem dat voornamelijk op maat is van de concerns en grote veevoederbedrijven? Kan iemand me uitleggen waar hier de vrijheid van de echte boer nog zit?

En het antwoord van minister Demir daarop?

In tegenstelling tot de vorige milieuminister, die op dergelijke vragen altijd antwoordde dat enkel verder groeien en groeien de Vlaamse landbouw kan redden, zei Demir wel iets hoopgevend. De minister zal snel een omzendbrief sturen over de gevolgen en de verantwoordelijkheden over deze verdere toename van megastallen. Dat is op zich goed en sterker dan veel lezers wellicht als eerste reactie denken.

De realiteit is dat vergunningen op gemeentelijk vlak worden tegengehouden, maar daarna passeren op provinciaal niveau. Ik laat in het midden wat de meerderheid daar drijft en welke belangengroep ze volgen, maar in het verleden klonk het vaak dat het geen zin had om een dossier af te wijzen want dat de (toenmalige) minister toch in beroep alles goedkeurde. Minister Demir deed de jongste tijd al het tegenovergestelde en keurde een reeks grote dossiers af.

Laat ons hopen dat de omzendbrief van de minister ook krachtig is en toont dat er hier echt wel grenzen aan de groei zijn. Sommigen gaan het niet graag horen, maar de omwonenden van zoveel megastallen, het leefmilieu én de boeren die nog echt boeren en dus vrij willen zijn, snakken hier naar het stellen van duidelijke en strenge grenzen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier