De Tieltse schrijfster Ann De Craemer geeft elke week een inkijk in haar leven.
Een tijdje geleden schreef ik over de nieuwe kapperszaak in mijn straat. Ik maakte toen een, best wel grappige, fout: ik had het over Barber Shop San Francisco in plaats van Saint-Tropez. Die fout is bij deze rechtgezet.
Tot mijn grote spijt zijn mijn verwachtingen over alweer een kapperszaak in Tielt voorlopig uitgekomen: ik zie weinig klanten en de eigenaar zit vaak op de trappen van zijn shop. Ik heb altijd alle respect en bewondering voor mensen die het risico nemen om een zaak uit de grond te stappen. Als het minder gaat, doet dat pijn.
De eigenaar op de trappen deed me denken aan hoe belangrijk het is om werk te hebben. Mensen zeggen vaak dat ze de Lotto willen winnen omdat ze dan nooit meer moeten werken, maar aangenaam lijkt me dat niet. In het begin zal het vast het paradijs zijn, maar een mens moet zich nuttig kunnen voelen.
Bij De Weekbode merkte ik hoe leuk ik het vond om woorden op papier tot leven te zien komen
Ik dacht terug aan de tijd dat ik zelf werkloos was. Dat duurde na mijn afstuderen in 2005 een half jaar en ik vond het absoluut geen fijne periode. Daar zit je dan, met twee diploma’s en met te veel tijd om te doden. Maar mijn eerste job was meteen een schot in de roos: ik ging werken voor deze krant. Ik mocht, op de redactie van Krant van West-Vlaanderen in Roeselare, schrijven voor de editie Roeselare-Tielt. Ik mocht veel de baan op om mensen te interviewen, van burgemeester tot gewone mensen – die met pensioen gingen, die gevlucht waren uit Afghanistan en in Roeselare een nieuwe thuis probeerden op te bouwen.
Het was gevarieerd en ik denk dat daar de kiem van mijn schrijverschap ligt: ik merkte hoe leuk ik het vond om woorden op papier tot leven te zien komen en daarmee impact te hebben. Zonder deze krant had dat langer geduurd, dus vandaag is het zalig om hier een column te hebben en te weten dat zoveel lezers mijn column graag lezen. Dankjewel!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier