Voor Grote Ondernemers biedt het vierde en vijfde verblijf voldoende perspectief
Frederic Vansteenkiste is getrouwd en papa van twee dochters. Hij werkt voor afvalintercommunale MIROM Roeselare. In deze blog heeft hij het dit keer over het leven in en nà coronatijden.
Juij, we krijgen weer ‘perspectief’. Ik herinner me de term vooral van de lessen plastische opvoeding in ‘t middelbaar, waar je dan een kubus in 3D moest tekenen, maar tegenwoordig slaat dit nu vooral op een datum waarop iets weer mag dat een tijdje niet meer mocht.
En we hebben er massaal nood aan, aan dat perspectief. We snakken er naar. De eersten die er enkele geleden wat van kregen, waren twee bevolkingsgroepen die zo ongeveer de overgrote meerderheid van de populatie uitmaken: de Hardwerkende Vlaming en de Kleine Ondernemer. Al wie een of andere zelfstandige activiteit verricht in dit land, valt gemakshalve onder de noemer ‘Kleine Ondernemer’. Je kent er wel, of je bent er zelf een. Ze werken hard, gaan gebukt onder regeltjes en belastingdruk, worden niét gehoord door de politiek en zitten al eens op hun tandvlees. Gròte Ondernemers zijn er natuurlijk ook, maar dat zijn eigenlijk gewoon Fernand Huts, Marc Coucke en een paar deelnemers uit ‘The Sky is the Limit’. En die hebben geen perspectief nodig, hun riante vierde en vijfde verblijf biedt hen op zich al perspectief genoeg.
Voor Grote Ondernemers biedt het vierde en vijfde verblijf voldoende perspectief
Alle mensen die géén zelfstandige activiteit uitoefenen en ergens in loondienst werken, in de privé of voor de overheid, vallen per definitie onder de noemer ‘Hardwerkende Vlaming’. Ambtenaren, arbeiders en bedienden, onderwijspersoneel, de zorg… je kent er wel of je bent er een. Ze werken hard, gaan gebukt onder regeltjes en belastingdruk, worden niét gehoord door de politiek en zitten al eens op hun tandvlees.
Gezien de Hardwerkende Vlaming en de Kleine Ondernemer zoals eerder vermeld ongeveer de hele bevolking vertegenwoordigen, maken ze ook het meest lawaai op sociale media en hebben ze het grootste electoraal gewicht. Zodoende zijn ze ook hét geliefkoosde doelpubliek van alle kranten & televisiestations, én van de politieke partijen. Niet onlogisch dus dat deze mensen als eerste wat perspectief kregen begin mei. Ze mochten weer (hard) gaan werken en ze konden weer (klein) ondernemen. Allemaal met de nodige afstand en met handjes wassen en al uiteraard.
De Tweedeverblijvers
Maar natuurlijk kon het daar niet stoppen, want ook alle mensen die om onverklaarbare redenen niét tot een van die groepen behoren wilden best wat perspectief, zo ook allerlei subgroepen en menggroepen. De bekendste menggroep is ongetwijfeld die van de Tweedeverblijvers, een mix van (toch al redelijk grote) Kleine Ondernemers en (héél erg) Hardwerkende Vlamingen. Zij waren de volgende die extra versoepeling van de ondraaglijke coronamaatregelen claimden. Cruciaal en hoogdringend en niet om zomaar te gaan genieten. Ze moesten vooral allemaal gaan kijken of er geen kraan lekte of een venstertje klemde in dat tweede verblijf van hen. Allemaal niet het geval, zo bleek gelukkig, al goed dat we aan dié ramp zijn ontsnapt.
De komende weken zal het wel een beetje zo voortgaan, met telkens nieuwe niches die aandringen op wat mededogen en compassie. De sporters en de kindjes hebben intussen ook al wat, de horeca wacht vol spanning en daarna volgen nog de cultuursector, de grootouders, de evenementenbranche, koorzangers, bloemenmeisjes, amokmakers, worstelaars en – vermoedelijk pas helemaal op het eind – liefhebbers van wulpse feestjes in La Brasa.
Liefhebbers van wulpse feestjes in La Brasa zullen het langst moeten wachten
Toch wil ik hier nog een en ander in – jawel – perspectief plaatsen. Want enkele groepen dreigen hopeloos over het hoofd gezien te worden. Niet omdat ze niet met genoeg zijn of omdat de situatie voor hen zoveel draaglijker is, wel integendeel. Ik wil aandacht voor ze vragen omdat ze geen belangengroep of federatie hebben die voor hen spreekt, omdat ze misschien niet goed pakken op beeld of omdat ze uit gewoonte berusten in hun lot. Daarom wil ik graag een lans breken voor deze achtergestelde groepen en bij de ‘GEES’ aandringen om ook aan hen te denken bij de eerstvolgende versoepelingen.
1. Appartementsbewoners
Bij het begin van de lockdown light moesten we allemaal in ons kot blijven, maar je hebt een kot en een kot natuurlijk. Niet overal naartoe kunnen is wat vervelend, maar in je kot blijven als dat kot vier verdiepingen telt en ook een tuin omvat waar je kunt spelen, barbecueën, aperitieven of gewoon genieten van de zon, misschien nog met een terras met plaats voor een pingpongtafel en nog ergens een zwembadje, dan valt dat best wel mee. Beeld je eens in hoe het moet zijn als je héle huis (slaapkamer, keuken, badkamer én leefruimte) zo ongeveer de oppervlakte zou hebben van enkel de living. En dat je daar dan twee en een halve maand opgesloten zit met het hele gezin.
Ook als de kindjes een criseke doen, ook als je barstende koppijn hebt, ook als iedereen een beetje hyper staat en de zenuwen quasi op springen staan. Niet te onderschatten, maar een realiteit voor héél veel mensen. Voor deze groep stel ik dan ook voor dat we gewoon voor een praktische oplossing gaan. De tweedeverblijvers die aan zee of in de dardennen hun tweede kot gaan keuren op lekkende kranen, staan tijdelijk hun éérste verblijf met tuin af aan een van die gezinnen. Vlaanderen telt zo’n 215.000 tweedeverblijven, waarvan de helft aan zee. Net genoeg om de 680.000 mensen die in armoede leven, vaak in een piepklein appartementje, wat zomers perspectief te bieden denk ik dan. Opgelost, geen dank.
2. De mensen die al miserie hàdden
Oké, sinds half maart zijn er voor ons allemaal een pak problemen bijgekomen. Van banale zaken als een tekort aan toiletpapier of de tijdelijke onmogelijkheid om pita te eten tot echt ingrijpende fenomenen als je ouders of je kleinkind niet meer kunnen vastpakken en de noodzaak om het zuiniger aan te pakken door technische werkloosheid of gedwongen sluitingen. Ambetant, maar als je tegen een stootje kan, krabbel je wel weer recht.
Maar voor heel wat gezinnen kwamen die ongemakken gewoon bovenop een immense hoop andere miserie, die ze ervoor òòk al niet opgeruimd kregen. Kwetsbare gezinnen die de hulpverlening zagen opdrogen, jongeren op de rand van een afgrond waar de laatste morzel vaste grond verdween en moeilijke thuissituaties die door de lockdown plots nog een pak explosiever werden. Ze zitten niet in de dagelijkse statistieken, maar ze riskeren snel in andere curves terecht te komen. Het is goed dat we denken aan de horeca en onze winkels, maar ik mag hopen dat er ook voor die mensen naar een herstelplan gekeken wordt. Misschien kan er een deel van de Hardwerkende Vlamingen actief in enkele sectoren die nu lamgelegd werden (en die we al bij al niet zò hard gemist hebben) omgeschoold worden tot hulpverleners en zorgenden? Dàt lijkt me nu eens een sector met toekomst.
3. Vrouwen (en venten) van virologen
Een laatste groep mensen waar we de voorbije weken veel te weinig aan hebben gedacht is een pak kleiner. De echtgenote(s/n) van Marc Van Ranst, Steven Van Gucht, Erika Vlieghe en de andere experts die dagelijks in elke radio- en tv-studio opduiken, zaten niet enkel net als wij allen ‘in hun kot’, ze zaten daar ook nog eens moederziel alleen. Hun erudiete partners sjeesden van de Reyerslaan naar de Medialaan en mochten tussendoor nerveuze ministers in de Wetstraat pre-teachen over pandemieën. Hun partner moest ze delen met alle kijkbuiskindjes, Martine Tanghe kon op de duur meer aanspraak maken om in de bubbel van Steven Van Gucht te komen dan zijn eigen vrouw.
De virologen mochten tussendoor nerveuze ministers pre-teachen over pandemieën
Maar amper thuis of niet, Marc, Erika, Steven en co bleven geduldig uitleggen hoe de situatie was, waarom een knuffel echt nog niet kon en waarom ‘de minister misschien een beetje voorbarig was geweest’. En mevrouw Van Ranst intussen maar truitjes wassen en strijken… De heren en dames virologen en hun partner wil ik komende zomer een aangename vakantie gunnen. Naar goeie traditie kunnen de tv-zenders dan gewoon herhalingen uitzenden van hun adviezen van de voorbije maanden. Als we al te snel al te laks gaan omspringen met de maatregelen is de kans trouwens toch reëel dat die eerdere adviezen weer actueel worden…
Zo, geachte Veiligheidsraad. Hiermee weten jullie ook waarmee jullie eerstdaags aan de slag kunnen. Indien gewenst kan ik gerust nog een powerpointpresentatie bezorgen om een en ander te illustreren.
Leven zonder auto
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier