De Tieltse schrijfster Ann De Craemer geeft elke week een inkijk in haar leven.
‘Wie worstelt met verdriet, gemis en afscheid kan voortaan terecht op een bijzondere troostplek, een stil hoekje op de Poelbergsite met zicht op het weidse landschap. De troostplek is een initiatief van de Tieltse afdeling van vrouwenvereniging Ferm met medewerking van het Tieltse stadsbestuur.’
Dat las ik dinsdag op de website van deze krant. Ik heb het ‘stil hoekje’ nog niet gezien, maar zodra ik vandaag klaar ben met werken, neem ik mijn fiets en rijd ik ernaartoe. Ik denk dat ik zal huilen, maar dat mag en zeker daar. Hebben we immers niet allemaal iemand in onze gedachten die de tranen naar boven doet komen?
“In een uitgestrekt landschap is degene die je mist als het ware dichter bij jou”
Rouwen kun je in principe overal doen, maar de natuur helpt, en daarom juich ik het initiatief van Ferm en Tielt zo toe. Uitzicht over een weids landschap biedt altijd troost. Je kunt rouwen omdat je een geliefde mist die overleden is, of een die er nog is maar niet meer bij jou omdat de liefde verdwenen is, of je kunt rouwen omdat je huisdier niet meer elke avond zijn lieve warme lijf op je schoot legt. In een uitgestrekt landschap is degene die je mist als het ware dichter bij jou.
Het maakt het ook makkelijker om, al is het behulp van een boom of voorbijdrijvende wolk, je geliefde toe te spreken. Dat doe ik soms: hardop praten met wie je mist. Het helpt, en vaak hoor je in gedachten een stem, en verschijnt er een glimlach op je gezicht. Ik kan hele conversaties houden met mensen die er niet meer zijn. Als ik thuiskom, schrijf ik ze soms op en herlees ik ze. En kijk, plots lijkt het alsof ze weer bij jou zijn.
Dinsdagavond schreef ik op Twitter: ‘Soms huil je en weet je niet eens waarom. Misschien moeten tranen soms de plekken verlaten waar ze diep in onze geest al te lang vastzitten.’ Moge de nieuwe troostplek mensen daarbij helpen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier