Sport als het ultieme vaccin

© BELGA
Mieke Verhelle
Mieke Verhelle Chef Nieuws Online

Als klein meisje klom ik graag op kasten en haalde ik acrobatische toeren uit. Er werd al eens geopperd dat ik moest turnen, maar ik had een hekel aan de turnles. Ik las liever een boek terwijl mijn benen over de rugleuning van de zetel hingen, dan dat ik de turnsloffen aan moest trekken. Toen ik over de bok moest springen, zag ik te veel rampscenario’s door mijn hoofd spoken. Dat mijn juf en klasgenootjes er op stonden te kijken, maakte het niet minder draaglijk.

Ik heb nog altijd weinig met sport. Ik trek mijn loopschoenen vooral aan om met een gerust geweten uit eten te gaan. Maar ik ben olympisch kampioen in het verzinnen van uitvluchten om ze in de kast te laten staan.

Je hebt één kans in vier jaar om te scoren terwijl miljoenen mensen zitten te kijken

Toch heb ik al zes keer naar de finale gekeken van Nina Derwael en ging mijn hart uit naar Emma Plasschaert. Wat gunde ik haar een medaille, al snap ik niets van zeilsport. Ik juichte mee om de medaille van de Red Lions en zat op het puntje van mijn stoel bij de wedstrijden van de Belgian Cats. De inzet, het doorzettingsvermogen, omgaan met druk… En dan één kans in vier jaar om te scoren of te falen terwijl miljoenen mensen wereldwijd zitten te kijken en commentaar op je hebben. Mijn bewondering voor die sporters en hun entourage is groot. Enorm groot.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat die topsporters kinderen en jongeren inspireren. Ze dromen ervan om de nieuwe Emma Meesseman te worden, de volgende Nina Derwael of Michael Casse. Sportclubs barsten uit hun voegen. En dat is een goede zaak. Dat olympisch goud voor weinigen van hen is weggelegd, is bijzaak. Ze leren bewegen en omgaan met teamgenoten en met druk. Sport is voor veel zaken goed. Niet in het minst voor de gezondheid en de mentale weerstand. Het voorbije anderhalf jaar hebben we allemaal gemerkt hoe belangrijk die zijn. Daar kan geen enkel vaccin tegenop.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier