REISBLOG (2): “Mijn eerste dag in uniform. Nu zie ik er nog jonger uit dan anders”

Bericht aan het thuisfront: we stellen het goed! © CT
Charlotte Therssen

Onze collega Charlotte stapt voor zes maanden uit het mediawereldje en volgt haar verloofde naar Cuba. Op kw.be zal ze tweewekelijks vertellen over haar leven aan de andere kant van de wereld. Maak kennis met onze journaliste, bijna-bruidje en Jetair-hostess in een veel te krappe broek.

Met wat voor gedachten trokken ik en mijn bijna-man toch naar Cuba? Dat we in een land zouden terechtkomen waar kinderen nog nooit een Disney-film bekeken hadden en waar de muziek van Amerikaanse hitkanonnen werd geruild voor tijdloze salsa. Ik zie ons nog de avond voor ons vertrek Beyoncé door onze playlist jagen. Ze zou gemist worden. En het eten. Kip en bonen, werd ons verteld, en dat bijna elke dag van de week. Bij deze wil ik het thuisfront geruststellen: daar is niets van aan. (Ik nipte na vorige zin even van mijn Cubata, Een Cuba Libre met 7 jaar oude rum. Veel zoeter, veel meer iets voor meisjes vind ik…) Het gaat dus goed met ons.Vooraleer het werk aan te vatten, gingen we eerst tien dagen in opleiding. We leerden hierin de hotels, de collega’s en de Cubaanse gewoonten beter kennen. Omdat onze ‘woning’ (lees: hotelkamer) voor de komende zes maanden nog niet vrij was, sliepen we de eerste week in de casa particular van Anaïs. Een rondborstige dame bij wie de bovenste randjes van haar bh boven haar topje uitstaken. Ze had ook teveel ‘lippen’ in verhouding met haar mond, die ze steevast een koraalrood tintje gaf en in lachpositie moest houden. Ze deinsde er ook niet voor terug ons dicht te nemen voor een kus als we ‘s morgens naar het werk vertrokken, al dan niet nog in haar kort satijnen nachtjurkje.

Als de Staat je iets vraagt, kan je dat hier niet weigeren

Reis rond de wereld

Lief was ze wel, onze Anaïs, maar haar kamer was toch net iets te klein voor ons tweeën en onze negen koffers. Ik waande me een 9-jarige in de turnzaal van de school en het spel is: Reis rond de wereld. Dan moest je een parcours afleggen op toestellen en mocht je de grond niet raken. Dat was het nu ook, maar met koffers. En dan komen de gevreesde vragen: weet jij waar de shampoo ligt? Een mijn riem? Die grote badhanddoek? Begin daar maar eens aan… wetende dat ik dingen kwijtspeelde die ik vijf minuten eerder nog in mijn hand had.

REISBLOG (2):

Het vensterraam had een aantal dagen voor onze komst open gestaan. De oorzaak hiervan was dat Anaïs onlangs verplicht werd door de politie om een dief een slaapplek te geven. Er was geen plaats meer in de gevangenis. Als de Staat je iets vraagt, kan je dat hier niet weigeren… De inbreker heeft die nacht het vensterslot geforceerd en is uitgebroken. De ironie… Maar dat maakte wel dat de kamer ondertussen een gezellig hol was geworden voor muggen. Met twee kuiten vol ‘plamakken’, zoals ze dat in het West-Vlaams zeggen, werd ik voor de eerste keer wakker in mijn nieuwe thuisland. Rustend ook op onze badhanddoeken, want ik zou niet rechtstreeks op die matras slapen. Mijn verloofde vond het eerst schattig aandoenlijk, maar deed het toen ook.

Frietjes?! Alleen op verlofdag

Ondertussen zitten we al in ons prachtige hotel waar we elke ochtend en avond kunnen aanschuiven aan het grootste buffet dat ik ooit zag. Ho Ho Ho, dachten wij eergisteren, met voor ons gekruide vleesballetjes met frietjes, stukjes pizza, twee krabben, een gekruide kippenbil en wat pompoenpuree. Dit loopt goed fout. Daarom hebben we elkaar beloofd om telkens voor één gerecht te gaan, en mogen frietjes alleen nog maar op onze verlofdag. Mijn lief houdt zich zelfs aan een koolhydratendieet. Een update volgt ongetwijfeld.

Met mijn Peugeot 206 kom ik op de baan twee zaken tegen: Oldtimers en lifters. Honderden lifters

De eerste keer

Johan. Het doet zelfs raar om het neer te tikken. Maar hier op Cuba is het dus de eerste keer -buiten onze eerste ontmoeting gerekend- dat ik mijn verloofde bij zijn voornaam moet noemen, en dus niet liefie of schattie. Evident natuurlijk tijdens de werkuren, maar er glipte wel al eens eentje uit mijn mond. Vervelend is ook dat ik er in uniform nog jonger uitzie dan anders. Ik word er 30 in oktober, maar in België nemen ze me doorgaans voor 22 aan. Çava, zou je denken. Maar op mijn 18 namen ze me ook al voor 12 aan. Ik kan je zeggen, het wordt best traumatisch als je dan op restaurant nog een lolly krijgt na het eten. Het was verkeerd te denken dat dit aan de andere kant van de wereld anders was. 18 schatten ze me hier. Blauw hemdje, donkerblauw rokje en een blond staartje, tja… dat is erom vragen misschien. Dat ze ook al eens dachten dat ik Duitse was, zal je hierbij niet verbazen.

Wegwijzers

Eerste keer werken, wil ook zeggen eerste keer de baan op. Wegwijzers kennen ze hier niet, en als er staan zijn alle letters verbleekt en onleesbaar geworden. Met mijn Peugeot 206, die serieus last heeft van een ochtendhumeur en we net niet in gang moeten trappen, kom ik op de baan twee zaken tegen: Oldtimers en lifters. Honderden lifters. Goed dat ze op hun werk geen prikklokken hebben. Elke lifter weet wie er voor hen stond te wachten: Quien es el ultimo? “Wie is de laatste, vragen ze steeds aan elkaar. Ze wachten in groep geduldig hun plekje naast een chauffeur af, en vaak palmen ze daarbij een volledig rijvak in, of opritten. Ook ‘s avonds. De bumpers van oldtimers, die best nog een hoge snelheid halen, hangen hier soms met plakband aan de rest van de carrosserie vast. Maar wat een charme gaat ervan uit. Er rijdt hier trouwens een knalroze Chevrolet als taxi rond. Ik wil me zo graag eens opmaken, mijn zwarte wijde jurk aandoen, een grote zonnebril opzetten, sjaaltje op mijn hoofd onder mijn kin knopen en crazy retro gaan. Je hoort nog van mij. Salud!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier