Over grasmachines en Vrouwendag

© Rudy and Peter Skitterians via Pixabay
© Rudy and Peter Skitterians via Pixabay
Mieke Verhelle
Mieke Verhelle Chef Nieuws Online

Ik was een tiener toen ik door het venster keek hoe mijn grote broer de grasmachine in bedwang hield. Ik kreeg te horen dat ik daarvoor niet genoeg spieren had. Ik had wel al voldoende spieren om te leren strijken. Het vervulde me met trots, want ik kon iets wat mijn grote broer niet kon.

Toch bleef ik kijken naar hoe hij de machine controleerde en vroeg me af wanneer ik sterk genoeg zou zijn. Ik werd groter en sterker, maar die machine bleef het privilege van mijn broer. Ik neem het mijn ouders niet kwalijk, ze stoomden ons klaar voor een wereld waar mannen en vrouwen in hokjes pasten.

Ik was een twintiger toen ik na een gemeenteraad op een groepje journalisten afstapte. Het kringetje bleef gesloten, mijn stem werd niet gehoord. Ik keek op naar die mannen met hun machtige pen. Ik wou minstens even goed en misschien zelfs beter worden.

Maar ik had het gevoel dat ik onzichtbaar was. De grijze mannen fileerden de politiek en filosofeerden over de maatschappij. Hun grappen gingen vaak over vrouwen, de clou ontging me meestal. Toch lachte ik mee, ik wilde erbij horen. Ik keek ernaar en vroeg me af wanneer ze zouden luisteren. Mijn pen werd scherper, het politieke debat bleef het privilege van grijze mannen. Ik neem het hen niet kwalijk, ze wisten niet hoe om te gaan met jonge vrouwen, dus negeerden ze ons maar.

“Ik heb een stem en durf die te gebruiken. Het is mijn privilege”

Ik was een dertiger toen ik een politieke debatavond organiseerde. De grijze mannen waren met pensioen. Ik interviewde vrouwen die wél door een glazen plafond waren gebroken. Ik ontmoette mensen met een open geest. Ik leerde van vrouwen én mannen die inspireerden.

Mijn blik werd breder en ik besefte dat niet elke mens dezelfde kansen kreeg. Ik keek ernaar en besloot geen toeschouwer te blijven. De mannen die de controle hadden, konden me niet langer negeren. Ik had een stem en durfde die ook te gebruiken. Het werd mijn privilege.

Ik ben een veertiger wanneer ik dit stukje schrijf naar aanleiding van Vrouwendag. Ik ben een geprivilegieerde, blanke, hetero vrouw. Ik zie een nieuwe generatie debatteren over geslacht, geaardheid en de kleur van hun huid. Ze roepen soms te luid, ze reageren soms te fel. Ze gaan in debat en luisteren (soms) naar elkaar, het is hun privilege.

Ik kijk ernaar en het geeft me de hoop dat Vrouwendag ooit naar de geschiedenisboeken zal verhuizen. Ik blijf mijn pen en mijn stem inzetten om een brede blik op de wereld te bieden zodat hokjes vervagen. Mocht ik het niet doen, ik zou het mezelf kwalijk nemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier