Over Bruyntjes en Freeldekes

Wie nostalgisch is naar de tijd van toen, kan beslist zijn hart ophalen aan de retrowandelingen. © Ann De Craemer
Ann De Craemer
Ann De Craemer Schrijfster

Schrijfster Ann De Craemer heeft een passie voor wandelen en fotografie. Elke week maakt ze in Tielt een beeld waarover ze haar gedachten deelt.

Aan de ingang van het voormalige college hangt een affiche die meteen mijn aandacht trok. Eerst viel mijn oog op het prachtige woord ‘vanessentens’ en daarna op de foto waarmee reclame wordt gemaakt voor retrotheaterwandelingen in Tielt-Centrum.

Ik dacht meteen te weten welke etalage werd afgebeeld, maar om zeker te zijn, fietste ik naar mijn ouders. Mijn vermoeden klopte: het gaat om een foto van de winkel die vooral de oudere generaties in Tielt hebben gekend als ‘Bruyntjes’ in de Oude Stationstraat. Mijn moeder, die ‘achter de statie’ woonde, ging er met mijn grootmoeder vaak langs, omdat ze er ‘alles’ hadden, maar Bruyntjes goedkoper was dan kruidenierszaken in de ‘stee’. Bruyntjes begon als de kruidenierswinkel van Germaine en Achiel Debruyne en later gingen de zussen Maria, Yvonne en Anneke Braekevelt er werken. Ik citeer mijn moeder: ‘Bij Bruyntjes hadden ze alles. Van bh’s tot gordijnen; papaplu’s, portemonnees, slaapmutsen en heel lekkere kaas. Er stond op den duur zoveel volk in de winkel dat je er amper plaats had, maar de mensen bleven komen en al wachtend werd er flink wat gebabbeld.’

Waar is de tijd dat je voor een halve frank nog iets kon krijgen?

Het is een tijd die ik me amper nog kan voorstellen: mensen die in een voorloper van onze hedendaagse supermarkt gesprekken met elkaar voeren, terwijl vandaag een glimlach vaak al te veel is. Mijn moeder vernoemde nog andere kruidenierszaken in Tielt: de winkels van Maria Vlaeminck en Hilda Vandeweghe in de Bedevaartstraat, een winkel op de hoek van de Kastanjelaan waarvan ze de naam is vergeten, ‘Freeldekes’ (wat een heerlijke naam) en ‘de Vivo’ rechtover het Ramestraatje.

Zelf heb ik in mijn jeugd (ik ben van 1981) nog één kruidenierswinkel gekend, tegenover het appartement van mijn grootmoeder in de Kortrijkstraat. Het ging eigenlijk om een groente- en fruitwinkel maar de sfeer die er hing, doet me denken aan wat mijn moeder over Bruyntjes vertelde. De naam van de winkel herinner ik me niet meer, maar de mevrouw achter de toog zie ik nog zo voor me. Ze had kort krulhaar en droeg altijd een schort – zoals ze altijd een glimlach droeg. Bijna elke zondag, na de mis, kregen mijn zus en ik twintig frank om er snoep te kopen. Waar is de tijd dat je voor een halve frank nog iets kon krijgen? Met Pasen of Pinksteren konden we ons geluk niet op, want toen kregen we vijftig frank en keerden we met een grote zak snoep terug.

Wie nostalgisch is naar de tijd van toen, kan beslist zijn hart ophalen aan de retrowandelingen begin september, gewoon in de eigen herinneringen duiken of naar de verhalen van anderen luisteren.