Onze reporter zat op het allerlaatste ritje van de Kevertjes: “Méér dan jeugdsentiment”

Met het Leeuwtje op kop reed de Kevertjes nog een laatste keer uit zondagavond. © Kurt Desplenter
Bert Vanden Berghe

Zondagavond reed de Kevertjes, de befaamde attractie in Bellewaerde, voor het laatst uit. Goed voor een rollercoaster van emoties.

“Weet je wat het is? De Kevertjes is eigenlijk de perfecte attractie”, vatte een goeie vriend het onlangs perfect samen. Snel genoeg om ook als volwassene nog kriebels in je buik te hebben en kort genoeg om niet te vervelen. Toch is de Kevertjes meer dan dat. Veel méér.

Het is fun in al zijn eenvoud, een perfecte weerspiegeling van de tijdsgeest van de jaren 80 en 90. Een tijd waar een attractie geen zotte special effects of flitstende decors nodig had, of waar een heel verhaal moest worden rond gebouwd. Meer nog: niemand stelde zich ook maar de vraag waarom een reeks lieveheersbeestjes de Kevertjes werden genoemd. De attractie is onschuld, nostalgie, weemoed en jeugdsentiment in één.

Het is een verhaal van rituelen. Van bij de eerste meters al eventjes de balken aantikken – hoewel ze volhingen met kauwgom – omdat je als kind pas groot was als je ze kon aanraken. Je hoofd altijd weer intrekken in de eerste bocht, de neiging onderdrukken – ‘want handen binnen!’ – om het gras toch even aan te raken. Het wéten en toch blij zijn dat er nog een tweede rondje aankomt.

Ik ben sindsdien op veel rollercoasters geweest, gaande van de tijdloze Space Mountain in Disneyland Parijs tot Transformers: The Ride, een waanzinnig straffe 3D-beleving in Universal Studios in hartje Hollywood. Maar geen van hen heeft dat tikkeltje magie dat de Kevertjes met zich meedraagt. Excuseer, meedroeg.

Het is ook een verhaal vol herinneringen aan de jaren 80 en 90, waar families rondhosten in flashy trainingen in parachutestof, inclusief heuptasje. Aan sandwiches smoefelen op de picknickweide in de schaduw van de Boomerang. Aan zwaaien naar de olifant op weg naar de Bengal River. Aan de ritjes op de Monorail. Aan het herkennen van de scènes uit de Suske & Wiske-strip Het Zoemende Ei.

Onze reporter voelde zich heel even weer volmaakt gelukkig als kind tijdens het voorlaatste én laatste ritje.
Onze reporter voelde zich heel even weer volmaakt gelukkig als kind tijdens het voorlaatste én laatste ritje. © Kurt Desplenter

De Kevertjes was voor duizenden kinderen, inclusief mezelf, de eerste volwaardige rollercoaster. Weinig zaken die zo mooi een vader-zoonmoment symboliseerden, als de eerste keer mijn zoon meenemen een paar jaar geleden. Een flinke dertig jaar nadat ik zelf voor die eerste keer heel hard kneep in de hand van mijn vader en hij zijn arm liefdevol om mij heen sloeg.

Door de jaren heen zag ik enkele bovengenoemde attracties verdwijnen, maar ook de Niagara verrijzen, naast de Screaming Eagle en El Volador. Of fijne rollercoasters als de Huracan, de Dawson Duel en de Wakala. En daartussen bleven de Kevertjes altijd overeind. Behoorde het samen met de Boomerang en de Splash tot de Heilige Drievuldigheid van het park in Zillebeke. De tijd is voorbij gevlogen, verdorie, en sneller dan die befaamde 36 kilometer per uur.

Eerlijk? Ik klink misschien weemoedig, maar die voorlaatste én het laatste ritje was dat allesbehalve. Ik heb als vanouds geroepen, gejuicht en gelachen. Schaamteloos, als dat kind van weleer, en vooral heel erg dankbaar dat deze attractie goed was voor zoveel fijne herinneringen. Elke. Rit. Weer.

En weet je wat het is? De Kevertjes was eigenlijk écht de perfecte attractie.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier