Niet elk kind past zomaar in ‘het systeem’

© Getty Images
Laurens Kindt

Onbegrijpelijk zijn ze geworden, die vacatures. Arbeidsmarktexperts trokken onlangs nog aan de alarmbel omdat sollicitanten geen snars meer begrepen van de managementtaal die gebruikt wordt om de inhoud van een job te schetsen.

Ze hoorden het in Keulen donderen bij woorden als ‘can do approach’ en ‘hands-on professional’ en konden zich geen beeld vormen van jobtitels als ‘scrummaster’ of ‘change agent’. Wat de meesten wel nog konden ontwarren uit het kluwen van hippe Engelse termen was dat ze geen nine-to-fivementaliteit mochten hebben.

Mogen we dat bij de start van een nieuw schooljaar toch enigszins vreemd vinden? Vanaf maandag sturen we onze kinderen namelijk van acht uur ‘s morgens tot vier uur ‘s middags naar een plaats waar ze voor het grootste deel van de dag moeten stilzitten en luisteren. Af en toe mogen ze even naar buiten om wat te spelen, met hun vriendjes te praten en even naar adem te happen.

Dan moeten ze, geconditioneerd door een rinkelende schoolbel, opnieuw rijtjes vormen om terug naar de klas te gaan. De meeste kinderen volgen dat systeem vanaf hun derde levensjaar tot hun achttiende, tien maanden per jaar. Daarna wenkt de arbeidsmarkt, met zijn onbegrijpelijke vacatures en zijn afkeer voor een nine-to-fivementaliteit.

Kinderen zijn meer dan grondstoffen voor de economie

Plots moeten onze kinderen een ‘can do approach’ hebben en vooral heel erg ‘hands on’ zijn. Hoezo? Ze hebben net vijftien jaar lang braafjes geluisterd naar die meneer of mevrouw vooraan. “We kweken robots”, zei ik deze week tegen iemand op de redactie. “En dan? We hebben robots nodig op de arbeidsmarkt”, was de reactie.

Is dat wel zo? Zijn kinderen dan niet meer dan grondstoffen voor de economie? Iets om over na te denken, bij het openzwaaien van de schoolpoorten. Want niet iedereen past in ‘het systeem’, zo bewijzen de getuigenissen van ouders vandaag in onze krant die – soms noodgedwongen, soms uit pure overtuiging – voor thuisonderwijs kiezen.

Hun kinderen aardden niet in een schoolse context en dus nemen die ouders zelf de onderwijstaak op. Als dat niet ‘hands on’ is.