De Tieltse schrijfster Ann De Craemer geeft elke week een inkijk in haar leven.
Het was me nog nooit overkomen dat ik moest gaan zitten bij slecht nieuws. Maar dinsdag gebeurde het, toen mijn moeder me vertelde dat Frank Missant overleden was. Nee. Onmogelijk. Frank, zo jong nog. Frank, zo’n levensgenieter. Frank, de man die zoveel mensen kon doen glimlachen en schaterlachen. Frank, de man van zoveel talenten, waaronder vooral kalligraaf en letterkapper.
Frank overleed in het Noord-Franse Boulogne-sur-Mer. Hij ging er stenen ophalen en werd onwel in de auto. Er was niets meer aan te doen. Nee. Niet Frank. Niet zo jong. Niet deze man die ondanks zijn pensioen nog zoveel ondernam en zijn passie voor de kalligrafie trouw bleef. Elk jaar kreeg ik een nieuwjaarsbrief in de bus, geschreven in prachtige letters, met vaak een persoonlijke bladwijzer erbij.
Elk jaar een nieuwjaarsbrief in de bus, geschreven in prachtige letters, met vaak een bladwijzer erbij
Ik leerde Frank in 2000 kennen als neef van mijn eerste lief. Meteen sloot ik hem in mijn hart. Ik studeerde op dat moment nog Germaanse taal- en letterkunde. Ook Frank was een man van de letteren. Zijn grootste literaire idool was de Nederlandse dichter en auteur Gerrit Komrij. Die liefde deelden we – Frank, mijn vriend en ik. Daarom vind ik het zo mooi dat op er zijn overlijdensbericht een stukje Komrij staat: ‘Tegenover de dood zetten wij de opstanding, / Tegenover het verdwijnen de terugkeer. / Tegenover het niets de fantasie’. Ik voeg er zelf nog een stukje Komrij aan toe: ‘We liepen stil de morgen tegemoet. / Ik hoorde je niet ademen. Stormachtig / Kwam toen de zon omhoog. Je werd zo licht.’
Frank, lieve, grappige, innemende, levenslustige man. Ik zal je nooit meer zien, je nooit nog horen ademen als je een mop vertelt, maar je blijft voor zovelen de zon, en het licht. Dank voor alles, schone mens.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier