Moeten we echt allemaal gelijk zijn in de dood?

"Ja, natuurlijk, het Duitse militaire oorlogskerkhof in Vladslo, een toonbeeld van soberheid, is een geweldig mooie begraafplaats, hoewel alle overledenen er onder een simpele granieten tegel liggen. Maar dat heeft evenzeer te maken met de begroeiing waardoor het verdriet van de beeldengroep 'Treurende ouders' van Käthe Kollwitz nog beter hoorbaar is." © belga
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Het is weer de tijd van het jaar, de tijd waarin somberheid ook kan troosten. We bezoeken minder begraafplaatsen, zeggen sommige cijfers. Als die cijfers niet liegen, werpt zich als vanzelf de vraag op of het gebrek aan publieke belangstelling niet te wijten is aan de vele regeltjes. We mogen onze geliefden niet meer op een aparte, originele, unieke manier herdenken. De mooiste kerkhoven blijven nochtans die waar de grafmonumenten monumentaal zijn, waar ze eruit mogen springen. Het zijn openluchtmusea waar troost tentoongsteld wordt. Maar de trend om een gedenkteken een persoonlijk karakter te geven, komt terug, zagen we met eigen ogen.

In de dood zijn we allemaal gelijk. Een dooddoener om de plekken waar de nagedachtenis centraal staat, zo sober mogelijk te houden. Zelfs in Knokke is de nieuwe begraafplaats het tegengestelde van een Place m’as-tu vu. Eigenlijk een beetje doodzonde. Ja, natuurlijk, het Duitse militaire oorlogskerkhof in Vladslo, een toonbeeld van soberheid, is een geweldig mooie begraafplaats, hoewel alle overledenen er onder een simpele granieten tegel liggen. Maar dat heeft evenzeer te maken met de begroeiing waardoor het verdriet van de beeldengroep ‘Treurende ouders’ van Käthe Kollwitz nog beter hoorbaar is.

De dood mag dan centraal staan op een begraafplaats, je ziet er vooral veel liefde

Beelden. Nergens hebben ze zoveel impact als op een begraafplaats. Zoveel zachtheid ligt er in de stenen die troostende vrouwen voorstellen op de graven van de familie Wante en die van Deltour-Gheysen in Kortrijk. Beelden. Ja. Zoals die treurende hond, een heel groot dier dat zich klein voelt, omdat zijn baasje er niet meer is, op een graf uit 2012 bij de kerk van Wulvergem. De beelden met die omhelzende handen van Willem Vermandere zie je ook wel vaker opduiken.

En op sommige kerkhoven mag het zelfs in glas, roestig staal of andere gewone materialen waarmee mensen hun verdriet, hun dankbaarheid, hun liefde in vorm kunnen gieten. Zoals op het sfeervolle kerkhof van Tielt. Waar je een variëteit aan moderne, gedurfde graven ziet, tussen de traditionele zerken. Waar er een apart perceel is voor moslimgraven, ook al ligt er nog maar eentje. Een heel mooi en teder monument.

Velden vol verhalen

Begraafplaatsen zijn velden vol verhalen. Dat beaamt ook Dominiek Dendooven, die namens de Ieperse musea lid is van de werkgroep die zich met funerair erfgoed bezighoudt. Hij wijst erop dat de stedelijke begraafplaats het meest authentieke stuk van Ieper is omdat het tijdens de eerste wereldoorlog geen militair doel was. Zo kan je er het unieke grafmonument zien dat kunstenaar Henri Thoris in 1868 ontwierp voor zijn vrouw. Ze was 28 en gestorven in het kraambed.

“Al het werk van Thoris is vernietigd, dat is het enige wat nog overblijft”, zegt Dominiek. Het is boomstronk waar een doek om geslagen is met daarop een gedicht. “De tekst is – een zeldzaamheid in die tijd – in het Nederlands. Het gedicht zegt: ze is in haar jong leven geknakt als een boom. En je ziet ook: dat is een boom die afgeknakt is. Een zeer krachtig beeld, dat wonderwel de eerste wereldoorlog overleefd heeft. Meer dan 150 jaar na datum, sta je hier ontroerd toe te kijken.”

Universele gevoelens

Grafmonumenten die universele gevoelens op een artistieke manier weten te vertalen, trotseren de tijd. En Dominiek toont een graf van Marc Delfosse, gestorven in 1959. Daarbij een sculptuur van Lucien De Gheus. “Het ding lijkt een beetje op de Pietje Pek uit de Kattenstoet. Het heeft ook van die rare vleugels,” aldus Dendooven. “Sommigen vinden dat fantastisch, anderen vinden het ronduit lelijk. Als je het in zijn tijd bekijkt, lelijk vind ik dat niet. Het minste dat je kan zeggen is dat het heel bijzonder is.”

Hij kent de verhalen die zeggen dat het beeld de duivel moet voorstellen. “Dat zijn monumenten die gesprekstof opleveren. Het is een phoenix die uit zijn as herrijst. En dat beeld is, als je het verhaal erachter kent, heel sprekend. De man overleed tijdens een mazoutlevering bij hem thuis op 32-jarige leeftijd. Hij liet naast zijn jonge echtgenote drie kleine kinderen achter. Zijn vrouw was 25. En toch liet ze haar naam op het graf zetten. Toch een teken van ongelooflijke affectie, niet? Dat ze bij hem begraven wilde worden. De dood mag dan centraal staan op een begraafplaats, je ziet er ook en vooral veel liefde. Liefde, affectie, het feit dat je denkt aan de mensen die voor je gekomen zijn en tegelijk aan de mensen die na je komen. Eigenlijk is de dood één van de ankerpunten van het leven.”


Kurt Vandemaele pende de verhalen van drie opvallende grafzerken neer. Lees ze hier.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier