Kerstmarkt, inclusief vijgen na Pasen

© De Kerstmarkt in Brugge. (Foto Benny Proot)
Bert Vanden Berghe

“Handen af van onze kerstmarkt!”, lezen we, nadat er beroering ontstond over de naamsverandering van de Brugse kerstmarkt. Wij leggen even uit waarom u daar eigenlijk niet zo hard moet van wakker liggen.

Ik kom uit een traditioneel gezin met hardwerkende ouders die vasthielden aan tradities en in zekere zin ook aan het geloof. Het is iets wat ze zelf meekregen van thuis, in een strengere mate dan vandaag. Ik herinner me nog altijd dat fijne moment van het aansteken van de kaarsen op de adventskrans en zelfs vandaag maakt mijn moeder er nog een gewoonte van om Jezus pas op Kerstmis in de kribbe van de kerststal te leggen. Die tradities brengen een warmte met zich mee, een zekere charme ook. En vooral dan in onze herinneringen. Die herinneringen zorgen onrechtstreeks voor zekerheid, want het heeft ons gevormd en het is hetgeen wat we kennen en dus vertrouwen.

Wat daar van afwijkt, boezemt ons schrik in. Of zorgt op zijn minst voor frustratie. Ook bij politicus Pol Van Den Driessche, zo blijkt. Die fulmineerde op Facebook dat hij het ‘ongelooflijk en onbegrijpelijk’ vindt dat de Brugse Kerstmarkt voortaan Wintermarkt heet. Meer nog, dat het onaanvaardbaar is en dat hij naar eigen zeggen niet wil toegeven ‘aan deze dwaze vorm van tolerantie’. En dat Brugge, na Brussel, nu ook zwicht.

Ik vermoed dat meneer Van Den Driessche intussen ook al een telefoontje heeft gepleegd naar zijn N-VA-collega Steven Vandeput, die vanaf januari burgemeester wordt van Hasselt, de stad waar al elf (!) jaar een kerstdorp neergepoot wordt onder de naam Winterland. Schaft die volgend jaar de naam terug af? En twee jaar na de Brugse naamsverandering opeens kwaad worden, is dat niet wat, euh, vijgen na Pasen?

We zouden een pleidooi kunnen houden voor ‘de kracht van verandering’, maar iets zegt ons dat het weinig zoden aan de dijk zal brengen. Het enige logische wat je kan doen, met burgers of politici die problemen hebben met zoiets, is ze het ook eens van de andere kant laten zien. En begrip tonen.

“Pol Van Den Driessche zou net moeten dankbaar zijn”

Want net als meneer Van Den Driessche ben ik een grote fan van de kerstdagen, nog steeds. Kerstmis is een echte familiedag en bij ons thuis zetten we zelfs twéé versierde kerstbomen. Een bezoek aan een kerstmarkt hoort er ook altijd wel bij, maar zelfs onze Brugse vriend zal moeten toegeven dat het heel vaak een commercieel gebeuren is. In steden als Oostende, Kortrijk en Roeselare verzandt het vaak in een rijtje houten chalets, die eigenlijk veredelde drank- en eetstandjes zijn. Jenever, oliebollen, glühwein, warme wafels… heel vaak is het eenheidsworst. Veel steden proberen dan maar uit te pakken met andere troeven: een ijspiste, rad of ijssculpturenfestival. Heeft niets met kerst te maken, alles met sfeer. En volk lokken. Dáár draaien kerstmarkten steeds vaker rond. Want mocht het u nog niet zijn opgevallen: het is vooral een commercieel verhaal, dat al even geïmporteerd is als Halloween, dat bij ons elk jaar aan populariteit wint. Of u dacht toch niet dat er in Betlehem een spar met lichtjes stond in de stal, een goeie 2.000 jaar geleden?

De handelaars willen zich iets neutraler opstellen, klinkt het. Met andere woorden: ze zien in dat de kerstmarkt al lang geen christelijk verhaal is – nooit geweest overigens – maar zuiver commercieel. Eigenlijk zou u hen dus dankbaar moeten zijn, beste Pol. Of dacht u dat ze met ‘neutraler’ bedoelden dat ze ‘schrik hadden voor andere religies’ en zo politiek correct mogelijk willen zijn? Ik denk niet dat je met een naamsverandering makkelijker moslims lokt naar een jeneverkraam overigens, maar kom.

“Verdraagzaamheid is een boodschap die eender welke naamsverandering zal overleven”

Mogen mensen dan geen aanstoot nemen aan de naamsverandering? Dat mag. Mensen die nog steeds een adventskrans in huis hebben, 40 dagen voor Pasen vasten en elke zondag naar de mis trekken én op Kerstmis de middernachtsmis bijwonen, mogen zich zorgen maken over ‘het verdwijnen van tradities’. Maar die maken zich geen zorgen over het feit dat een kerstmarkt nu wintermarkt heet. Nee, die zagen het al lang los van elkaar. Nog voor Pasen, zonder vijgen. Kerstmis is een periode van ingetogenheid, vrede en verdraagzaamheid. Dát is de boodschap die ik als kind meekreeg en die ik straks ook meegeef aan mijn kinderen. Dat is een traditie die welke naamsverandering ook zal overleven.