Karl schrijft een brief naar Thomas Edison: “Draai je je nog wel eens om in je graf als je ziet hoe de energiemarkt nu in mekaar zit, beste Thomas?”

(foto Bettmann Archive/Getty) © Bettmann Archive
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft deze week een brief naar Thomas Edison, de vermeende uitvinder van de gloeilamp. In deze tijden van dure energie actueler dan ooit. Reageren kan via karl@kw.be.

Beste Thomas,

Je bent al bijna honderd jaar dood en op school leerde ik ondertussen lang geleden dat je de uitvinder van de gloeilamp bent. Ik stelde me een verstrooide professor bij je voor. Het type dat op een zolderkamertje experimenteert en zijn eigen haar in brand steekt om uiteindelijk in het doodlopend straatje van de nutteloosheid of de vergetelheid te belanden.

Ondertussen weet ik beter. De gloeilamp was al lang uitgevonden voor jij er een businessmodel van maakte. Humphry Davy bedacht ze al in 1806. Maar er zou nog meer dan zeventig jaar over gaan tot jij de lamp commercialiseerde. Je was allerminst een verstrooide professor, Thomas. Je was een doorgewinterde zakenman die uitvindingen opkocht en de octrooien op zijn eigen naam zette. Briljant als visie. Ongeveer duizend vierhonderd octrooien werden aan jou toegekend.

Je moet hogere studies hebben gedaan om je factuur te kunnen lezen

Maar die lamp dus. Daar wil ik het over hebben. Die gloeilamp met koolstofvezel liet jij voor het eerst branden op 21 oktober 1879. Het betekende de palliatieve begeleiding van de olielamp en de kaars als verlichtingsbron. Om je lamp in elk huis te laten branden, moest er een complete elektrotechnische infrastructuur worden aangelegd. En wie deed dat? Juist, ook jij. Slimme vent, harde werker ook. Steenrijk werd je als netbeheerder en energieleverancier in één persoon. Draai je je nog wel eens om in je graf als je ziet hoe de energiemarkt nu in mekaar zit, beste Thomas? Het is een kluwen van leveranciers geworden. We leven in een wereld van terugdraaiende en digitale tellers. Het gaat over capaciteits- en distributienettarieven. Je moet hogere studies hebben gedaan om je factuur te kunnen lezen.

De leveranciers dragen catchy namen als Luminus, Eneco, Engie of TotalEnergies. En er is een grootste gemene deler. Ze rekenen veel te dure bedragen aan en spelen bankje met voorschotten die nergens op slaan. Ze verschuilen zich maar al te graag achter coronacrisissen en oorlogen. Aan empathie doen ze niet. Gezinnen staan met het water aan de lippen. Geen beleidsmaker die erom maalt.

Allicht heb jij Al Capone nog gekend, Thomas. Wel, aan onze energieleveranciers hangt ondertussen ook een maffioos geurtje. Ik durf erom wedden dat ze zich binnenskamers zelf The Untouchables noemen. Naast onaantastbaar zijn ze vooral ook onbereikbaar. En dat doen ze bewust. Ze rekenen op de luiheid en gelatenheid van de consument. Vroeger kon je een winkel binnenlopen of een telefoonnummer intoetsen. Tegenwoordig moet het via de chat of een invulformulier op de app. Dat is een applicatie op onze smartphone, beste Thomas. Dat je daar honderdvijftig jaar geleden nooit aan hebt gedacht.

Ik stelde vorige week na een simulatie een netelig vraagje aan mijn elektriciteitsleverancier. De belofte van een antwoord binnen de achtenveertig uur is ondertussen alweer schaamteloos geschonden. Naast de vraag staat wel een groen vinkje en behandeld. Een mens zou er moedeloos van worden, maar in plaats van de straat op te trekken, nestelen we ons in ons lot en plaatsen we ons hoofd op de guillotine. We betalen de zoveelste overdreven factuur en blijven ons een bult op de rug werken om genoeg bijeen te scharrelen voor er een volgende rekening komt. Genialiteit bestaat voor één procent uit inspiratie en voor negenennegentig procent uit transpiratie, zei je ooit. Soms heb ik het gevoel dat wij vandaag de rekening voor jouw genialiteit betalen, beste Thomas. En het is een veel te dure.

Warme groet,

Lees meer over: