Karl schrijft een brief naar Julie De Wilde: “Met je prestaties in de Tour komen ook de voorspellingen van een gouden toekomst”

Karl bedankt Julie De Wilde voor haar spontaneïteit en openheid. © PAPON BERNARD PRESSE SPORTS
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze keer bezorgde de jonge wielrenster Julie De Wilde hem inspiratie. Julie mag altijd antwoorden: karl@kw.be.

Beste Julie,

Wie in de laatste week van juli wel eens naar Vive le Vélo! keek, zal je zich ongetwijfeld herinneren. Je bent de vrolijke tiener uit Laarne die in de Tour de France Femmes een tijdje in de witte trui van beste jongere reed. Met je negentien jaar was je de benjamin van het hele pak. Het weerhield je er niet van om op de eerste drie dagen al evenveel keer een plaatsje in de top 15 van de rit op te eisen.

Aan je spontane reacties na de etappes hebben we ons gretig gelaafd. Je bent niet iemand die last heeft van zijn eigen spiegelbeeld. Ontwapenend stond je voor de camera. Zonder enige moeite om grip te krijgen op de wonderlijke hysterie van het evenement dat het vrouwenwielrennen een nieuwe signatuur zou bezorgen. Je liet alles op je afkomen, ging geen vraag uit de weg, je sprak als zat je in een brasserie met vriendinnen en je ogen blonken onophoudelijk.

Op een dag na. Maar toen was je ziek. En zelfs dan bracht je het zo onder woorden dat we je spontaan hadden willen knuffelen, op het risico af om zelf ziek te worden. We hadden op die dag echt medelijden met je, Julie. Toen we je zagen zwoegen op de fiets, hoopten we dat een ploegleider of -dokter je uit koers zou nemen. Maar je wilde door en herstelde wonderwel. Zonder noemenswaardige problemen haalde je Parijs, dat voor één keer op La Planche des Belles Filles lag.

“Je sprak alsof je in een brasserie zat met vriendinnen”

De wielerliefhebber die ook na de mannen nog een week bleef zitten – en dat waren er gelukkig veel – heeft het genoegen mogen smaken je te leren kennen. Een openbaring.

Op zeven van de acht Tourdagen sneed je afgetrainde lichaam in perfecte zit door het beeld. Jammer genoeg nog niet voldoende door het krantenpapier, want die hadden het gros van hun gezanten naar huis gehaald als Wout van Aert aan een criteriumdans begon. Diversiteit en gelijkheid is in veel geesten nog altijd een rekbaar begrip. Maar ze volgen wel, Julie. Trek je daar vooral niets van aan. Je koerst in de generatie die nog zal krijgen wat ze toekomt. Dat merk je aan alles. Ook de grootste tegenstanders aan het hoofd van de mannenploegen draaien bij en weten jullie sportieve prestaties stilaan naar waarde te schatten. Een belangrijke drempel is daarmee overwonnen. Met je prestaties in de Tour komen ook de voorspellingen van een gouden toekomst. “Ze kan alles”, zei Jolien D’Hoore aan onze tafel. We geloven haar graag, maar er zijn nog veel stappen te zetten en trapjes te beklimmen. En daar heb je alle tijd voor. Deze brief heeft dus geenszins de intentie om je met druk op te zadelen. Hij is vooral bedoeld om je te bedanken voor zoveel spontaneïteit en openheid.

Het is een gemakkelijke ambitie om als jonge vrouw onbevangen in een gemediatiseerd evenement als de Ronde van Frankrijk te stappen, het is een pak moeilijker om die instelling acht dagen vol te houden. Jij moest er geen moeite voor doen. Je deed gewoon wat je altijd doet, jezelf zijn. Die high five met Linde Merckpoel in volle koers op de Platzerwasel staat voor altijd op mijn netvlies gebrand. Blijf vooral wie je bent, Julie. Je persoonlijkheid is een geschenk voor de koers. Groei rustig verder tot de wielrenster die je droomt te worden, maar vooral ook tot de vrouw die je wil zijn.

Warme groeten,