Karl schrijft een brief naar Gianni Vermeersch: “Op het BK moet je maar eens laten zien hoe goed je bent”

© belga
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Zondag keek hij vol bewondering naar Gianni Vermeersch die op indrukwekkende manier de Antwerp Port Epic won. Wielrenner Gianni altijd antwoorden: karl@kw.be.

Beste Gianni,

Ik moet eerlijk toegeven dat ik zondag pas laat inhaakte in de tweede Pyreneeënetappe van de Ronde van Frankrijk. De Tour kon me even gestolen worden. De Antwerp Port Epic kaapte mijn volledige aandacht weg. En daar had jij alles mee te maken. De opvolger van de Schaals Sels in Merksem is een lastige en spectaculaire koers. 36 kilometer onverhard en 25 kilometer kasseien. Toen ik je op 85 kilometer van de aankomst koers zag maken, vloekte ik keihard: ‘Dommerik!’ Thomas en Leendert, de twee West-Vlamingen die samen met mij de redactiecamper van Vive le vélo! bemannen, schrokken zich een bult. En zo ging het een hele tijd door. In elke aanvallende actie was je betrokken. Je was goed en onderstreepte het op elke grindstrook. Toen je op 50 kilometer van de streep na weer zo’n passage moederziel alleen doorkwam, stond je vader langs de kant van de weg wild te gesticuleren. Op de beelden hoorde je hem roepen: ‘Mo joengne, ‘t is nog viftig kilometer wi!’ Een wegwerpgebaar moest de kracht van zijn woorden onderstrepen. Je trok je neus op en boorde rustig verder. Toen je in de finale weggeraakte met Baptiste Planckaert en Stan Dewulf, wist ik dat het grootste werk was gedaan, maar je weet nooit in een spurt met drie. Ik belde je vader een paar keer. Hij stierf duizend doden. De ontlading was groot toen je met gebalde vuisten over de meet bolde. Ook in de camper weerklonk een kreet en zette de kleine Jack Odile die op bezoek was de polletjes op mekaar. Klappe handjes voor Gianni.

Ik hoop dat je collega’s het me vergeven, dat ik zondag even uit mijn rol van journalist viel. Ik moest de wedstrijd dan ook niet verslaan. En ik ken je al zolang. Twintig jaar geleden leerde ik je vader kennen. Stefaan, de broer die ik nooit had. Ik werd kind aan huis in Klerken. Tweehonderdtwintig koersen won je vader. Een man uit één stuk, een onverzettelijke brok karakter, gul in de inspanning en loyaal in de vriendschap. We hadden een gigantische klik en nog altijd. Er gaan weinig dagen voorbij waarop ik hem niet hoor. En dan gaat het tegenwoordig wel vaker over jou, Gianni. Hoe is ‘t met de kleinen? Hij is streng voor je maar ook apetrots. Na een paar moeilijke jaren waarin het ook voor jou niet simpel was om het evenwicht te vinden tussen de opofferingen die je stiel vraagt en de geneugten van een leven als energieke twintiger. Maar nu zit het goed. Nooit woog je minder. Weinig renners met jouw regelmaat dit seizoen. Ik tel vijftien koersdagen en negen top-10 plaatsen, twee elfde plaatsen en een dertiende plek in de Bretagne Classic, World Tourniveau.

Toen ik je leerde kennen, was je een kereltje van negen jaar, Gianni. Je liep rond met een buikje onder je MEZ-truitje. Overal waar je vader koerste, was het kermis. De friet- en oliebollenkramen deden gouden zaken met de kleine Vermeersch in de buurt. Maar de acrobaat in je dreef toen al boven. Stoeprand op, richeltje af. Je was behendiger dan de doorsnee tegenstander van je vader. Tegenwoordig ben je echt wel een goede prof. Je hebt voor twee jaar verlengd bij de ploeg van Mathieu van der Poel en het verbaast me dat de World Tourploegen niet in de rij stonden. Als je met Lotto-Soudal naar de Tour was afgereisd, was je zonder twijfel een van hun beste mannen in koers geweest. Misschien moet je ze op het BK in Anzegem maar eens laten zien hoe goed je bent. Met de benen die je nu hebt en het parcours dat je daar vindt, ben je meer dan een ‘dark horse’. Let op mijn woorden. Ik wens je veel succes komende dinsdag.

Warme groet,

Karl schrijft een brief naar Gianni Vermeersch: