Karl schrijft een brief naar Eddy Planckaert: “Wat Jan Mulder doet met voetbal, doe jij met koers”

Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze keer bezorgde het tv-programma ‘Château Planckaert’, hét kijkcijferkanon op zondagavond met 1,2 miljoen kijkers, hem inspiratie. Pater familias Eddy Planckaert mag altijd antwoorden: karl@kw.be

Beste Eddy,

Ik schrijf je deze brief vanuit mijn kamer De Brabantse Pijl in jullie eigen chambres d’hôtes in Bure. We zijn hier aangekomen na de uitzending van Vive le vélo! met Louis Talpe, Matteo Simoni en Marijn de Vries. De vijfenveertig minuten in de auto om van locatie te wisselen, konden niet snel genoeg voorbij zijn. Ik duwde in de Ardeense bossen toch even op het gaspedaal zonder te veel risico’s te nemen, maar ik reed bij momenten wel te snel. Waarvoor mijn excuses. De drang naar het warme nest was groot. Het was middernacht toen ik aankwam en ik was blij om in de verte je vrolijke bulderlach te horen toen ik de motor van mijn wagen stillegde. Er was nog een klein feestje aan de gang op de binnenkoer van de oude hoeve. De harde kern van Château Planckaert vierde het succes van de première van het programma vorige zondag. 1,2 miljoen Vlamingen wilden zien hoe jullie zich klaarmaakten voor de volksverhuis naar een bouwvallig kasteel in Frankrijk. Niet dat er veel gebeurde, maar de knusse gezelligheid van de hele familie spatte van het televisiescherm. Een goed gevoel en televisievertier voor de hele familie. De mensen zaten er duidelijk op te wachten. Ik wist dat je ging scoren, maat. Toen ik op maandagochtend de cijfers zag, sloegen ze me wel met verstomming. Ik dacht dat Undercover de zondagavond zou opeisen, maar dat deden jullie met vlag en wimpel. Ik stuurde je onmiddellijk een bericht en je reactie gaf blijk van opluchting. De grote mond en het kleine hartje. Je twijfelde of het verhaal van de Planckaerts zoveel jaren na datum nog zou aanslaan. Ja dus!

Als het een familie gegund is om succes te hebben, dan is het die van jou, Eddy. Het hobbelige parcours dat jullie hebben afgelegd, werd de laatste jaren stevig afgevlakt. Door hard labeur en positivisme. Jullie zijn echt goed bezig. Ik kan geen enkel kwaad woord verzinnen over ook maar één lid van jouw familie. Je kinderen en hun partners zijn geweldig loyale, eerlijke en hardwerkende vrouwen en mannen. Zaaiers van energie en empathie. Bij de minste tegenslag staan jullie allemaal op de eerste rij om mensen een hart onder de riem te steken. Af en toe bel je me vanuit het niets. De meeste mensen bellen om iets te vragen, jij om iets te zeggen. Een paar woordjes van dankbaarheid of een boodschap met goede moed. Telkens we inhaken, maakt een warme gloed zich van me meester. Toen we je een aantal jaren geleden uitnodigden voor de Omloop Het Nieuwsblad kreeg ik nogal wat kritiek van de collega’s. Moet dat nu echt? Planckaert is al jaren uit de koers. Hij volgt het niet meer en het wielermilieu zit er ook niet meer op te wachten, klonk het.Zelden laat ik me beïnvloeden door azijnpissers. Ik hield voet bij stuk en heb het me geen seconde beklaagd. Het klopt dat je niet meer van alles op de hoogte was, maar er was een klik tussen ons en je begon alles opnieuw te volgen. Zelden kwam ik een scherper oog tegen in het peloton. Je analyseert als de besten en kent het belang van verpakking voor televisie. Wat Jan Mulder doet met voetbal, doe jij met koers. Alles bevattelijker, toegankelijker en aangenamer maken voor een breed publiek. Sta mij toe mijn dankbaarheid uit te drukken voor je vriendschap en om te zijn wie je bent, Eddy. Ik heb je graag en zie je graag. En daar zal niemand ooit iets aan veranderen.

Warme groet en knuffel,

Karl schrijft een brief naar Eddy Planckaert: