Karl schrijft een brief naar Dirk De Wachter: “Je leerde een volk nadenken over het leven”

Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze keer bezorgde psychiater Dirk De Wachter, die vecht tegen kanker, hem inspiratie. Dirk mag altijd antwoorden: karl@kw.be.

Beste Dirk,

Hoe gaat het met je? Ook psychiaters hebben ongetwijfeld nood aan die simpele vraag. Vijf woorden die vaak vluchtigheid verbergen, maar o zo zinvol kunnen zijn. Praat jij met een collega, een huisgenoot of een vriend? De zieke dokter die patiënt wordt, kan allicht ook een therapeut gebruiken. Ook al beheers je de kunst van het ongelukkig zijn. Ik ga ervan uit dat jij niet ziek moest worden om de schoonheid van het leven in te zien. Hoe onheilspellend de stilte en de projectie ook mogen zijn, hoe onafzienbaar de woestenij ook is.

Volgens mij ben je iemand die altijd het positieve der dingen inziet. Zelfs nu de dood haar stinkende, koude lucht in je nek ademt om het met je eigen woorden te zeggen. Heb jij soms angst voor de woorden van de oncoloog of de projecties van een CT-scan? Of koester jij vooral hoop? Hoop die je als mantra meegaf aan duizenden mensen die je decennialang hun diepste zielenroerselen toevertrouwden. Het woord hoop dat geenszins synoniem staat voor blind optimisme, maar voor de zekerheid dat iets zinvol is. Ongeacht het resultaat.

“Ik ga ervan uit dat jij niet ziek moest worden om de schoonheid van het leven in te zien”

Het is pretentieus om je goede raad te willen geven, het voelt ongemakkelijk aan om je een hart onder de riem te willen steken. Omdat troost verpakt zit in de kleine gebaren probeer ik het toch, beste Dirk. De psychiater is ook geen onverstoorbare meester in het mentaal sterk blijven bij onweer, schreef je. Ik probeer dus maar. Je erfenis is voor deze wereld onmiskenbaar belangrijk.

Je leerde een volk nadenken over existentiële levensvragen. Een onbetwistbare meerwaarde voor een maatschappij waarin snelheid de ader van de meditatie al lang heeft doorgeknipt. Je deed dat met een zachte, warme stem en verpakte je boodschap ook nog eens met mooie woorden en van poëtische schoonheid doordrenkte zinnen. Een kunst. Laat het een troost zijn, want zoals jij zo goed weet is goede troost niet van honing. Er hangt ook een bittere nasmaak aan. Maar troost stelt ons vooral in staat om voorbij de horizon van mistroostigheid te kijken. Of je nu 62 of 85 jaar wordt, je erfenis zal voor altijd intact blijven. Maar ik gun je de honderd, beste Dirk.

Ik heb je nog nooit in het echt ontmoet en zou het als een gemis in mijn leven ervaren mocht dat nooit gebeuren. De waarschijnlijkheid van een ontmoeting lijkt me eerder klein, maar leg ik graag in de handen van het lot. En als het niet gebeurt, zal ik niet ongelukkig zijn, maar onthouden wat je ons hebt geleerd. Geluk zit niet verpakt in het belangrijke, het opzienbarende. Noch in een kick, prestatie of buitenissige belevenis. Het zijn de eenvoudige dingen die vervellen tot wat wij geluk noemen.

Kleine gebaren van medemenselijkheid maken het verschil. Genieten van kleine dingen als levensmotto maakt het leven veel draaglijker dan een overdreven gevoel voor grote gebaren. Alleen daarvoor al eeuwige dank voor de boodschap die je ook ziek blijft uitdragen. Prettige feesten en een goede gezondheid, dokter!


Warme groet,