Karl schrijft een brief aan Wim Opbrouck: “Oprecht bedankt voor zoveel moois”

Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze keer zorgden de zangstondes van Wim Opbrouck op Instagram voor inspiratie. Nonkel Wim mag altijd antwoorden: karl@kw.be.

Beste Wim,

Nonkel Wim,

Nonkel! Zo leerde ik je aanspreken toen een jaar of twintig geleden jouw vriend Jim Seynaeve mijn pad kruiste. Nonkel Jim, fijne mens. Ik kwam hem vorig jaar nog eens tegen toen we met Vive le Vélo! in Assignan neerstreken. We mochten toen nog knuffelen. Hij kneep me net niet dood en sprak me aan met nonkel Karl. Jim, eeuwige zaaier van een portie warme hartelijkheid. Maar dat terzijde.

Ik mis je, nonkel Wim. Op 20 maart doorbrak je de saaiheid van de lockdown met je liedjes op Instagram. Elke dag een song aan de piano vanuit je kot, met je grote hoofd bijna in de lens van de camera. Simpel maar briljant. Je merkt het. Hier schrijft een fan van het eerste uur. Je bewerkingen van bekende nummers werden in coronatijd vaste bakens, onmisbare ochtendrituelen. De smartphone kon niet snel genoeg uit de vliegmodus om naar je te luisteren en te kijken. Ik zong luidkeels mee terwijl de huisgenoten nog sliepen. Gelukkig voor hen.

Ik hoop dat de dagelijkse momentjes die je deelde met je volgers ook voor jou klein geluk betekenden

Ik maakte een virtuele tocht door je garderobe, bladerde in dat boek van Mark Rothko op de achtergrond en trimde in mijn gedachten ook wel eens je baard en je wenkbrauwen. Als je me een favoriet zou vragen, dan blijf ik wellicht hangen op 1 mei bij die kruisbestuiving van Willem Vermanderes geboorte en het partizanenlied. Je zijt geboren om te groeien, je zit in ‘t bootje en ge moet gie roeien. O partigiano, portami via. O bella ciao, bella ciao, bella ciao, ciao, ciao. Fantastisch. De rillingen liepen over mijn rug. Je dagelijkse bijdragen sloegen aan als een koude bril in een sauna. Prachtig en krachtig.

Ik hoop dat de dagelijkse momentjes die je deelde met je volgers ook voor jou klein geluk betekenden. Wat mij betreft mocht de strenge isolatie nog wat langer duren, want sinds 4 mei is je piano er niet meer en jij bijgevolg ook niet. Je geruite hemd van McGregor ligt allicht netjes opgeplooid in de kast. Wachtend op een nieuwe lockdown? We zijn bijna twee weken verder en nog elke morgen kijk ik of er toch niet nog eens een liedje komt. Kan je er ook niet gewoon mee verder doen zonder dat de samenleving op apegapen ligt, nonkel Wim? Elke dag een ontbijtnummer.

Ik ben bereid om ervoor te betalen. Maandelijkse of jaarlijks abonnementen. Een nieuw model voor de cultuursector. Laat maar komen. Er keken elke dag gemiddeld bijna vijfduizend mensen naar je zangmomentjes. Als er daarvan duizend elke maand 10 euro willen geven, wordt het lucratief. Je kan als goede West-Vlaming zelf rekenen, nonkel Wim. Ik voel me hier de opportunistische architect van een masterplan. Met dat geld doe je dan nog altijd wat je wil. Aan een goed doel geven of eens goed gaan eten met een paar nonkels. Een goed verstaander en een half woord.

Ach, ik zwans maar wat. Oprecht bedankt voor zoveel moois, nonkel Wim. En bij uitbreiding voor alles wat je ons al gegeven hebt in al die jaren. Er zijn weinig mensen die me meer afleiding en ontspanning hebben bezorgd. En heel vaak ook een ontsnappingsroute uit de soms confronterende realiteit als het de voorbije jaren al eens wat moeilijker was. Zowel als muzikant, acteur en presentator weet je de gepaste toon te vinden en de juiste accenten te leggen. Nog belangrijker; ook als mens doe je dat. Elke keer als we samen in een ruimte zijn, voel ik me op mijn gemak. Ik kan me geen betere nonkel voorstellen. En zing nu godverdomme snel nog maar eens een liedje.

Warme groet vanuit de Westhoek,

Karl schrijft een brief aan Wim Opbrouck: