Karl schrijft een brief aan Kim Clijsters: “Je hebt voor altijd een plekje in mijn hart”

© belga
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze keer verklaart hij zijn liefde aan Kim Clijsters. Kim mag altijd antwoorden: karl@kw.be.

Beste Kim,

Je speelt dus weer tennis. En je raakt de mensen al opnieuw. Mijn oom, die dokter is in Koekelare, belde me maandagnamiddag iets voorbij de klok van vier uur: “Zeg Karl, hoe is ‘t met de gezondheid?” Hij had me een paar dagen eerder medicatie tegen een hardnekkige bronchitis voorgeschreven. Maar ik merkte al snel dat hij iets anders wou vragen. “Weet jij waar ik die match van Kim Clijsters kan volgen?” Ik gaf hem een link naar een website waarop ik de match zelf aan het bekijken was. Want ook ik wou je terugkeer tegen Muguruza voor geen geld ter wereld missen, Kim.


Je nieuwe comeback deed me denken aan Bjorn Borg in 1991. Borg – toen de beste gravelspeler ooit – was al acht jaar gestopt, maar had plots geld nodig. Niet dat ik je ervan verdenk in financiële moeilijkheden te zitten hoor. Maar de termijn was gelijkaardig en de comeback van de Zweed was toen ook dagen wereldnieuws. Borg speelde zijn eerste match na zijn lange afwezigheid op 23 april 1991, een dinsdag. Op het tornooi van Monte Carlo kreeg hij Jordi Arrese (net als Muguruza van Spaanse afkomst) tegenover zich. Die match werd uitgezonden op Eurosport, dat toen lang niet overal op de kabel zat.


“Het hoogste is opnieuw haalbaar de komende maanden en jaren”


Ik was 20 jaar en sprong in de auto op zoek naar een café om de match te kunnen volgen. Na vijf gesloten deuren kwam ik in de tennisclub van Gistel terecht. De club die je vroegere coach Carl Maes veel later nog zou runnen. Toeval bestaat niet. Ze waren de bar aan het dweilen, maar na even aandringen mocht ik me toch voor het televisietoestel zetten. Borg ging zwaar af. Arrese, lang geen zwaargewicht in het mannentennis op dat moment, veegde hem zonder pardon van de baan: 6-2 en 6-3.


Ik moet eerlijk zijn, Kim. Toen Muguruza 6-2 en 3-0 uitliep, heb ik even aan Borg en Arrese gedacht. De criticasters stonden met geslepen messen klaar. Maar er was een groot verschil met Bjorn Borg. Jij speelde niet slecht. Muguruza serveerde in die beginfase gewoon te goed. En dan verscheen er op je rug een grote zweetvlek waarin ik een gorilla zag. De oerkrachten van vroeger kwamen boven. Een voorzichtige split werd een volledige en je plofte plots winnende slagen om de oren van de finaliste van de Australian Open. Toen wist ik het. Het hoogste is opnieuw haalbaar de komende maanden en jaren.


Wat er van die comeback ook komt, lieve Kim, je zal voor altijd een plekje in mijn hart hebben. Ik was tenniscommentator in je gouden jaren. Het was een schitterende tijd. En je was altijd even vriendelijk. Toen je twee jaar geleden te gast was op het Gala van de KSV Diksmuide jeugdacademie in de Salons Saint-Germain, overnachtte je in het Notarishuys. Toen je je vooraf nog even ging opfrissen, werd je op de parking van het hotel aangesproken door een jonge gast die geld wilde wisselen voor de maaltijdautomaat. Hulpvaardig als je bent, plooide je je blijkbaar met veel souplesse tussen de voor- en achterzetels van je auto om uiteindelijk toch aan de nodige muntstukken te geraken. Die gast was mijn schoonbroer. Het verhaal werd in de Diksmuidse cafés dan ook gretig overgeleverd. Het was vintage Kim. What you see is what you get. Houden zo. Ook tijdens en na die derde comeback.


Veel liefs en succes de komende maanden,

Karl schrijft een brief aan Kim Clijsters: