Karl schrijft een brief aan Clubsupporter Rik die razend is op Refaelov: “Ik probeer je woede te plaatsen. Dat neemt niet weg dat ik je reactie overdreven vind”

De liefde tussen Clubsupporter Rik Debrabandere en Lior Refaelov is voorbij. (foto Peter Maenhoudt)©Peter MAENHOUDT
De liefde tussen Clubsupporter Rik Debrabandere en Lior Refaelov is voorbij. (foto Peter Maenhoudt)©Peter MAENHOUDT
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft deze week een brief naar Rik Debrabandere, een diehard supporter van Club die niet te spreken is over de transfer van zijn idool Lior Refaelov naar Anderlecht. De hond van Rik en de nummerplaat van zijn auto dragen namelijk de naam Rafa. Rik mag altijd antwoorden: karl@kw.be.

Beste Rik,

De transfer van Lior Refaelov van Antwerp naar Anderlecht was nog warm en je Facebookpost over zijn overgang ging al viraal. Ik ga hem hier niet helemaal citeren, maar een deel ervan is wel van cruciaal belang om het vervolg van deze brief te begrijpen. Bij deze: Iersi, nog u deserteur, je zoet moeten beschaamd zien de rotzak… Ken godverdomme me noend Rafa genoemd. Me plak van me notto is Rafa, luuzoard! Ik dacht dat het om een uit de hand gelopen grap ging. Dat iemand met veel zin voor overdrijving een post gemaakt had om de transfer van Refaelov in het belachelijke te trekken. Of dat het om een weddenschap tussen twee vrienden ging: Goat er ekki los over en ik trakteren joen ip e bak .

Ik schuddebuikte van het lachen. Maar interviews met jou in verschillende kranten leren me dat je echt kwaad bent, Rik. En dat je hond ook echt Rafa heet en de nummerplaat van je auto wel degelijk Rafa is. In al die interviews spreek je van verraad in de hoogste graad. Ik probeerde me een beeld van je te vormen. Huizen er wilde dieren in je ogen als je de fatwa over Refaelov predikt? Of ben je een ruwe bolster met een blanke pit? Ik hoop het tweede. Dat je een diehard Clubsupporter bent, hebben we ondertussen begrepen. Dat je al sinds 1975 geen thuismatch meer miste ook. Je was toen 12 jaar, zo leert Facebook me. Trouwe lieden als jij zijn het fundament van een voetbalclub, Rik. Successupporters heb je overal, maar dat zijn passanten. Je was achttien jaar toen je vanop de tribune zag hoe Spitz Kohn en Rik Coppens je ploeg in het seizoen 1981-1982 bijna naar de degradatie loodsten. Maar je stond er dus wel. In goede en kwade tijden. Ik probeer je woede en ontgoocheling maar te plaatsen. Dat neemt niet weg dat ik je reactie overdreven vind. Ik werk bij Play Sports geregeld samen met twee zogenaamde deserteurs , Rik. Marc Degryse en René Vandereycken zijn echt fijne mensen.

Laat het allemaal niet aan je hart komen

In het geval van Rafa snap ik je woede eigenlijk helemaal niet. Hij was afgeserveerd door Ivan Leko en dus bij uitbreiding door Club. Na alles wat hij de jaren daarvoor voor blauwzwart had betekend, dreigde hij in de marge te belanden. Hij trapte nooit na en de tonus van zijn motivatie werd nog eens op scherp gezet bij Antwerp. Daar volgde hetzelfde verhaal. Een gebrek aan respect loodste hem richting uitgang. Dat Anderlecht hem nog een contract voor twee jaar aanbiedt, moet door Rafa aangevoeld worden als een ongelooflijke blijk van vertrouwen. Ik vind dat Refaelov daarvoor geen aparte status in het negatieve verdient. Stel dat hij je voorstelt om eens met hem te gaan eten en rustig uitlegt waarom een voetballer soms niet anders kan dan dit soort keuzes te maken. Wijs je – als het stof is gaan liggen – zo’n aanbod af of ga je de dialoog aan? Ik vraag het me oprecht af.

Tot het zover is, zit jij daar wel met je hond en die nummerplaat, beste Rik. Tennis is misschien de oplossing voor het probleem. Met een beetje geluk wint Rafa Nadal over anderhalve maand voor de veertiende keer Roland Garros. Leer je mooie Duitse herder tennisballen terughalen en niemand moet nog refereren aan een voetballer die in een Mickey Mousecompetitie een gouden schoentje won. Geef die hond ondertussen een dikke knuffel van me en laat het allemaal niet aan je hart komen. Tot snel eens op Jan Breydel. Hopelijk!

Sportieve groet,