Grijze haren, Groen-Zwart hart

Jean-Pierre Van Rossem samen met cartoonist Marec. © Foto KW
Ilse Naudts

Ilse Naudts blikt terug op het interview dat ze onlangs had met Jean-Pierre Van Rossem.

Cercle-supporters onder elkaar. Zicht op de promotie, of wordt het weer net niet? Nog napratend over de 0-1-nederlaag tegen Beerschot rijden cartoonist Marec, onze fotograaf en ik om maandag 5 maart 2018 naar Kapelle-op-den-bos voor een dubbelinterview met Jean-Pierre Van Rossem. Een brulboei, een sympathieke boef en altijd klaar voor een straffe uitspraak. De droom van elk journalist.

Van Rossem is juist ontslagen uit het ziekenhuis van Jette. Hij doet de deur van zijn kleine appartementje open met een sigaret in de mond. “Roken als een turk, ik kan het niet laten. Ook al zeggen de dokters dat ik misschien mijn been verlies.” In het appartementje liggen overal sloffen sigaretten en blikjes red bull. Lege en volle. Ooit had hij 25 Ferrari’s tegelijk, in totaal had hij er 113. Intelligent was hij, zelfingenomen ook. Een flamboyante bon vivant met een hoog je-m’en-fous-gehalte. Of een laffe oplichter?

Een brulboei, een sympathieke boef en altijd klaar voor een straffe uitspraak

Vandaag, wanneer er van al die rijkdom al lang geen sprake meer is, leeft Van Rossem voort op die momenten uit het verleden. Ik spot de schittering in zijn ogen wanneer hij vertelt over zijn avonturen. Hoe hij ooit tussen de groten der aarde vertoefde. Hoe hij zaken deed met Donald Trump. Over hoe hij de fiscus lang te slim af was. Mooie vrouwen, mooie auto’s, alle luxe die je je kon indenken. Toch heeft de schittering in zijn ogen ook iets van melancholie.

Voor mij zit een verstandig man. Lak aan regels, lak aan de maatschappij, maar vooral levend in het verleden. Een oude, gebroken man. Zielig. Tragisch hoe dat vuur in de ogen er alleen is wanneer hij zich druk maakt over wat was en wat had kunnen zijn. Een stapel paperassen verraadt hoe boetes en aanmaningen zich opstapelen. Gelaten ondergaat Van Rossem het leven. Geen greintje strijdlust meer. Al doen zijn woorden anders vermoeden. “Ik blijf de contraire mens die iedereen kent. Nog altijd een klootzak. Koppig ook. Ik twijfel nooit aan mijn eigen gelijk.”

Mooie vrouwen, mooie auto’s, alle luxe die je je kon indenken

Wanneer we het hebben over Cercletje komt het vuur een beetje terug. “Wat een k**match gisteren. Ik heb mij doodgeërgerd. Ze spelen te laf. De promotie zal niets worden. Het is altijd net niet. Maar ik blijf in mijn hart groen-zwart. Altijd.”

Het werd die zondag 3-1. Van Rossem kreeg weer geen gelijk. Het verhaal van zijn leven. Maar ik ben ervan overtuigd dat hij – als zijn slechte been het toeliet – toch recht sprong uit zijn zetel bij de beslissende penalty. Die avond kreeg ik nog één berichtje terwijl ik op de grasmat stond tijdens de kampioenenviering: “Leve Cercle, godverdomme.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier