Grand amour

© Pixabay
Siel Verhanneman

Ze wonen allebei in Kortrijk en delen een liefde voor het goede leven en schrijven. Verder hebben onze twee columnisten weinig gemeen. Wekelijks geven ze hier een inkijkje in hun uiteenlopende levens. Deze week is dat Siel Verhanneman (32), auteur en dichter.

Ik krijg een melding op mijn telefoon, een fotoherinnering van een jaar geleden: daar sta ik, met een bol buikje waar 16 weken baby in huisde, voor een van mijn lievelingskunstwerken. Je ziet de ontroering in mijn ogen en dat kwam niet enkel door de zwangerschapshormonen. Het gaat om een werk van Philippe Vandenberg, op een vuilwitte achtergrond staat in verschillende kleuren het opschrift ‘Un grand amour suffit’.

Ik ben verliefd geworden op het werk toen ik een van zijn boeken las, het hangt in postkaartvorm uit in huis en ik denk er gewoon vaak aan. Aan de hoekige, kinderlijke en toch agressieve letters. Ken je dat gevoel dat je zo gehecht geraakt aan een schilderij, een boek, een passage in een artikel dat je het gevoel krijgt thuis te komen wanneer het je gedachten kruist? Dat heb ik met dit werk. Het staat voor mij bol van de poëzie, weemoed, een verloren vriendschap, nieuw leven. Ik weet niet of het bij dit werk ook het geval is, maar Vandenberg experimenteerde graag met verschillende materies en dragers en voor een aantal werken gebruikte hij de wasco’s van zijn kleinkind. Dat lijkt hier ook zo te zijn. En net omdat die letters naar mijn gevoel in een moment van woede neergekrast werden, stond ik lang niet stil bij de betekenis van de woorden omdat Frans niet mijn moedertaal is. Ik lette vooral op het contrast tussen de zachtheid van het kind-zijn en de hardheid van de volwassen boosheid. Ik ging ervan uit dat de suffit voor lijden stond, to suffer. Pas daar, in de Bozar, besefte ik wat het werk écht vertelt: een grote liefde is genoeg.

Voor nu zijn mijn twee grote liefdes genoeg. Zolang ze me laten schrijven wat ik voel

Laat mij nu makkelijk beïnvloedbaar zijn en misschien lag dit wel aan het groeiende leven in mij maar ik nam het als vanzelfsprekend aan. Tuurlijk is een grote liefde genoeg. Wat een idee! Maar nu ik de foto terugzie kauw ik opnieuw op die zin. Is een grote liefde genoeg? En wie is dan die liefde? En wat is genoeg? Genoeg om in leven te blijven? Wanneer ik erover nadenk wie mijn grote liefde is denk ik meteen aan mijn kind, maar daaraan onlosmakelijk verbonden ook aan mijn lief. De ene grote liefde heeft de andere doen ontstaan. Maar kan ik leven enkel op hun liefde, misschien niet. Ik heb het schrijven ook nodig en de kleren die ik draag, hoe oppervlakkig ook, maar ze kunnen een slechte dag leuker maken. Ik heb de herfst nodig en het verdriet om wie ik ben verloren. Omgekeerd zouden die niks waard zijn, zonder mijn lief en dochter. Of staat de ‘genoeg’ voor het sterven? Is een grote liefde genoeg om dood te kunnen gaan en kunnen we allemaal pas net voor het eind uitmaken of de zin van het kunstwerk klopt voor ons? Ik zoom in op de foto en herinner me dat ik daar héél lang heb gestaan, lief achter mij, kind met het hart nog in mijn lijf. En misschien weet ik het ook pas, net voor mijn einde, maar voor nu zijn mijn twee grote liefdes ook genoeg. Zolang ze me laten schrijven wat ik voel en laten huilen om wat niet meer kan.