Er is veel dat niet meer mag maar er is meer dat wel nog kan

Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

Hoe grappig! Hij lijkt op een klein spook, antwoordde ik en liet het filmpje nog eens en nog eens spelen. Ik had het net ontvangen op mijn gsm. Ik zag er de kleine Georges van anderhalf jaar met een – op ruime groei geschat – badmanteltje-met-kap door de huiskamer flaneren. Precies als een spook. En ik moest toegeven, dat filmpje, dat mijn dochter me stuurde, maakte in coronatijden meteen mijn dag goed.

Het is het leven zoals het is, dacht ik. Al besefte ik meteen dat we die uitdrukking niet al te vaak meer in de mond zullen nemen, de komende weken. Want er is veel, heel veel veranderd. Het lijkt wel alsof zelfs bijna alles anders is in dat leven van elk van ons. Veel van wat vanzelfsprekend was, kan ineens niet meer.

We zijn aan handen en voeten gebonden: er is een (milde) vorm van huisarrest, werken is voor velen getransformeerd tot telewerken, het ingeperkt winkelen werd een oefening in afstand houden en altijd en overal liggen we op vinkenslag om besmetting door dat nieuwe coronavirus te vermijden. Onze handen hebben we nooit eerder zo frequent verfrist als de voorbije dagen en weken. Ik denk dat we versteld zullen staan hoe zacht handen aanvoelen eens we die virusstrijd achter ons hebben.

Wie zich focust op wat niet meer mag of kan, krijgt het lastig de komende weken. Er is veel dat we voorlopig achter ons moeten laten en dat is heel ongemakkelijk. We kunnen daar over bokkig mokken en zuur zeuren, maar dat zal ons niet helpen. We moeten hier doorheen, het liefst gezond en wel, daarvoor doen we het.

Anders is het voor wie zijn blik richt op wat wel nog kan. En dat blijkt, als je de tijd neemt om daarover na te denken, heel veel. Veel meer dan we aanvankelijk vermoedden. We hebben er zelfs een spreekwoord voor: maak van de nood een deugd en je zal merken, zodra je je daarop gaat focussen, lucht je gemoed op.

“Onze helden staan in onze ziekenhuizen. We zullen het niet vergeten. Beloofd”

Rennen van hot naar her hoeft niet meer, we kunnen met z’n allen een versnelling trager schakelen. Het fileleed ligt achter ons, die tijd winnen we om nu eindelijk eens met zijn allen op rustige wijze te ontbijten. Er is tijd voor een gesprek, voor grapjes, ja zelfs voor kleine plagerijen. Telewerkers krijgen de kans om thuis eens te laten zien waarmee ze precies bezig zijn op het werk en de soep die tussendoor wordt bereid, smaakt verrassend anders dan wat de automaat op het werk serveert. En ga zo maar door …

Is het ook niet het moment bij uitstek om al de mogelijkheden van onze ‘slimme’ telefoons, tablets en laptops uit te testen? Verras je ouders, grootouders, kinderen of kleinkinderen met een filmpje, een facetime-gesprek of een Facebook- of Instagrampost. Maak er desnoods een dagelijkse vaste ontmoetingsplek van. Herontdek je foto-archieven en deel de spraakmakende scènes die iedereen intussen alweer bijna vergeten was …

Een aantal jongeren, al of niet van jeugdbewegingen, greep al de kans om zich onvergetelijk nuttig te maken voor mensen die problemen hebben om zelf om boodschappen te gaan. We kunnen met ons allen onze alertheid aanscherpen om die noden tijdig op te merken en er gepast op te reageren. Helpen mag en kan, daarover is geen twijfel.

Het zijn bizarre tijden, heel zeker, maar het is ook een bijzondere tijd. Niet in het minst omdat we mogen ervaren dat onze helden niet alleen op de kasseien van Parijs-Roubaix dokkeren en niet per se in een tot de nok gevuld voetbalstadion spelen of van de bioscoopschermen spatten. Nee, onze helden staan in de frontlinie, tussen de bedschermen, in onze woonzorgcentra en ziekenhuizen of in de thuiszorg. Want vergeet niet, ook hun wereld staat op zijn kop, maar zij staan er, het hoofd koel en de handen warm. Chapeau! Duizendmaal dank. We zullen het straks, als alles achter de rug is, niet vergeten. Beloofd.

Reageren? jan.gheysen@kw.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier