“Een echt beleid voor de kust is er niet”

Burgemeester Steve Vandenberghe heeft weinig vertrouwen in de minister van Toerisme als het over diens plannen voor de kust gaat.

In het verleden weerklonk al eens een kritische noot op de financiële ondersteuning vanuit Vlaanderen voor het kusttoerisme, maar globaal gezien was er wel lof voor het beleid dat door de toenmalig Vlaams minister voor Toerisme, Geert Bourgeois, werd uitgetekend. Jarenlang werd via strategische beleidsplannen, en niet onbelangrijk, met de daaraan gekoppelde impulsmiddelen en promotiebudgetten geïnvesteerd in het kusttoerisme en dit met succes!

Het is de spreekwoordelijke druppel waarmee de minister aantoont dat de kust eigenlijk niet hoeft te rekenen op centen

Via opeenvolgende Kust Actieplannen en Impulsprogramma’s Kust hebben de Vlaamse overheid en de kustgemeenten heel wat geïnvesteerd in het openbaar domein. Deze investeringen waren erg uiteenlopend: van nieuwe openbare toiletten over speeltuinen op het strand, wandelpaden tot nieuwe museumbelevingen en evenementen. Vlaams minister van Toerisme Ben Weyts heeft duidelijk gekozen om een andere weg in te slaan en het beleid van z’n voorganger binnenstebuiten te keren. Hij wil vooral buitenlandse bezoekers prikkelen met ambitieuze projecten die veel uitstraling hebben. Eén van de eisen om projectsubsidies te kunnen krijgen is dat het project minimum 100.000 bezoekers per jaar bereikt. Wanneer ik kijk naar Bredene dan moet ik jammer genoeg vaststellen dat dergelijke voorwaarden het zeer moeilijk maken om een plaatsje te vinden in dit beleid.

Eén van de eisen om projectsubsidies te kunnen krijgen is dat het project minimum 100.000 bezoekers per jaar bereikt

Daarnaast heb je de discussie over de financiering van de kustreddingsdiensten aan de kust. De Vlaamse Regering, met de partij (N-VA) van minister Weyts op kop bereikte vorig jaar een akkoord over de verdere afslanking van de Vlaamse provincies. Vanaf 2018 zullen de provincies niet langer persoonsgebonden bevoegdheden zoals sport, jeugd, welzijn, of cultuur mogen uitoefenen. Op heden draagt de provincie 250.000 euro bij voor de werking van de Intercommunale Kustreddingsdienst West-Vlaanderen (IKWV). Zowel bij IKWV als bij de kustgemeenten leeft op heden de ongerustheid wie er na 2018 de provinciale subsidie zal overnemen? Het antwoord van Vlaamse minister Weyts op deze vraag was echter de spreekwoordelijke druppel voor de kust. De minister kwam er, zonder enige vorm van schroom, uitleggen dat het Provinciebestuur nog steeds een bijdrage kan en zelfs mag blijven leveren om de kustreddingsdienst te ondersteunen. ‘Faut le faire’: eerst de bevoegdheden en centen van de provincies afnemen en hen dan een slecht geweten schoppen als ze niet willen blijven bijdragen.

Maar veel meer dan dat toont deze redenering hoe de minister naar onze kust kijkt. Het is inderdaad de spreekwoordelijke druppel waarmee hij aantoont dat de kust eigenlijk niet hoeft te rekenen op centen. Ere wie ere toekomt: voor de verdediging van de kustgordel liet de minister, na storm Dieter begin dit jaar, de stranden snel en efficiënt met Vlaams geld opnieuw opspuiten. Het is zowat het enige engagement dat de minister zich voor de kuststreek getroost. De stranden zijn dan ook Vlaamse bevoegdheid. En zonder kustverdediging loopt het water tot aan de grens met Oost-Vlaanderen. Maar een echt beleid voor de kust is er niet. Het vroegere kustactieplan en de toeristische ‘hefboomprojecten’? ‘Gone with the wind’, want op maat gemaakt voor de kunststeden.

De kustburgemeesters zien het met lede ogen aan. Maar de minister is zich van geen kwaad bewust. Als curator van het openluchtmuseum kust is hij bezig met een tentoonstelling voor onze streek met als titel: “Binnenkort alleen nog wind”.