De waterveiligheid van de gouverneur

© iStock
Peter Bossu
Peter Bossu Milieuactivist uit Diksmuide

Milieuactivist Peter Bossu juicht de oprichting van een West-Vlaams kenniscentrum polders toe. Al hoopt hij dat gouverneur Carl Decaluwé ook de natuursector in het project betrekt.

In zijn traditionele rede voor de nieuwe provincieraad brak gouverneur Carl Decaluwé een lans voor een robuust watersysteem voor onze provincie en kondigde de oprichting van een “West-Vlaams kenniscentrum kustpolders” aan. Chapeau daarvoor. Waar onze regeringen zelfs het internationaal klimaatakkoord niet durven steunen, neemt de provinciegouverneur wel verantwoordelijkheid op. Decaluwé wil neemt met zijn rede akte van de klimaatverandering en neemt de waterveiligheid van West-Vlaanderen ernstig. Wie begaan is met de toekomst van mens en natuur in onze kustprovincie kan dit alleen maar toejuichen. Om zijn durf nog meer te steunen een paar tips voor zijn werk en lef in deze grote maatschappelijke uitdaging.

Waar onze regeringen zelfs het internationaal klimaatakkoord niet durven steunen, neemt de provinciegouverneur wel verantwoordelijkheid op.

Bij iedere hevige regenperiode lopen ook in onze provincie wijken en zelfs hele dorpen onder water en met de klimaatverandering kunnen we in de toekomst meer plensbuien verwachten. De schade is groot en niet meer te verantwoorden. Voorkomen is beter dan genezen, daarom moet zo snel mogelijk een volledig bouw- en ophogingsverbod in alle overstroombare beek- en riviervalleien en andere natuurlijke waterbuffergebieden (die voorkomen op de kaart van de Watertoets) van kracht worden. Alleen zo kunnen we verdere waterellende voor mensen en goederen voorkomen.

We hebben de laatste jaren droogte en hevige regenbuien aan den lijve mogen ondervinden. De economische schade daarvan loopt op. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) schat de schade door overstromingen alleen op 50 miljoen euro/jaar, wat zal oplopen met 50% tegen 2050 als geen extra maatregelen genomen worden. De realiteit van de laatste jaren doet vermoeden dat dit een onderschatting is. Het beleid moet werken mét de natuur, door in te zetten op herstel van natuurlijke beekvalleien, rivieren, overstromingsgebieden, wetlands, bossen, … Dat is de meest kostenefficiënte oplossing om ons voor te bereiden op wateroverlast én droogte. Natuurlijk beek- en rivierherstel zorgt voor een grotere watercapaciteit en tragere afvoer waardoor het risico op wateroverlast verkleint. Tegelijk verhoogt het waterzuiverende vermogen van de rivieren door herstel van de natuurlijke ecosystemen, wat dan weer goed is voor de o zo belangrijke biodiversiteit.

Steden en gemeenten moeten gestimuleerd worden om de natuur op hun grondgebied zo robuust, divers en gezond mogelijk te maken. Door te investeren in grote oppervlaktes natuur en water in steden en dorpen kunnen we de temperatuur gevoelig naar beneden brengen. Die verkoeling is niet alleen aangenaam, ze doet de energierekening dalen en kan uiteindelijk zelfs levens redden.

Poldergraslanden, natuurgebieden en zelfs houtwallen en brede wegbermen kunnen een belangrijke rol spelen als waterbuffers en in het voorkomen van erosie en modderstromen.

Poldergraslanden, natuurgebieden en zelfs houtwallen en brede wegbermen kunnen een belangrijke rol spelen als waterbuffers en in het voorkomen van erosie en modderstromen. Maïs en bloemkolen die pal tot aan de rand van een beek en rivier geteeld worden terwijl de akkers waarop ze groeien bij iedere zware regenval tonnen modder in de waterlopen voeren, kunnen niet meer. De natuur moet in die valleien dan ook meer ruimte krijgen. Zoals Natuurpunt het krachtig uitdrukt: “moeten we meer werken met, en minder tegen de natuur . Voormalig gouverneur Paul Breyne was de man die zorgde dat tijdens de oogstperiodes er geen modder meer op de weg kwam of beter gezegd dat alles direct moest opgeruimd worden. Decaluwé moet de gouverneur zijn die ervoor zorgt dat men voor ploegen en oogsten afstand houdt van de gracht, van de beek en dat er tussen akker en weg nog een wegberm ligt van minstens een meter. Alleen deze maatregel kan gigantisch veel besparen op slibruimingen en zorgen voor een goed werkend watersysteem.

In de lente van volgend jaar kiezen we een nieuwe Vlaamse regering. Die moet mee werk maken van het bovenstaande, maar ook van een duurzame bescherming van de historische poldergraslanden door ze te beschermen via het natuurdecreet. De huidige bescherming via het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is te zwak en niet duurzaam. De poldergraslanden zijn, zoals de gouverneur ook al aangaf in zijn rede, klimaat- en waterbuffers. Laten we ze koesteren in plaats van toe te staan dat ze verder opgehoogd worden en omgezet in maisakkers. In dezelfde lijn moeten we onze duinen behandelen, die van cruciaal belang zijn in de eerste lijn van de bescherming van de kustzone en het achterland. We moeten investeren in het herstel en de (natuurlijke) uitbreiding van onze duinen.

Voor het slagen van de waterplannen van de gouverneur is een goeie invoering van de betonstop cruciaal.

De fameuze en met veel poeha aangekondigde Vlaamse betonstop is de achillespees van heel ons ruimtelijk beleid en de toekomst van natuur en platteland. Vlaanderen moet hier in de eindverantwoordelijkheid op zich nemen en de lokale besturen zo veel als nodig op vlak van beleid, de inzet van instrumenten én het voorzien van budget steunen. De betonstop is een gedeelde opdracht van het gewest, provincies en gemeenten. Noodzakelijke ingrediënten van de betonstop zijn strakke beleidskaders, makkelijk inzetbare instrumenten, en de nodige financiering. Zoals nu dreigt te gebeuren worden de kosten van de betonstop doorgeschoven naar de lokale besturen. Dit kan niet en is onbetaalbaar. Vlaanderen moet daarin het voortouw nemen zodat de betonstop uniform (objectief) en solidair (financieel) verloopt in heel het gewest. Ze moet daartoe voorzien in de nodige budgetten in haar begroting en in het regeerakkoord. Voor het slagen van de waterplannen van de gouverneur is een goeie invoering van de betonstop cruciaal.

Onze polderbesturen moeten zich richten op duurzaam waterbeheer in functie van natuur, waterveiligheid en een grotere watervoorraad. De dwanggedachte dat water zo snel mogelijk uit de polders moet is fout en moet plaats maken voor een duurzaam waterbeheer voor mens, klimaat en natuur.

Tot slot een laatste tip voor de gouverneur: betrek ook de natuursector in dat West-Vlaamse kenniscentrum kustpolders. Het draagvlak van zijn plannen kan er alleen maar sterker door worden én er zit daar veel kennis.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier